Kleine leugentjes (1)
Voor me ligt het rapport Militair geweld, burgerlijke
verantwoordelijkheid. van prof.dr. Michiel Baud. Het heeft ook een ondertitel:
Argentijnse en Nederlandse perspectieven op het militaire bewind in
Argentinië (1976-1983). Prof Baud is directeur van het Centrum voor
Studie en Documentatie van Latijns-Amerika, een instituut dat gevestigd
is in Amsterdam.
Het rapport van prof. Baud is 208 pagina's dik.
De omslag is in rood en groen gedrukt. De uitgever is de staatsdrukkerij
SDU. Prof. Baud heeft in opdracht van de minister-president onderzoek
gedaan in Argentinië en hij sprak in New York met Jorge Zorreguieta.
In het voorwoord schrijft prof. Baud: "Tenslotte mijn welgemeende excuses
aan mijn familie, vrienden en collega's die ik de afgelopen maanden
met kleine leugentjes over de aard van mijn werk om de tuin heb moeten
leiden". Overigens was Prof. Baud niet de enige die met Zorreguieta
sprak. Max van der Stoel, minister van staat en man van verdiensten,
reisde naar Argentinië en wist de vader Zorreguieta zo gek te krijgen
dat hij beloofde het huwelijk van zijn dochter te mijden, een toezegging
die hij ook nog eens schriftelijk vastlegde.
Als ik het allemaal zo optel, zijn er dus een
flink wat betrokkenen geweest: de minister-president, ambtenaren van
algemene en buitenlandse zaken, een professor, een minister van staat,
de directie van een uitgeverij, de drukkers en zetters die het rapport
hebben vervaardigd, een corrector, een omslagontwerper en dan nog een
of twee medewerkers met de logistieke opdracht om het rapport precies
op tijd op het katheder van de minister-president te leggen. Alles bij
elkaar zullen in dit hele traject toch een mannetje of twintig, dertig
van de geheime missie geweten hebben.
En de Nederlandse journalistiek?
Die wist van niets. Die werd totaal verrast.
Niet getipt door een ambtenaar. Niet getipt door iemand van het Centrum
voor Studie en Documentatie van Latijns-Amerika, die heeft gedacht:
"Hé, wat gek dat onze professor nou juist op dit moment een paar dagen
weg is". Niet getipt door iemand van de uitgeverij: "Man, wat ik hier
heb liggen!". Niet getipt, door niemand niet. Waar zat de gepokte journalist
Sytze van der Zee, oud-hoofdredacteur van Het Parool, die tegenwoordig
adviseur is bij de SDU? Hebben ze het ook voor hem weten te verzwijgen?
Misschien wilde de Nederlandse journalistiek
helemaal niet getipt worden. De Nederlandse journalistiek heeft nu eenmaal
de traditie om braaf om de Nederlandse monarchie heen te lopen en alle
berichtgeving aan anderen over te laten. Argentinië was ook Verweggiestan.
Dúúr, zo'n reis daarnaar toe. Af en toe zag je bij Netwerk of Nova iemand
naar Argentinië bellen. Vanuit de studio in Nederland, en daar zat dan
niet eens een journalist, maar een tolk. De ene vraag die nog net gesteld
kon worden voor aan de andere kant al weer werd opgehangen, gebeurde
in een nerveus hakkelend namaaktaaltje.
Waarom heeft er geen Nederlandse journalist
dag en nacht bij die Zorreguieta voor het hek gehangen? Die man moet
toch ergens met Van der Stoel hebben gepraat. Ik bedoel: zo vaak krijg
je als Nederlandse journalist toch niet de gelegenheid om op te springen,
een taxi aan te houden en "follow that car!" te roepen. Je bent journalist
of niet en als het ware Kuifje's vuur in je brandt, denk je er niet
over na of je straks dat taxibonnetje vergoed krijgt. En waarom is er
geen journalist achter Zorreguieta aangereisd toen hij naar New York
vloog om die verduvelde professor uit Olanda te ontmoeten?
