Naast lunchen bij Keyser, de VARA-matinee in het Concertgebouw,
een IJ-biertje in café Welling, en een gebroken lip op de Dalton-school,
is scheiding wel zo'n beetje het meest voorkomende verschijnsel in Amsterdam
Zuid
Een maand geleden schreef ik op deze plaats
dat de jury van de Libris-prijs een hoog Amsterdam Zuid gehalte bezat.
Omdat deze buurt kennelijk een bijzonder relatie onderhoudt met de Nederlandse
literatuur volgt hieronder een klein overzicht van de kenmerken.
Met Amsterdam Zuid wordt niet heel Amsterdam
Zuid bedoeld, maar het gedeelte dat loopt van het Vondelpark tot de
Stadionkade en van het Rijksmuseum tot de Amstelveense weg. De bewoners
van dit gebied verkeren in een bevoorrechte positie. Zij kunnen, als
zij hun Porsche kwijt kunnen, winkelen in de PC Hooftstraat en de Cornelis
Schuytstraat. Zij hebben, als zij met winkelen klaar zijn, de mogelijkheid
om zich te laven aan kunst. Niet alleen zijn er drie grote musea in
de buurt, maar voor de echte elite is er uiteraard ook nog het Concertgebouw.
De kinderen van de bewoners van Amsterdam Zuid gaan naar de beste scholen.
Het zoontje van Frenk Rijkaard is misschien een dissonant - rijke vader,
dat wel - maar verder zijn de scholen wit en tot ver in de omtrek zo
populair dat er lange wachtlijsten voor bestaan. Ook de huizen van Amsterdam
zijn erg gewild. De vierkante meter prijs is ongeveer duizend gulden,
wat de bewoners van Amsterdam in ieder geval tot virtuele miljonairs
maakt. Kortom, de bewoners hebben het zeer met de wereld en zeer met
zichzelf getroffen.
Ik kan dat weten, ik woon er zelf.
Wie nòg meer van Amsterdam Zuid wil weten, moet
de nieuwe roman van Martin Bril lezen, getiteld: Evelien. Hoewel,
helemaal nieuw is de roman niet, want Bril heeft over zijn vrouwelijke
hoofdpersoon regelmatig geschreven in zijn dagelijks column in Het
Parool. Die stukjes heeft hij nu tot één geheel gemaakt en uitgegeven
als een roman. Toch zie je sporen van hun oorsprong terug op elke pagina.
De hoofdstukjes hebben nog precies de omvang van een column, zodat je
af en toe sterk het gevoel krijgt dat je een recyclet product aan het
lezen bent
Maar bovenal is Evelien bijzonder herkenbaar.
Zij is moeder van twee kinderen, heeft een man die hard werkt en die
zich een Voyager kan veroorloven, zo'n spacewagon met een vijfde deur
waar je met z'n zessen in kunt zitten. Evelien is beslist niet
dom, maar weinig ambitieus en het kost haar nauwelijks moeite een carrière
bij een IT-bedrijf op te geven om zich aan haar gezinnetje te wijden.
Dat lijkt heel bevredigend, maar op den duur begint zo'n bestaan toch
te vervelen. Vandaar dat Evelien een geheime minnaar neemt, ene Theo,
die architect is en die zelf ook de brokstukken van een gebroken relatie
probeert te lijmen.
Als Evelien tenslotte een einde maakt aan de
buitenechtelijke verhouding is haar man Harko daar al achter gekomen.
Dan zijn de rapen gaar, maar gelukkig herstelt het rustige leventje
zich, totdat op zijn beurt ook Harko iets stouts begint - met een blonde
bimbo nog wel. Hiervan raakt Evelien helemaal over haar toeren. Een
eenvoudige uitruilstrategie, tit for tat, is aanvankelijk niet aan haar
besteed. Ze lijkt nauwelijks te beseffen dat haar man nu hetzelfde doet
wat zij al eerder heeft gedaan, en vandaar dat Harko het huis wordt
uitgezet met Voyager en al. Naast lunchen bij Keyser, de VARA-matinee
in het Concertgebouw, een IJ-biertje in café Welling, en een gebroken
lip op de Dalton-school, is scheiding wel zo'n beetje het meest voorkomende
verschijnsel in Amsterdam Zuid.
