Toeval bestaat, maar ik krabde me toch wel even achter de oren toen ik las dat de landbouwminister van het Derde Rijk een Argentijn is geweest

        Zonder feitelijke kennis geen moreel oordeel, maar waar ligt de grens? Hoeveel moet je weten van het Derde Rijk om de concentratiekampen te mogen veroordelen? Hoeveel moet je weten van Argentinië om over Jorge Zorreguieta te mogen oordelen?
        Volgens Roel Janssen vorige week in deze krant wordt er geen discussie gevoerd over Argentinië, maar gaat de opwinding over het voorgenomen huwelijk tussen onze kroonprins en Maxima hoofdzakelijk over de typisch Nederlandse begrippen goed en fout. De werkelijke feiten over Argentinië interesseren de Nederlanders weinig: "Wij discussiëren liever met onszelf en zijn nog altijd bezig met de verwerking van onze eigen oorlog".
        Volgens Roel Janssen is de kwestie te complex voor de eenvoudige conclusie: Jorge Zorreguieta lid van de junta. De junta deugde niet, dus voormalige landbouwminister Zorreguieta deugt niet. Roel Janssen weet veel van Zuid-Amerika, en ik ben onmiddellijk geneigd hem als opinion leader te aanvaarden, maar de dag nadat ik zijn stuk had gelezen, zag ik Vargas Llosa op de televisie. De grote Peruaanse schrijver, die naar alle waarschijnlijkheid nog veel meer weet van Zuid-Amerika dan Roel Janssen, was even in Nederland.
        Tot mijn verbazing deed Vargas Llosa iets typisch Nederlands: hij sprak namelijk een moreel oordeel uit. Hoewel Peru bij mijn weten nooit door de Duitsers is bezet en Vargas Llosa in dit opzicht niets te verwerken heeft, sprak hij duidelijk in termen van goed en fout. Zorreguieta moest van de vuile oorlog op de hoogte zijn geweest en zijn positie binnen de junta is in principe te vergelijken met die van een minister onder Hitler of Stalin. Een uitnodiging om het huwelijk bij te wonen, zou hij zonder meer afslaan als Zorreguieta ook aanwezig zou zijn. Op de tegenwerping dat volgens een enquête meer dan zestig procent van de Nederlanders zich met de komst van pappa Zorrequieta heeft verzoend, schudde Vargas Llosa meewarig het hoofd. Nederland had als democratische natie toch een traditie van fatsoen hoog te houden.
        Om de vergelijking van Vargas Llosa te toetsen, zocht ik op wie onder Hitler de positie van minister van landbouw bekleedde. Toeval bestaat, maar ik krabde me toch wel even achter de oren toen ik las dat de landbouwminister van het Derde Rijk een Argentijn is geweest. Zijn naam was Richard Walter Darré, hoewel hij eigenlijk Ricardo heette. Hij werd in 1895 in het Argentijnse Belgrano geboren, maar verhuisde met zijn ouders naar Duitsland. Zijn boeken, die titels droegen als Das Bauertum als Lebsquell der nordischen Rasse en Neuadel aus Blut und Boden maakten hem tot een belangrijke nazi-ideoloog. In 1933 werd hij minister van Landbouw. Onder zijn regiem hebben zich vooral aan het oostfront bloedige taferelen afgespeeld. Na de oorlog is hij berecht door het Nürnberg Tribunaal. Volgens sommige bronnen kreeg hij vijf, volgens andere bronnen zeven jaar. Op het internet vond ik een artikel waarin een direct verband wordt gelegd tussen de gedachtewereld van Darré en die van junta's in Argentinië en Chili.
        Ik probeerde ook nog een vergelijking te maken met de situatie in Nederland. In 1940 zijn de departementen door de Duitsers in elkaar geschoven, waarbij Hirschfeld tot directeur-generaal van Handel, Nijverheid, Scheepvaart, Landbouw en Visserij werd benoemd. Deze Hirschfeld, een geheimzinnige figuur, heeft zich de hele oorlog op die positie weten te handhaven en later heeft hij zichzelf met succes geafficheerd als een vertegenwoordiger van het bovengronds verzet. Na de oorlog heeft hij ons land op verscheidene internationale bijeenkomsten vertegenwoordigd.
        Omdat Zorreguieta vermoedelijk niet meer was dan staatssecretaris, lijkt de vergelijking met Darré of met Hirschfeld wat te hoog gegrepen. Misschien kun je hem nog het best vergelijken met C. Staf, die als directeur van Heidemaatschappij een belangrijke rol speelde in landbouwpolitiek van de bezetters. In 1943 werd hij "Gemachtigde van de oogst", wat vooral betekende dat nog heel wat Nederlandse boeren naar de Oekraïne zijn gestuurd met de mededeling dat daar een glorieuze toekomst lag te wachten. Evenmin als Hirschfeld is Staf na de oorlog vervolgd. Staf is later door Drees zelfs nog tot minister van Oorlog en Marine benoemd.
        Dus waar praten wij eigenlijk over? Vargas Llosa vergist zich als hij denkt dat Nederland een enorme traditie heeft van fatsoen en Roel Jansen vergist zich als hij denkt dat Nederlanders altijd maar bezig zijn met goed en fout. Die Zorreguieta kan rustig komen.

NRC\Handelsblad, 9 februari 2001 © Max Pam


terug naar de inhoudspagina