Open brief aan
Majesteit
Majesteit!
Het is niet zonder moeite dat
ik mij verstout u rechtstreeks aan te spreken, maar ik meen dat de plaats en
tijd daartoe nu zijn aangebroken. Zoals U ongetwijfeld weet, bestaat Het
Genootschap van Columnisten binnenkort vijftig jaar. Destijds is Het
Genootschap in de Amsterdamse kunstenaarssociëteit De Kring opgericht door
Godfried Bomans en Simon Carmiggelt. Sindsdien heeft Het Genootschap goede en
minder goede tijden doorgemaakt, maar de laatste jaren is er zo'n stijging van
het ledental te zien geweest dat er volgens sommigen zelfs sprake is van
wildgroei.
Ongetwijfeld weet U ook dat
onze leden een maal per jaar bijeen komen. Op die vergadering worden de lijnen
uitgezet voor de komende tijd uitgezet. De columnisten bespreken dan wie tegen
wie zal schrijven, wie waar boos weg zal lopen en welke onderwerpen geschikt
zijn om het publiek bezig te houden. Een kleine commissie, waarvan ikzelf
secretaris ben, moet er op toezien dat de columnisten zich houden aan de hun
toegewezen opdracht houden en waar nodig is, moet zij corrigerend optreden.
Uiteraard, majesteit, bent U -
om het wat oneerbiedig te zeggen - een van onze terugkerende onderwerpen. Tot
dusver heeft U ons in dit opzicht zelden teleurgesteld en daar zijn wij U
bijzonder dankbaar voor. U en Uw familieleden deden altijd wel wat waar wij
naar hartelust over konden schrijven. Momenteel zijn het voor ons Genootschap
zelfs hoogtijdagen en op onze laatste vergadering was het gedrang van jewelste
bij het verdelen van de aandachtsgebieden. Even is zelfs nog overwogen de
verschillende koninklijke personen onder de columnisten te veilen, maar
gelukkig heeft men kwaliteit laten prevaleren.
Zo heeft Frits Abrahams van de
commissie de opdracht gekregen in de ikvorm kleine parabels over Uw familie te
schrijven, dat zal U ongetwijfeld al zijn opgevallen. Jan Blokker zal op de hem
bekende zure wijze Uw historische miskleunen belichten en als U hem volgt, en
daar twijfel ik niet aan, dan zult U binnenkort weer bij Goejanverwellesluis
worden aangehouden. Joost Zwagerman daarentegen begint met een serie waarin U
wordt vergeleken met Madonna en Prins Bernhard met Mick Jagger.
Zelf is mij voor dit seizoen
Eef Brouwers toegewezen, de directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst. Het was
ook de bedoeling dat ik vandaag een stukje zou schrijven over Johan Friso die
bij Eef Brouwer binnenstapt om te vertellen dat hij geen nicht is en of Eef
daar maar even een persbericht over wil opstellen. U kent dat soort stukjes
wel, majesteit, van die satirische dialoogjes met een hoge
amusementswaarde.
Eef: "Maar, koninklijke
hoogheid, waarom laat u zich dan niet eens in het openbaar betrappen met een
lekker blond stuk? Zo heeft uw oudere broer het ook gedaan".
Johan Friso: "O ja? En
waar haal ik in godsnaam een blond stuk vandaan? Ik heb dat al een paar keer
geprobeerd. Geen idee waar het door komt, maar het lukt me gewoon
niet".
Eef: "Maar, koninklijk
hoogheid, hoe oud bent u nou?".
Johan Friso:
"Drieëndertig".
Eef: "Drieëndertig?
En nog nooit met een blonde stoot gesignaleerd. Jongen, weet je dat Jezus op
die leeftijd al aan het kruis hing. Logisch dat de mensen daar wat gaan
denken".
Johan Friso:
"Eef!".
Enzovoort. Maar ik wil dat
stukje niet schrijven. Liever zou ik eens een week over willen slaan. Gewoon
passen en het Koninklijk Huis laten voor wat het is. Er zijn zo veel
onderwerpen die van veel groter belang zijn: de vrede in het Midden-Oosten, de
armoe in de wereld, onze jongens in Ethiopië, noem maar op. Daarom
majesteit, als bestuurslid van het Genootschap zou ik U onderdanig het volgende
willen vragen. U en Uw familie zijn altijd gul voor ons columnisten geweest. U
heeft ons altijd op gepaste wijze op onze wenken bediend. Maar zo langzamerhand
kan het echt niet meer. Week in week uit gaat het maar door. Is het niet de
vader Maxima dan is het wel weer de homoseksualiteit van Johan Friso. En nu
blijkt weer dat Uzelf tijdens de verloving met Claus de toenmalige premier Cals
een oor hebt aangenaaid.
Majesteit, wordt het niet eens
tijd dat U een einde maakt aan al dat hilarische, waarmee U en Uw familie de
functie van staatshoofd tot een farce aan het maken zijn. Op die manier zijn
wij verplicht over U te blijven schrijven. Majesteit, U houdt ons van ons
werk.
NRC\Handelsblad, 16 februari 2001 © Max Pam
terug naar de
inhoudspagina
|