Jezus Christus
Waar ik ook dol op ben, zijn wetenschappers
die graag in het nieuws komen, het liefst natuurlijk op de televisie.
Vooral van medici met een archeologische of historische belangstelling
kunnen heel wat stof doen opwaaien. Uit onderzoek van het gebeente bleek
dat Napoleon aan Parkinson leed, een tandarts heeft vastgesteld dat
Freud zijn kaakkanker met uiensoep dacht te bestrijden en een dermatoloog
heeft gevonden dat Cleopatra de Spaanse kraag aan Julius Caesar heeft
doorgegeven.
Het kan natuurlijk ook actueler. Herinnert u
zich nog het geval-Jules Croiset? Toen die zichzelf aan een rioolbuis
te Charleroi had geketend ten einde, al fabulerend, het antisemitisme
te bevorderen, verschenen op de buis onmiddellijk psychiaters en psychologen
die kwamen uitleggen dat het allemaal lag aan de jeugd van Jules, aan
de oorlog en aan zijn onverwoestbaar narcisme. Allemaal waar, maar geen
van die deskundigen had Croiset ooit gezien, laat staan onderzocht.
En dan nu Jezus.
Als vervolg op Walking with Dinosaurs heeft
de BBC een serie gemaakt: The Son of God. Omdat het weer allemaal levensecht
moest zijn, heeft men de forensische expert Richard Neave de opdracht
gegeven een computeranimatie van Jezus Christus te maken. Prachtig,
maar wat heeft die Neave bij zijn reconstructie gedaan? "Hij heeft",
volgens Trouw, "gebruik gemaakt van de schedel van een joodse man uit
de eerste eeuw, opgegraven in Jeruzalem. Deze schedel werd geselecteerd
uit meerdere skeletten en gold als een doorsnee-schedel".
Nou breekt mijn klomp!
Jezus Christus, onze profeet, de man die over
water lopen kon, die blinden weer ziend kon maken en lammen weer lopend,
die iedere hoer tot deugzaamheid bekeerde, die opstond uit de dood en
die het hele mensdom wist te redden. En wat deed Naeve om het uiterlijk
van deze goddelijk figuur vast te stellen?
Hij nam een doorsnee-schedel.
Ja, hij nam de schedel van een boekhouder, een
handelsreiziger, een man met twee kinderen, één jongetje en één meisje,
hij nam iemand met een modaal inkomen van een paar sjekels en meende
dat dit wel Jezus zou zijn. "Een donkere, boertige uit het jaar nul",
staat er. Logisch dat Jan Mulder dacht dat Jezus nog het meeste lijkt
op Harry Vermeegen. Zelf vind ik dat hij nog de meeste gelijkenis vertoont
met Yasser Arafat in zijn jonge jaren, maar daar gaat het niet om. Het
is pure blasfemie, want laten wij wel wezen: als iemand geen doorsnee
was dan was dat wel Jezus Christus. Dus wordt mij een volgende keer
uitgelegd hoe Jules Croiset in elkaar zit, dan geloof ik het niet meer.
Folia, 6 april 2001
|