Eerlijk is vals
Onlangs las ik in Het
Parool dat Hans Vervoort altijd gezegend is geweest met goede kritieken. Of
dat klopt weet ik niet, want ik het is een tijd geleden dat ik iets van heb
gelezen, maar als het waar is wat Het Parool schrijft dan is er geen enkele
reden om die traditie te onderbreken. Eerlijk is vals, de nieuwe roman
van Hans Vervoort, is namelijk een bijzonder elegant boek dat ik met het
grootste genoegen heb gelezen. Weliswaar worden in Eerlijk is vals niet
de allerhoogste orgeltonen der emoties aangeslagen, met dien verstande dat er
geen moordende MacBeth in voorkomt of in wapenkletterende Tristan, maar wel is
Eerlijk is vals in zijn eigen kleine ruimte een aandoenlijk boek dat mij
niet onbewogen heeft gelaten.
De CPNB heeft ons dit jaar
opgescheept met die woedende turf van Rushdie, maar eigenlijk was de roman van
Vervoort het ideale boekenweekgeschenk geweest. Zoals in Vervoorts eerdere
boeken speelt Indië weer een rol van betekenis en daarmee beantwoordt
Eerlijk is vals volledig aan het thema van dit jaar: Het land van
herkomst. Daar komt nog iets anders bij. De beperkte omvang van zijn oeuvre,
dat zich helaas slechts in een traag en bijna Nesciaans tempo uitbreidt, heeft
altijd verhinderd dat Vervoort ook bekend kon geworden bij het grote publiek.
Toch is zijn heldere stijl bijzonder geschikt zijn om ook het buiten-literaire
publiek aan te spreken. Daarnaast is Eerlijk is vals niet al te dik, wat
er ook nog bijdraagt aan de geschiktheid voor een boekenweekgeschenk.
Eerlijk is vals stelt de
bespreker voor een oud dilemma. De roman bevat namelijk een plot, in dit geval
zelfs een plot dat erg nauw luistert. De vraag is natuurlijk of de recensent
moreel gerechtigd is het plot verraden. Ik vind dat een moeilijke kwestie. Voor
een lezer kan het erg vervelend zijn al te weten hoe het afloopt, maar aan de
andere kant wil je als lezer ook graag een indruk hebben. En om een kleine
zijstap te maken: geen theaterbezoeker zal besluiten Hamlet te mijden omdat hij
al van tevoren bekend is met het tragisch einde van de held. Een goed boek kan
veel hebben. Alleen slechte boeken worden minder spannend als de lezer
de plot al weet. Je zou van deze stelling zelfs een soort lakmoesproef kunnen
maken.
De hoofdpersoon in Eerlijk
is vals, de zestigjarige Henk Vermeulen, is directeur bij een
tijdschriftenuitgeverij. De laatste jaren heeft hij binnen het bedrijf een stap
teruggedaan, maar in feite is hij nog altijd de éminence grise die
achter de schermen een grote invloed uitoefent. Voortdurend lopen twee
verhaallijnen door elkaar heen, want zowel op zijn werk als in zijn
privé-leven komt een klein drama op gang. Ogenschijnlijk hebben deze
twee drama's niets met elkaar gemeen en spelen zij zich af in gescheiden
werelden, toch zijn beide verhalen nodig om een volledig beeld te geven van
Vermeulen als een man die op een bijna milde wijze tegenslagen kan accepteren
zonder in een rancuneus fatalisme te vervallen. Hij slaagt er zelfs in het lot,
dat hem zo heeft weten te verrassen, naar zijn hand te zetten.
Op de uitgeverij ontstaat
intern enige commotie als een van de directeuren door zijn secretaresse wordt
beschuldigd van seksuele intimidatie. Beide partijen geven een andere versie
van het gebeurde en Vermeulen krijgt de opdracht om op discrete wijze uit te
zoeken wie gelijk heeft. Als voormalig uitgever en marktonderzoeker bij de
Weekbladpers weet Vervoort hier precies waar hij het over heeft en in zijn
beschrijvingen proef ik veel van die achterdochtige sfeer die er om een of
andere reden altijd hing ten burelen van dat bedrijf.
