Het digitale geklungel van Perscombinatie\Meulenhoff (1)

        PCM-directeur Jan Greven stond er glimlachend bij, aldus het verslag in verschillende van zijn eigen kranten. Zojuist had PCM, uitgever van onder meer de Volkskrant, NRC\Handelsblad, Trouw en Algemeen Dagblad, op alle punten het kort geding tegen Kranten.com verloren. De rechter bepaalde dat Kranten.com op zijn website gewoon mag doorgaan met het linken naar de krantenkoppen van de PCM-bladen. Gelukkig bleef Jan Greven glimlachen. "We weten nu", zei hij, "tenminste waar we aan toe zijn". Of Greven bij elke juridische nederlaag van PCM zo'n vrolijke grijns heeft opgezet weet ik niet, maar als dat zo is dan moet hij zo langzamerhand in een euforische toestand verkeren.
        Blij, blij, blij.
        Het was dan ook niet de eerste nederlaag van PCM op het digitale front. Het geklungel en gestumper van PCM heeft namelijk al een lange voorgeschiedenis en nog altijd lijkt er fundamenteel weinig te veranderen in de koppen van de PCM-directeuren. "PCM snapt weinig van internet", stond nota bene als kop boven een artikel op de opiniepagina van NRCHandelsblad. De auteur, Marie-José Klaver, kondigde de nederlaag van de krantenuitgever al aan en zij voegde er nog eens aan toe: "PCM probeert het auteursrecht naar eigen hand te zetten".
        Wie de manier waarop PCM de zaak tegen Kranten.com beziet, moet wel constateren dat PCM zich niet alleen heeft laten leiden door slecht juridisch advies, maar dat zij bovendien met een kanon op een mug heeft geschoten - en ook nog eens heeft gemist. Het door twee goedwillende studenten geleidde "zenuwcentrum" van Kranten.com "bevindt zich achter een havenloze gevel in de Rotterdamse volksbuurt Crooswijk", zo lees ik in het Algemeen Dagblad. De studenten zagen plotseling het geweld en sommaties en dwangbevelen op zich afkomen. Overleg was er niet, terwijl de studenten geïmponeerd door de grote tegenstander best hadden willen inschikken.
        Maar vanaf het begin heeft PCM zich er op toegelegd Kranten.com de mond te snoeren. Nog afgezien van de juridische onhaalbaarheid is dat natuurlijk het stomste wat je als uitgever kunt doen. Een beetje slimme ondernemer, ingevoerd in de wetten van het internet, was met die jongens gaan praten - niet om ze tot zwijgen te brengen, maar om ze op te kopen! Kranten.com is een bijzonder handige site en PCM zou er, aangewend voor eigen doeleinden, alleen maar plezier van kunnen hebben.
        Het is diezelfde domme onverzoenlijkheid die PCM tentoon heeft gespreid bij de behandeling van de zaak tegen een groep van haar eigen freelancers inzake de digitale auteursrechten. Ook hier heeft PCM tenslotte een smadelijke nederlaag moeten slikken. In dit geval is de uitkomst zelfs zo contraproductief dat het wel lijkt of de uitgever met een bijna ongelooflijke trefzekerheid in zijn eigen voet heeft geschoten.
        Dat PCM zich bij de digitale opslag en verwerking niet alles kon permitteren, werd voor het eerst duidelijk in de zaak die de Volkskrant-medewerkers Mulder, Heg en Stam tegen in 1996 tegen hun eigen krant aanspanden. De Volkskrant had zonder toestemming en zonder betaling werk van deze drie op een cd-rom geplaatst en deze voor een bedrag van 995 gulden aan bibliotheken en andere instellingen verkocht.
        Wat aanvankelijk door PCM was geëntameerd als proefproces ontaardde spoedig in een onaangenaam confrontatie toen PCM er achter kwam dat Mulder, Heg en Stam de zaak wel degelijk serieus namen en wel degelijk een serieuze vergoeding wilden. Dat was niet de bedoeling. Bij PCM had men gehoopt de drie met een schijntje te kunnen afserveren, om op die manier een goedkoop hergebruik op cd-rom te garanderen. Maar Volkskrant-hoofdredacteur Pieter Broertjes oefende tevergeefs zware druk uit op Jan Mulder (en Remco Campert). Hans Heg en Huib Stam bogen evenmin en kregen als resultaat voor hun tegenwerking tenslotte een soort Berufsverbot opgelegd. Toch kwam het eind 1999 tot een uitspraak, waarbij de Volkskrant werd veroordeeld tot doen van substantiële betalingen, al bleven de percentages die met de vergoedingen gemoeid waren tamelijk mager en willekeurig.
