foto:©: Steye Raviez


Jan Wolkers en de jaren die voorbij gaan

        Wie gisteren naar Barend & Van Dorp heeft gekeken, kon het ook weer zien: de aandoenlijke, bijna ontroerende manier waarmee Jan Wolkers omgaat met zijn vrouw Karina en zijn twee zonen Bob en Tom. De 75-jarige schrijver is echt een familieman. Bij alles wat hij doet, kijkt hij vragend om goedkeuring over zijn schouder naar Karina. Voortdurend roept hij haar aan alsof zij de godin is die de door hem veroorzaakte golven weer tot bedaren moet brengen. In die gespeelde hulpeloosheid betrekt Wolkers ook nog zijn twee zonen Bob en Tom, op wie hij zo trots lijkt dat hij tegenover de wereld ongebreideld moet getuigen van hun bestaan.
        Ik heb mij wel eens afgevraagd wat Karina, Tom en Bob er zelf van vinden en of ze nou nooit eens zeggen "hè, Jan, hou eens op met dat gekwezel", maar ik wil natuurlijk niet stoken in een goed huwelijk. Eigenlijk denk ik dat ze dat voortdurend tegen hem zeggen, want het valt vast niet altijd mee om zo'n leuke, vindingrijke, geestige, viriele, dominante echtgenoot\vader te hebben als Jan Wolkers. In feite is Wolkers' hele oeuvre een getuigenis - ik weet geen ander woord - van een familiestrijd waarin de relatie tussen vader en zoon centraal staat. Zoals Wolkers zich tegenover zijn vrouw en zijn zonen gedraagt, is niets anders dan een voortzetting van wat in zijn boeken beschreven wordt.
        Is dat een open deur? Ik weet het niet. Je kunt je ook een reactie voorstellen waarbij vrouw en kinderen juist uit elke publiciteit worden weggehouden. Leven en werk blijft een voortdurende afrekening met het gereformeerde geloof. Ik ken geen schrijver die zo meeslepend kan vertellen over de litanie aan misdaden en ontuchtige handelingen die in de Bijbel wordt beschreven. Jan Wolkers hoeft alleen maar het woord "sodomieten" in de mond te nemen of ik hang al aan zijn liepen. Zelf heeft hij natuurlijk alles gedaan wat God verboden heeft. Men moet zich voorstellen wat het betekent om, zoals bij Barend & Van Dorp gebeurde, op de televisie gevraagd te worden "of je nog wel eens een triootje maakt?". En dat op je 75ste! En dat, terwijl je vrouw er goedkeurend bij zit. Ik zou daar blind en lam voor tekenen.
        Op zijn in het openbaar gevierde verjaardag las Wolkers essay voor over de Bijbel. Ik hoop dat die gebeurtenis is gefilmd, want het was een kwartiertje briljante literatuur. Het zou als dagsluiting ook een kwartiertje briljante televisie zijn. Je mag dat zo van mij uitzenden. Het is misschien heel leerzaam voor de jeugd, maar ik hoef al die terug-naar-Oestgeest reportages niet zo. Ik wil het woord zien, het zuivere woord. Ik wil het zuivere woord vlees zien worden, juist op de televisie.
        Waar ik wel een beetje gek van werd, was al dat geklets over de dood, niet door Wolkers zelf, maar door zijn interviewers. Als je eenmaal 75 bent, is het onbetamelijke kennelijk gelegitimeerd geworden. Nou Jan, vertel eens, wat vind jij nu van de dood? En daar zit dan een twintig jaar jongere vrouw naast en twee zonen van twintig die het jeugdkaas nog achter de oren hebben. Wat moet je nu antwoorden op zo'n vraag? Ja, ik ben er bang voor. Nee, ik ben er niet bang voor, het komt zoals het komt. Ik weet er niets van. Ik moet mijn eerste brief van een dode nog ontvangen. Karina! Jongens! Kom er eens bij, wat vinden wij van de dood? Het lijkt wel of er iets onfatsoenlijks zit in het ouder worden dan 75. Het tandeloze opaatje zijn, dat mag nog wel, maar het voortrazen over 's Heeren wegen wordt toch beschouwd als iets waar eigenlijk de doodstraf op zou moeten staan.
        Op zijn verjaardag vertelde Wolkers een anekdote over de dichter Achterberg, die op de sociëteit De Kring voortdurend tegen Jan Vrijman zou hebben geroepen: "Jan Vrij Man, Jan Vrij Man!". Enzovoort, enzovoort, tot iedereen er stapel van werd. Ik heb ooit eens een andere anekdote gehoord over datzelfde bezoek van Achterberg aan de Kring. De dichter zou toen in al zijn diepzinnigheid gezegd hebben: "De familie sterft van boven af en groeit van onderen weer aan". Dat geldt vast ook voor Wolkers. Trouwens ook voor mij, maar daarover een andere keer, want mijn vrouw roept. Ik moet boven komen.

NRC\Handelsblad, 28 oktober 2000 © Max Pam


terug naar de inhoudspagina