|
|
|
|
|
|
|
|
|
Weer een rare zin, vindt u
niet. Anders dan een gracht kan een zin wel degelijk lopen, maar goed lopen is
toch weer iets anders. Dit is een zin uit de categorie: net te veel ineens
willen zeggen. Dus niet zeggen: dat culturen die elkaar bijten in iemand
geperst zijn, maar zeggen dat een combinatie van culturen die elkaar
flink bijten in één mens geperst zijn. Volgens mij
bijten culturen elkaar, maar kunnen combinaties van culturen elkaar
juist niet bijten. Daar zijn het nou juist combinaties voor. En hoe verhoudt
bijten zich tot flink bijten? Dat voegt niks toe. Gemeen bijten,
dat zou extra informatie geven, maar flink bijten? En dan nog geperst in
één mens, om er vooral geen misverstand over te laten bestaan dat
het niet geperst wordt in twee of drie mensen. Ja, schrijven is wel moeilijk,
hoor. Het valt beslist niet mee als je zo'n kittig hoofdje hebt als ik.
Ineens sta ik bij McDonalds in
de Leidsestraat in Amsterdam. Ha, dat wordt smikkelen! Als ik nou geen
interview over een schrijver maar met een schrijver had gemaakt, had ik nu
geweten of die schrijver ooit wel eens bij McDonalds heeft gegeten. Nu weet ik
dat niet, maar het interesseert mij ook eigenlijk geen bal. Dit stukje gaat,
zoals alle stukjes die ik schrijf, over mijn leven en niet over het
zijne - wat krijgen we nou!
Ik neem een hap. Jummiejummie
en kijk om me. Allemaal leuke jongelui. De een is zwart, de ander is bruin, de
derde is geel, de vierde is groen, maar wat zijn met het toch een lieve
schatten, en zo heerlijk multicultureel. Ach, mocht mijn vader, die in
Tunesië geboren is, dit eens zien! Roept die ene blauwe: hé oude
geile nikker! Lachen wij ons een aap. Het is hier zo gezellig en ik lach mee,
terwijl ik toch gewoon mijn bontjas aan heb en mijn hoedje op met een voile.
Kijken ze gewoon door heen, die lieve kleine, humpiepumpie-negertjes van
me.
Dan staan we buiten. De
schrijver over wie ik een interview had gemaakt, had gelijk. Waarover weet ik
niet. Daarna rijd ik weg op mijn opoe-fiets. Lieve, lieve mensen. Ik
geniet
|
|
|
|
|
|
Omdat mijn vader,
wat u misschien nog niet wist, in Tunesië is geboren, weet ik gewoon niet
waar ik sta met eigen kittige identiteitje. Wat ben ik nou eigenlijk? Half
Nederlands, half Tunesisch, half Arabisch en half Frans? Al die halfjes bij
elkaar maken samen al weer twee, werpt u misschien tegen, maar daar gaat het
nou even niet over. Als je tot een culturele minderheid hoort met een eigen
kittig identiteitje is rekenen heus niet zo belangrijk. Bovendien leidt me niet
af, als al die vragen als confetti door mijn brein dwarrelen.
Maar hoe verder? In mijn brein
zit nu ook de volgende zin: "Het interview over een schrijver, in het
statige herenhuis aan de gracht loopt, volkomen onverwacht, uit op een gesprek
over onmogelijke identiteiten".
Lees die zin nog eens over.
Rare zin eigenlijk. Het interview over een schrijver? Het zou kunnen,
maar moet dat niet zijn: het interview met een schrijver. En dan al die
komma's. Uitgestrooid als confetti lijkt, het wel. Want wie loopt daar nou
eigenlijk? De schrijver, het herenhuis of de gracht? Een lopende schrijver heb
ik wel eens gezien, maar een lopend herenhuis of een lopende gracht zijn
beslist zeldzamer.
En nu komt deze zin bij me op:
"De geschiedenis doet het aan de lopende band: combinaties van culturen
die elkaar flink bijten in één mens persen".
|
|
|
|
|