        Maar nu het gekke. Min of meer door een toeval bemerkte ik dat op precies dezelfde cd-rom ook werk van mij stond. Het ging om 44 afleveringen van mijn feuilleton De Herenclub, die ik voor de Volkskrant had geschreven. Een medewerker van de Universiteitsbibliotheek in Amsterdam maakte mij er attent op dat ik mijn eigen feuilleton kon opvragen, tenminste als ik bereid was om vijf gulden per opgevraagde aflevering te betalen. Dat deed ik - het koste me 220 gulden - maar uiteraard kreeg ikzelf daar niets van terug. Dat ging gedeeltelijk naar de bibliotheek, terwijl een ander deel verdween in de zak van PCM.
        Wel stuurde ik Pieter Broertjes een aantal malen een rekening, maar steeds zonder succes. De eerste keer antwoordde hij dat hij de uitspraak inzake de zaak Mulder, Heg en Stam afwachtte, de tweede keer antwoordde hij dat hij het hoger beroep inzake de zaak Mulder, Heg en Stam afwachtte en de derde keer, toen de Volkskrant definitief was veroordeeld, antwoordde hij dat ik in deze zaak nooit partij was geweest. Na de veroordeling stuurde ik Broertjes een rekening, geheel volgens de percentages die de rechter als maatgevend had opgegeven, maar betaald werd er door de Volkskrant nooit.
        Vooral bij grote Amerikaanse bedrijven schijnt dat tegenwoordig de tactiek te zijn: niet betalen in de hoop dat de tegenpartij geen stappen zal nemen, omdat de kosten van de juridische bijstand die van de rekening toch overschrijden. Maar in feite is de weigering van Pieter Broertjes om te betalen pure oplichterij. Het is beschamend dat een hoofdredacteur, die meent zich te moeten inzetten voor de verkiezing van Frits Bolkestein tot commissaris van de Europese Commissie, tegelijkertijd zijn eigen medewerkers besteelt.
        Aan andere kwestie, die van elektronische exploitatie van het werk van freelancers, deed zich voor rond de kerst van 1998. Nogal onverwacht kwam PCM met een voorstel dat de uitgever het recht gaf om alle elektronische auteursrechten uit te baten tegen een vergoeding die gelijk stond aan 2% van het jaarlijks verdiende honorarium. Daarvoor zouden de freelancers dan ook nog eens de rechten overdragen voor al hun werk uit het verleden, terwijl PCM tevens een exclusiviteit van drie maanden opeiste, alsmede het recht om stukken te bundelen. In dit door de hoofdredacteuren van PCM ondertekende voorstel werd gesuggereerd dat het om plannen ging, maar dat al snel bleek dat een leugen. Het waren geen plannen. De uitvoering was al lang in volle gang.
        Daarbij ging het vooral om de Nederlandse PersDatabank, die geëxploiteerd werd door een aan PCM gelieerd bedrijf dat Media Resultant bleek te heten. Veel werk van freelancers en andere medewerkers bleek reeds in de database van Media Resultant opgeslagen te zijn, zonder dat daarvoor om toestemming was gevraagd, laat staan dat daarvoor was betaald. Het voorstel van de hoofdredacteuren leek niets anders dan een poging om achteraf een heel klein beetje goed te maken van wat inmiddels al was toegeëigend.
        Het is toen geweest dat een groot aantal medewerkers zich heeft verenigd in de Freelancers Associatie (FLA). Uit de arrogante en onbeschofte houding die PCM lange tijd ten opzichte van de freelancers heeft aangenomen, valt op te maken dat men aanvankelijk gedacht heeft de FLA met juridische machtsvertoon te kunnen wegblazen. Dat lukte alleen niet, omdat de Vereniging van Letterkundigen en de daaraan verbonden Stichting Rechtshulp zich over de FLA ontfermden en de financiële kant van de verdediging om zich te nemen.
        Zelf ben ik een paar keer geschokt geweest door de houding van de PCM. Zo was het me opgevallen dat een groot aantal van de stukken die ik voor NRC\Handelsblad had geschreven, rondzwierven op het internet, waar zij via www.nrc.nl op terecht waren gekomen. Omdat ik daar niet over was geïnformeerd en er evenmin toestemming voor had gegeven, laat staan dat ik er voor was betaald, vroeg ik om opheldering bij mr. F.E. Jensma, mijn hoofdredacteur bij NRC\Handelsblad. Zijn antwoord liet in ieder geval niets aan duidelijkheid te wensen over: "Het door u gevraagde inzicht in het gebruik in het verleden van uw bijdragen aan de krant voor www.nrc.nl geef ik niet daar zulks moeilijk te achterhalen en overigens ook niet in mijn belang is".
