Zomergasten
Wie afgelopen zondag in staat was langer dan een
kwartier televisie te kijken, is letterlijk getuige geweest van een dadaïstische
gebeurtenis. In Zomergasten was de schrijver Kader Abdolah aan het
woord. Nou ja, aan het woord, hij stootte klanken uit waarin wij soms woorden
herkenden. Maar die woorden vormden zelden zinnen en als zij dat op de een
of andere manier toch deden, waren het zinnen zonder inhoud. Het meest leek
Kader Abdolah nog op een doofstomme, die door harder te schreeuwen iets duidelijk
probeert te maken.
Meer dan drie uur duurde de voorstelling, waarin
het absurdisme pure kunst werd. Adriaan van Dis zat er op het laatst bij
als een moeder, die welwillend tegen haar gehandicapt kind zegt: "Toe maar,
probeer het maar, je hoeft je nergens voor te schamen". Ik geloof niet dat
zoiets ooit in enig ander land kan worden uitgezonden en dat het bij ons
toch gebeurde, lijkt mij het bewijs dat wij in hoge mate bereid zijn de kritische
houding op te offeren voor de multiculturele tolerantie.
Hoewel ik bij Studio Sport heel wat buitenlandse
voetballers heb gezien, die binnen een maand beter Nederlands spraken dan
Kader Abdolah, moet u niet denken dat ik hem zijn Nederlands schrijversschap
misgun. Hoe blij ben ik niet dat Nabokov in het Engels is gaan schrijven?
Maar iemand had Kader Abdolah tegen zichzelf moeten beschermen, hem dit moeten
besparen. Het is natuurlijk Nederland en na afloop zal men tegen hem gezegd
hebben dat allemaal best meeviel, dat het best wel aardig was en dat er toch
heel bijzondere dingen naar voren zijn gebracht, maar onuitgesproken weet
iedereen dat hier iemand tot een bespotting is gemaakt. Met zijn opgeheven
vingertje en zijn onvermogen om naar zichzelf te luisteren, heeft Kader Abdolah
daar trouwens zelf aan meegewerkt.
Het was dit jaar wel een erg zwakke serie Zomergasten.
Dat kwam in de tweede plaats door de gasten. Voor Kader Abdolah was er nog
Tamara Benima. Zelden zo'n tuthola gezien. Altijd heb ik gedacht dat joden
meer gevoel voor humor hebben dan de gemiddelde mens, maar dankzij mevrouw
Benima is dit vooroordeel ook al weer gesneuveld. Tom Lanoye schrijft inderdaad
beter dan hij spreekt. Eigenlijk voldeed alleen de uitzending met Sonja Barend
enigszins aan de verwachtingen, al moest er af en toe wel op tanden worden
gebeten wanneer die twee beroemde mensen weer over "hun vak" begonnen te
praten.
Maar in de eerste plaats kwam het door de presentator
Adriaan van Dis. Laat ik het zo zeggen: inmiddels is Van Dis het presentator-zijn
zo ontstegen, dat je voortdurend dacht dat hij aan de verkeerde kant van
de tafel zat. Steeds was de situatie zo dat hij minder in de gasten geïnteresseerd
leek dan de gasten in hem. Ik kan mij eenvoudig niet voorstellen dat hij
bij dat naargeestige geleuter van mevrouw Benima niet gedacht heeft: mag
ik naar huis? Ja, Adriaan, spreek mij niet tegen, ik zag het aan je gezicht.
Mogelijk heeft hij in zijn achterhoofd gehad: binnenkort komt mijn nieuwe
roman uit en dan kan het geen kwaad weer even op de televisie te zijn. Ik
zie daar niets verkeerds in, maar ik vermoed dat hij eenvoudig heeft onderschat
hoeveel voorbereiding een programma als Zomergasten behoeft.
Ik kan dat weten, want in de tijd dat Peter van Ingen
Zomergasten deed, ben ik een aantal jaren eindredacteur van dat programma
geweest. Ik heb het van nabij meegemaakt hoe er week in week uit door de
tv-recensenten op Van Ingen werd ingehakt. Dat was soms niet leuk meer. Journalisten
zijn als guppies die hun eigen soortgenoten opeten. Toch begint het nu langzaam
tot mij door te dringen dat Van Ingen de beste was van allemaal. Avonden
met Piet Vroon, Ischa Meijer en Rudy Kousbroek zijn in ieder geval in mijn
geheugen gegrift. Met Van Ingen is het misschien zoals met de gebouwen van
Van Gool voor het Rijksmuseum: in het begin vindt iedereen ze lelijk, tegenwoordig
vindt iedereen ze mooi.
Grote verschil met zijn opvolgers is dat Van Ingen
zelf niet als beroemde Nederlander wilde gloriëren. Hij zat er meer dan eens
volkomen naast - hou nou even je mond! - maar hij schoot ook meer dan eens
midden in de roos. Wat Ischa zichzelf aandeed, was zonder Van Ingen niet
mogelijk geweest. De nadruk viel minder op de fragmenten dan op de personen.
Naar mijn idee zit er ook slijtage in de formule. Iedereen wil graag iets
van Koot en Bie, maar omdat dat de vorige keer al is geweest, wordt er maar
van afgezien. Nee, het zou wel eens afgelopen kunnen zijn met Zomergasten,
tenzij Peter van Ingen natuurlijk terugkomt.
NRC\Handelsblad, 27 augustus 1999
|