Eigen verantwoordelijkheid
Aan de telefoon hebben wij de heer Mans, burgemeester van Enschede.
- Mijnheer Mans, heel Nederland vraagt zich af waarom u er eigenlijk nog
bent.
"Hoe bedoelt u? Zo lang iemand leeft, is hij er nog. Hoe kan een
levend mens er eigenlijk niet zijn?".
- Daar heeft u een punt, mijnheer Mans, maar wij bedoelen als burgemeester.
"Ik ben er nog omdat ik mij, in dialoog tegenover de gemeenteraad,
wil verdedigen. Ik denk dat ik heel goed kan uitleggen waar het mis is gegaan
en waarom mij als burgemeester van Enschede nauwelijks iets te verwijten
valt".
- Maar de gemeenteraad bestaat uit leden die ook niets in de gaten hebben
gehad. Een veroordeling van uw beleid zou daarom een zelfveroordeling
betekenen. Denkt u dat die mensen daartoe in staat zijn?.
"Beslist. Want als je daartoe niet in staat bent, wordt je de
volgende keer niet herkozen. Zo gaat dat in de politiek".
- En bent zelf ook in staat uw eigen optreden kritisch te beoordelen?
"Daar ben ik burgemeester voor".
- Maar u wordt benoemd.
"Wat wilt u daarmee suggereren? U wilt toch geen situatie
creëren waarin Barbertje moet hangen. Wat hebben wij er aan als er koppen
rollen? In dat hele proces van verantwoordelijkheid nemen, is Enschede maar een
heel klein radertje en de burgemeester is nog kleiner. Als u de kranten leest
weet u wie er allemaal verantwoordelijk zijn: de provincie Overijssel, het
ministerie van Vrom, het ministerie van Defensie, het ministerie van
Binnenlandse zaken, de meldkamer van de brandweer, de meldkamer van de politie,
de milieuambtenaren, de toezichthouders, de inspecteurs, het bedrijfsleven, de
vuurwerkbranche, S.E. Fireworks, de directeuren van S.E. Fireworks, de
Nederlandse wetgeving, de Tweede Kamer
hallo, bent u daar nog?".
- Zeker, mijnheer Mans.
"En nu zou u willen dat al die instanties hun verantwoordelijkheid
nemen. Weet u wat er dan gebeurt? Dan is morgen heel Nederland onbestuurbaar.
Dan ligt het hele raderwerk stil. Daar is toch niemand bij gebaat. Zoiets zou
belachelijk zijn, vooral als je bedenkt dat het ook nog gewoon brandstichting
kan zijn".
- Daar hoopt u op.
"Nou
dat wil ik niet zeggen, maar ik moet toegeven dat de vraag
naar de verantwoordelijkheid daarmee in één klap is
opgelost".
- U zoekt eigenlijk een Barbertje.
"Dat is een schandelijke opmerking. Er is in deze kwestie maar
één Barbertje, en dat ben ik. Dat wil ik graag zo
houden".
- Het zijn gouden tijden voor de bestuursdeskundigen. Dit soort rampen stuwt
hun vak op tot grote hoogte. Daarbij is het opvallend dat al die
bestuursdeskundigen elkaar tegen spreken. Prof. Huls zegt dat het komt door
eindeloze verpoldering. Iedereen is een beetje verantwoordelijk, zodat aan het
eind niemand verantwoordelijk is. Hij vindt dat de rechter er aan te pas moet
komen. Maar prof. Roel in 't Veld vindt juist dat het helemaal niet gaat om de
schuldvraag. Nederland is bekneld geraakt in wirwar van elkaar tegensprekende
regels. Het gedogen, het door de vingers zien door ambtenaren, is vaak de enige
manier om de regelzucht enigszins dragelijk te maken. Vindt u ook niet dat de
bestuurskundigen een eigen verantwoordelijkheid hebben.
"Absoluut! Al die bestuursdeskundigen beseffen te weinig hoe groot
hun invloed is. Zij zouden eigenlijk één lijn moeten trekken,
zodat de bestuurders weten waar zij aan toe zijn. Wat wij nu zien is dat al die
bestuursdeskundigen ruziënd over straat rollen en dat er aan het eind van
de rit nog geen eensluidend advies is. Ik heb al diverse malen gepleit voor een
commissie die al die bestuurskundigen eens gaat doorlichten. Dit kan zo niet
langer. Het is verdomd gemakkelijk op achteraf schuldigen aan te wijzen. Dat
kunnen wij allemaal. Maar de vrijheid die de bestuurskundigen hebben om te
roepen wat ze willen, zou gekoppeld moeten worden aan een groter plichtsbesef.
De bestuurskundigen zou zich meer moeten realiseren welke effecten hun
adviezen".
- Heeft u al een bestuurskundige te pakken?
"Wij hebben er inderdaad één gearresteerd. Hij wordt
momenteel ondervraagd, maar u begrijpt dat wij daarover in dit stadium geen
nadere informatie kunnen geven. En als u mij nu wilt excuseren. Er is namelijk
nog veel werk te doen".
- Hallo, mijnheer Mans, hallo
bent u daar nog?
NRC\Handelsblad, 2 maart 2001 © Max Pam
terug naar de
inhoudspagina
|