Ik denk dat de Nederlandse redacties budgettair
hebben moeten kiezen tussen het wereldkampioenschap handbal voor vrouwen
en vader Zorreguieta en dat zij instinctief voor het WK-handbal hebben
gekozen, omdat ze wisten dat die andere vader, vader Wim Kok, het beste
met ons voor heeft en dat hij het allemaal wel eventjes zou regelen.
Wij konden rustig gaan slapen en dat hebben wij ook gedaan. Dat kleine
leugentjes voldoende waren om de familie, vrienden en collega's van
Baud om de tuin te leiden, dat heeft iets aandoenlijks, maar dat je
met die paar kleine leugentjes ook nog de hele Nederlandse pers in slaap
kunt wiegen, dat geeft zeer ernstig te denken.
Het was gisteren "de dag van Kok", hoorde je
overal. Kan zijn, maar bovenal was het een blamage voor de Nederlandse
journalistiek.
NRC\Handelsblad, 6 april 2001
|
Kleine leugentjes (2)
Toch zit het me niet me niet lekker, dat rapport
Militair geweld, burgerlijke verantwoordelijkheid van prof Baud. En
dan heb ik het niet over de inhoud, want hoe fout vader Zorreguieta
is geweest kan ik niet beoordelen. Wat me niet lekker zit is dat die
prof. Baud hier uit Amsterdam toch een paar keer gelogen heeft om zijn
werkzaamheden geheim te houden. Eerst loog hij een beetje tegen zijn
familie, zijn vrienden en zijn collega's, maar later loog hij écht toen
hij werd gebeld door Jan Hoedeman van de Volkskrant. Nee heus, hij werkte
helemaal niet aan een rapport waarvoor hij trouwens ook helemaal niet
was gevraagd.
Liegen, voor mijn part jokken, het is geen bewonderenswaardige
bezigheid voor een onderzoeker.
Het vervelende van liegen is namelijk dat als
je het één maal hebt gedaan, je nooit meer kan zeggen: ja, maar het
was alleen die ene keer. Eén keer liegen en het garantiebewijs op de
waarheid is waardeloos geworden. Bij Barend & Van Dorp zei Baud dat
hij zich soms had afgevraagd of hij zich als een marionet had laten
gebruiken. Daarbij is het van belang te weten welke afspraken Baud heeft
gemaakt. Heeft hij getekend voor absolute geheimhouding, of had hij
toch nog enige manoeuvreerruimte? Baud had natuurlijk ook kunnen zeggen:
uit mijzelf zal ik nooit in de openbaarheid treden, maar wanneer mij
er naar wordt gevraagd, zal ik niet liegen. Als hij dàt had gezegd,
had hij vermoedelijk nooit de opdracht gekregen.
Monarchie en wetenschap zijn in Nederland nooit
een gelukkig span geweest. Weet u nog hoe kroonprins Willem-Alexander
doctorandus is geworden? Die studeerde in Leiden bij een andere historicus,
professor H.L. Wesseling. De scriptie van Willem-Alexander ging over
Charles de Gaulle, voor wie onze kroonprins een bijzondere belangstelling
schijnt te hebben. Of die scriptie de moeite waard is, kan helaas niemand
zeggen, behalve Wesseling. Nadat de professor Willem-Alexander een dikke
voldoende had gegeven, verdween de scriptie voorgoed achter slot en
grendel.
Wat zou de kroonprins over De Gaulle gevonden
hebben dat zo geheim moest blijven? Dat De Gaulle maar één bal had?
Dat hij zijn vrouw sloeg, een verhouding had met Churchill, of dat hij
gewoon de pest had aan knoflook? Of denkt u heimelijk dat de scriptie
voor eeuwig gesloten blijft, omdat onze kroonprins misschien niet helemaal
heeft voldaan aan de eisen voor wetenschappelijk werk?
Schande dat u zo durft te denken, vuile republikein.
Leve Willem-Alexander! Leve Maxima! Leve prof. dr. H.L. Wesseling! Leve
prof. dr. Michiel Baud! Leve de wetenschap die geschiedenis heet!
Folia, 20 april 2001
|