Krant van
letters
Een man van letters heet
het boek van Martin Koomen, de man die een half leven lang het archief van Vrij
Nederland heeft beheerd. Koomen heeft bij Vrij Nederland mooie tijden
meegemaakt. En
barre tijden. Over die barre tijden schrijft hij tamelijk openlijk, al blijf ik
in alles wat hij schrijft die
typische Vrij Nederland toon proeven die mij al treurig maakt zodra ik ergens
de twee letters VN zie staan.
Door Een man van Letters
moest ik weer denken aan kleine gebeurtenis uit de tijd dat ik zelf nog
voor VN schreef. Ter ere van iets - naar ik meen dat het de vijftigste
verjaardag van
hoofdredacteur Rinus Ferdinandusse - had de redactie een krantje uitgegeven
voor intern gebruik. Dat krantje was nogal satirisch van aard, maar als je het
goed las, zag je dat het vooral de
medewerkers waren die op de hak werden genomen en dat de redacteuren zelf
buiten schot bleven. Een man
van Letters heeft een beetje datzelfde. Het boek verdedigt VN niet door dik
en dun, maar voor degenen die het blad in de loop der jaren hebben verlaten,
schieten er maar weinig vriendelijke woorden over. Alleen Martin van Amerongen
en Lisette Lewin kunnen er mee door. Zichzelf beschrijft Koomen als mopperde
eenling die vanuit zijn eenzaam hoekje vooral probeert van alle herrie
verschoond te blijven.
Zelf kom ik er ook nog even in
voor als iemand die in 1994 over een bepaalde kwestie anders dacht dan in 1978.
Koomen schijnt dat heel erg te vinden. Maar dat is niets vergeleken bij
wat hij te berde brengt over vele anderen. Zo begint het boek met een
onaangename beschrijving van Renate Rubinstein, voor wie de hele VN-redactie op
de vlucht slaat zodra zij binnenkomt. Het
is natuurlijk waar dat Renate een rare tante was, die in de Weinreb-zaak een
raar figuur heeft geslagen, maar afgezet tegen die pseudo-ethische linksigheid
van redacteuren als Aukje Holtrop
en Rudie van Meurs - "Nederland politiestaat!" - was zij een oase van
redelijkheid. Ze schreef niet alleen beter, maar als persoon was zij boeiender
dan heel wat van die grijze muizen, die VN het
liefst in het ravijn hadden geduwd.
Wie er bij Martin Koomen ook
slecht van afkomt, is Ischa Meijer. O, wat een verschrikkelijke hekel heeft hij
aan de "koboldachtige gestalte" van Ischa! "Ik kan
bevestigen", schrijft hij deftig, "dat van zijn lichaamsgeur vaak de
suggestie uitging dat hij een paar decennia niet uit de kleren was
geweest". Ook erg mooi vind ik deze observatie van Koomen: "Lui als
Renate Rubinstein en Ischa Meijer leefden anders. Zij vielen voortdurend samen
met hun impulsen, ze "leefden voor het moment en in staat van permanente
opwinding".
Lui als.
Inderdaad, het waren
beestmensen. Heel anders dan al die redacteuren die voortdurend, hun impulsen
onderdrukkend, ruzie met elkaar aan het schoppen waren. Het is wel grappig om
te zien hoe Martin Koomen na al die jaren nog eens afrekent met Gerard Mulder,
Frits Abrahams, Doeshka Meijsing, Feike Salverda, Frits Barend, Henk van Dorp
en met al die anderen die vertrokken, terwijl hij zelf onverstoorbaar bleef
zitten. Hij laat zich door anderen ook nog "moedig" noemen, maar hij
is bescheiden genoeg om die kwalificatie overdreven te vinden.
De beroemde VN-oerscene uit
1986, waarin Rinus Ferdinandusse op een redactievergadering wordt beschuldigd
van het schrijven van anonieme brieven, staat ook uitgebreid in het boek.
Koomen beschrijft hoe Ferdinandusse "doodgemoedereerd en kalmpjes, ja,
geamuseerd eigenlijk" op de beschuldigingen reageerde, waardoor de
aanklager "alle wind uit de zeilen werd genomen". Maar verder blijft
de beschrijving van die scène een beetje cryptisch, zodat je na afloop
nog niet weet wat de moedige Koomen er zelf van vindt.
Heeft Ferdinandusse, die
anonieme brieven nu wel geschreven, of niet?
Uit Een man van letters
komt Martin Koomen te voorschijn als een zure wat laffe kerel, maar wat wil je?
Als je zo lang in de journalistieke steengroeven hebt gewerkt, word je dat
vanzelf
wel. Het zat hem ook niet mee. Toen hij 25 jaar bij VN had gewerkt, vergat het
bedrijf hem de daarbij behorende gratificatie uit te keren. Jammer. Lang
daarvoor had Jan Rogier nadrukkelijk
in de statuten laten vastleggen dat VN geen sociaal-democratische krant was,
maar een socialistische.
NRC\Handelsblad, 4 juni 1999 © Max Pam
terug naar de
inhoudspagina
|