De democratie en de gekozen burgemeester die wordt benoemd
Mijnheer de voorzitter, leden van de Eerste Kamer!
Als minister van Binnenlandse Zaken die hier staat
om het wetsvoorstel inzake het burgemeestersreferendum te verdedigen, zou
ik u in de eerste plaats willen vragen: waar maakt u zich eigenlijk druk
over? De laatste tijd meen ik in een deel van uw college de opvatting beluisterd
te hebben dat invoering van het burgemeestersreferendum leidt tot "een overmaat
aan democratie". Mij dunkt, dames en heren van dit college, als er één gevaar
is waardoor Nederland juist niet bedreigd wordt dan is het wel dat ons land
ten onder gaat aan democratische procedures.
Want gaat u maar na. Het staatshoofd van ons land,
onze onvolprezen Koningin, wordt niet gekozen en zelfs niet benoemd. Zij
is er gewoon door overerving. Andere landen kennen het betreurenswaardige
instituut van de gekozen president, maar bij ons is het zo geregeld dat een
praatjesmaker als Henk Westbroek met geen mogelijkheid staatshoofd kan worden.
U dacht toch niet dat zo'n waardeloze filmacteur als Ronald Reagan hier ook
maar een schijn van een kans zou hebben? Kom nou! Als het staatshoofd in
het geding is, gaan bloed en afkomst boven democratie en dat is maar goed
ook.
Maar ook op andere beleidsterreinen is er weinig
reden om bang voor te zijn. Neem bijvoorbeeld Europa. Andere landen kennen
in belangrijke gevallen een zogenaamde volksraadpleging, maar gelukkig bestaat
in ons land die mogelijkheid niet. Al meer dan vijftig jaar wordt er aan
een verenigd Europa gebouwd en in al die tijd is ons volk niet één keer gevraagd
of het hiermee kan instemmen. Dat moet vooral zo blijven! Wij kunnen nu eenmaal
niet het risico lopen dat de regering, onder leiding van onze slagvaardige
premier, voor de voeten wordt gelopen door een of andere stomme mening van
het gepeupel. Ik zeg dit als minister van Binnenlandse Zaken en ik verwacht
van u dat u discreet zult omgaan met mijn woorden. Niet iedereen buiten deze
kamer hoeft onmiddellijk te weten wat ik hiervan vind.
Dames en heren van de senaat, ik begrijp u aarzelingen.
Uw college komt ook op een getrapte wijze tot stand. Zijn uw namen bekend
bij de kiezers? Ik zie u huiveren en ik zie u denken: gelukkig niet. Houdt
dit voor ogen, als ik nu kom bij de verdediging van mijn wetsvoorstel inzake
het burgemeestersreferendum. Onder u zijn er misschien die denken dat nu
het paard van Troje is binnengehaald, maar niets is minder waar. In het verleden
is bewezen dat het referendum als democratisch middel een waardeloos instrument
is. In samenwerking met de lokale overheden is de regering erin geslaagd
het referendum zo te organiseren dat het voortdurend moest mislukken. Winnaars
werden uitgeroepen tot verliezers, waarbij het bovendien zo was geregeld
dat de winnaars zich wel moesten neerleggen bij hun nederlaag. Er is geen
enkele reden om aan te nemen dat het bij het burgemeestersreferendum anders
zal gaan.
Het is waar dat in het voorstel een burgemeesterskandidaat
per referendum kan worden gekozen. Er zijn echter enkele beperkingen ingebouwd
waardoor niet iedereen zo maar aan een burgemeestersverkiezing mee kan doen.
Zo wordt bij wet geregeld dat een eventueel te kiezen burgemeester een zwaar
examen moet afleggen. Hij moet alle namen van alle burgemeesters ter wereld
uit het hoofd kennen, hij moet met blote voeten op een gloeiende plaat kunnen
dansen en hij moet in staat zijn binnen een uur drie flessen wijn op te drinken
zonder dronken te worden. Tenslotte zal hij aan het begin van de verkiezingscampagne
zijn scrotum - zeg maar zijn ballen - bij een commissie moeten inleveren
als bewijs dat hij inderdaad gecastreerd is. Vrouwelijke kandidaten daarentegen
dienen een certificaat van maagdelijkheid te overleggen.
De regering denkt op deze manier genoeg waarborgen
te hebben ingebouwd om te voorkomen dat er binnen onze democratie ongelukken
kunnen gebeuren. Dames en heren van de Eerste Kamer, ook moet u vooral niet
vergeten de burgemeesterskandidaat aan het einde van het traject nog één
belangrijk ding moet doen. Hij moet het referendum namelijk winnen met 99%
van de stemmen. En zelfs als dat hem dat lukt, is er nog geen man overboord.
In dat onverhoopte geval benoemt de Kroon gewoon de kandidaat van de Kroon.
Dames en heren van deze Kamer, maak u niet druk. In dit voorstel is alles
zo geregeld dat u rustig vóór kunt stemmen en daarna kunt gaan slapen.
NRC\Handelsblad, 6 juli 2001
|