Tegelijkertijd wordt Vermeulen
benaderd door het tv-programma Gezocht en Gevonden, een soort
Spoorloos. De redactie claimt in Indonesië een vrouw te hebben
gevonden, die verwekt is door zijn vader en die dus niets anders kan zijn dan
zijn eigen zuster. Als Vermeulen mee wil werken aan het programma, zal
Gezocht en Gevonden een team in zetten om alles piekfijn uit te zoeken.
Met veel gevoel voor humor beschrijft Vervoort de wisselende stemmingen van de
hoofdpersoon, die natuurlijk graag wil weten hoe het zit, maar die tevens een
enorme hekel krijgt aan de programmamakers die eigenlijk niets lievers willen
dan een sentimentele situatie te creëren waarin zo veel mogelijk tranen
worden geplengd.
Op twee fronten vallen langzaam
de stukjes van de puzzels in elkaar. Op zijn werk én in zijn
privé-leven ontpopt Vermeulen zich als een ware rechercheur. Mooi is dat
Vermeulen een fijne intuïtie heeft voor de problemen op zijn werk, maar
dat hij in zijn privé-leven voortdurend wordt verrast en eigenlijk niets
ziet van tevoren ziet aankomen. Mooi is ook dat naarmate de ontknoping nadert
je als lezer steeds meer gaat beseffen dat elke eerder genoemd detail een
functie heeft gehad. Eerlijk is vals is helemaal geschreven volgens het
Hermans-adagium dat er geen mus zonder reden van het dak mag vallen.
De kwestie op zijn werk lost
Vermeulen met goed gevolg op, maar wat anders gaat het met het familiedrama dat
zich destijds heeft afgespeeld in Indonesië. Vermeulens vaders, een
gouvernementsarts, is tijdens een van de politionele acties doodgeschoten, maar
niet door rampokbenden zoals aanvankelijk werd gedacht, maar door een Madoerees
die uit jaloezie handelde omdat zijn beoogde bruid - een verpleegstertje in het
ziekenhuis - een verhouding had met Vermeulens vader. Het kind dat later
geboren werd, zou daarom van Vermeulens zusje zijn.
Maar daarmee is de intriges nog
maar voor de helft verteld. Vermeulens moeder blijkt, wat huwelijkstrouw
betreft, evenmin brandschoon. Dat blijkt als een DNA-test verrassend aan het
licht brengt dat Vermeulen niet het zusje kan zijn van de Indonesische vrouw
die door zijn vader is verwekt. Maar toch klopt alles. Denk na, en u vindt de
oplossing, die ik hier niet verraden zal omdat Vermeulen wel de hoofdpersoon is
uit een mooi boek, maar nog geen Hamlet.
Vermeulen is dus wel een zoon
van zijn vader, maar niet de broer van zijn zuster, om met Snip & Snap te
spreken. Rara, hoe kan dat?
Vervoort heeft een rustige
carrière als marktonderzoeker, verkozen boven het onzekere bestaan als
schrijver. Ongetwijfeld heeft hij, langzaam grijzer geworden, bij de
Weekbladpers een waardevast pensioen opgebouwd. Misschien heeft hij voor
zichzelf besloten dat hij op deze manier het gelukkigst zou worden, maar voor
de lezer is het wel jammer dat Vervoort liever als amateur in de schaduw is
gebleven dan dat hij als professional in het licht is gaan staan.
Ontegenzeggelijk beschikt Vervoort over een talent waar veel
fulltime-schrijvers jaloers op mogen zijn. Maar je moet het wel willen.
Met zo'n talent moet er toch
ook een gevoel van spijt zijn. U kent die mop van die twee negentigjarige
oudjes die na zeventig jaar huwelijk bij de advocaat komen om te scheiden. Maar
in godsnaam waarom? Wij hebben gewacht tot de kinderen dood zijn.
HP\De Tijd, 16 maart 2001 © Max Pam
terug naar de
inhoudspagina
|