Affijn.
Maar u weet natuurlijk hoe het gaat in Amsterdam
Zuid. Het saldo op de bank raakt op en bij het winkelen weigert opeens
de pinpas. Een schaamrood kleurt de kaken. Het was Evelien nog niet
eerder overkomen dat zij haar boodschappenkarretje al weer kon uitpakken
voordat zij had afgerekend. Ondertussen jengelen de kinderen om hun
vader en, zelfs als men niet in Amsterdam Zuid woont, voelt men wel
aan dat het verstand hier moet winnen. Oud-minnaar Theo moet er wel
eerst voor dood gaan en de blonde bimbo blijkt toch ook niet helemaal
je dat, maar het is niet moeilijk in te zien dat Evelien en Harko weer
een modus zullen vinden om met elkaar door te gaan.
Eind goed al goed in Amsterdam Zuid.
Dit alles is bovendien geschilderd in de fel
realistische kleuren van het columnisme. De champagnetruffels worden
gewoon bij Holtkamp gehaald en als die op zijn, worden er botertonnetjes
meegenomen. Verder wonen Evelien en Harko temidden van de beroemde Nederlanders.
Wij komen Rudi Fuchs tegen die op de tram staat te wachten, iemand kent
Huub Stapel en bovendien rijdt Jan Mulder langs in een Jaguar, net op
het moment dat Evelien op het terrasje aan het filosoferen is wat nu
eigenlijk mooie mannen zijn. Persoonlijk dacht ik dat Jan Mulder zich
in de oude BWM verplaatst die hij van zijn zoon Yuri heeft gekregen,
maar misschien loop ik achter of kwam Jan Mulder langsrijden terwijl
hij bij iemand anders in de auto zat.
Problemen, problemen.
Ongetwijfeld heeft Arjan Peters in de Volkskrant
gelijk als hij schrijft dat Evelien lijkt op Agnes, het verlepte
type uit de eindeloze feuilleton van Peter van Straaten. Arjan Peters
vindt Agnes beter, en dat kan ik niet helemaal met hem eens zijn.
Agnes las ik na de tweede jaargang niet meer en ik vond dat zij niet
in de schaduw kon staan van al die personages uit Van Straatens tekeningen.
Bij Evelien kijk ik toch altijd even naar wat haar nu weer is overkomen.
Bij Van Straaten heb ik ook het gevoel dat dit
het was, dat hij niet beter kon als schrijver, wat overigens helemaal
geen schande kan heten, want Van Straaten is een geniale tekenaar. Agnes
was een hobby, die Van Straaten er maar zo'n beetje bij deed. Evelien
daarentegen zou voor Martin Bril een hoofdwerk moeten zijn. Het zou
niet mogen ogen als een hobby, en helaas dat Evelien dat wel. Misschien
vergis ik me, maar afgaande op zijn mogelijkheden doet Martin Bril zichzelf
met Evelien tekort. Evelien is leuk, mild satirisch, het
is een vakantieboek dat af en toe en knarsend beeld geeft van Amsterdam
Zuid en van al die treurige mensen die daar hogerop willen, maar het
is nog niet de roman die Bril zou kunnen schrijven.
En die ik graag zou willen lezen.
Wat dagelijks in een krant staat, ziet er -
zelfs keurig geordend - toch anders uit wanneer het in een boek wordt
herdrukt. De eeuwigheid is een liaan die moeilijk te plooien is, zou
mijn oom zeggen die wereldreiziger was. Martin Bril is een vruchtbaar
columnist. Onlangs schreef ik dat hij twaalf columns in de week schrijft.
Fout. Hij schrijft er maar tien in de week. Maar zelfs de ongelooflijk
gedisciplineerde Bril kan kennelijk niet alles tegelijk, ook al verstopte
hij bewust de roman Evelien in zijn dagelijkse stukjes. Als collega
van Bril durf ik het nauwelijks voor te stellen: maar een jaar met alles
stoppen en een grote roman schrijven, zou dat iets zijn?
In Amsterdam Zuid zien wij dat graag gebeuren,
want wij houden van grote schrijvers in onze wijk.
HP\De Tijd, 15 juni 2001
|