        Ook werd er stommetje gespeeld op mijn vraag of het juist was dat mijn stukken waren doorverkocht aan de Amerikaanse databank Lexis Nexis. Jensma zweeg en PCM zweeg, zodat ik tenslotte de hulp heb ingeroepen van Hendrik-Jan Schoo, die destijds hoofdredacteur was van Elsevier. Omdat Elsevier een abonnement heeft op Lexis Nexis, was het voor Schoo betrekkelijk eenvoudig om een uitdraai te maken van mijn stukken. Omdat ook Het Parool al mijn werk heeft doorverkocht aan Lexis Nexis, bleek het te gaan om honderden artikelen.
        Het zinnetje "niet in mijn belang" spookt nog wel eens door mijn hoofd. Je hoort dat wel eens in een rechtzaal zeggen door een verdachte. Ik heb nu bijna 25 jaar voor zo'n beetje alle bladen van PCM geschreven en al meer dan twintig jaar voor NRC\Handelsblad. Je hoopt dan altijd dat je met een zekere égards wordt behandeld en daarom schrik je er toch van als je te horen krijgt dat het je verder niet aangaat wat er met jouw werk gebeurt.
        De onderhandelingen tussen PCM en de FLA hebben niet tot resultaten geleid en het is tenslotte PCM geweest die ook hier, zonder werkelijk overleg, een rechtzaak is begonnen. In mei 1999 eiste PCM eiste vrij baan voor de opslag in haar elektronische databanken en vroeg de rechter een maatstaf vast te stellen voor de schadevergoeding van elektronisch hergebruik. De uitspraak, een week voor de nederlaag tegen Kranten.com was wederom vernietigend voor PCM. Alle vorderingen van PCM werden afgewezen, terwijl alle vorderingen van de FLA werden toegekend, op één punt na waarover de rechter vooralsnog geen uitspraak wil doen.
        De rechter stelde vast dat PCM inbreuk op auteursrechten maakt wanneer zij werk van freelancers zonder toestemming in een centrale databank opneemt. Om een maatstaf voor schadeloosstelling voor te stellen, moet PCM eerst gedetailleerd inzage geven in wijze waarop het werk van freelancers is opgeslagen en geëxploiteerd. Eindelijk, eindelijk zal ik dus te weten komen hoe het met die verkoop aan Lexis Nexis zit en of PCM mijn werk misschien nog aan anderen heeft verkocht.
        Achteraf moet je vaststellen dat PCM door de rechtzaak tegen de FLA in een klem terecht is gekomen die zij in haar arrogantie voor anderen had opgesteld. Na elke nieuwe nederlaag heeft Jan Greven gezegd dat PCM bij de invoering van de elektronische media naïef is geweest bij de kwestie van de auteursrechten. Als je hem zo hoort praten, lijkt hij nog het meest op een directeur van de Nederlandse spoorwegen die maar niet kan geloven dat ook de TGV op rails rijdt.
        In zeker drie opzichten heeft PCM zichzelf en de journalistiek met deze zaak kwaad gedaan. Ten eerste heeft zij, in een poging auteursrechten te verwerven die niet de hare waren, een groot aantal vooraanstaande medewerkers van zich vervreemd. De voortdurende dreigementen van PCM om voortaan minder gebruik te maken van freelancers maakt het er niet beter op en zal de medewerkers slechts wraakzuchtiger stemmen.
        Ten tweede is PCM nu blijven zitten met een volstrekt onhanteerbaar archief. In plaats van het gedroomde digitale archief, waarmee miljoenen verdiend kunnen worden, is de Nederlandse Pers DataBank verworden tot een soort gatenkaas waarin geen documentalist nog de weg kan vinden. Niemand weet zo langzamerhand meer waar de auteursrechten liggen. Het gebeurt regelmatig de auteurs nu hun eigen stukken niet meer kunnen raadplegen om die geblokkeerd zijn. Probeer trouwens eens in de NDB het stuk te vinden dat op 21 augustus in Trouw stond met de kop: "PCM pas op, u wordt de risee van het Nederlandse Internet!". Lukt niet, want dan verschijnt op het scherm de tekst: "De uitgever heeft geen publicatierecht". Dat geldt inmiddels voor meer dan tienduizenden stukken in het PCM-archief. Zeker zestig procent van alle PCM-medewerkers heeft geweigerd de aanvankelijke voorstellen van PCM te tekenen. Althans dat zegt PCM zelf, maar mij zou het niet verbazen wanneer dat percentage aanzienlijk hoger ligt.
        In derde plaats heeft PCM het aanzien van de journalistiek ernstig geschaad door de hoofdredacteuren een beleid te laten uitvoeren dat nu door de rechter onwettig is verklaard.
Alle hoofdredacteuren van PCM hebben hun handtekening verbonden aan een voorstel, waarvan de rechter geen spaan heeft heel gelaten. Dat is niet bevorderlijk voor het hoofdredacteurlijke prestige, waarbij niet vergeten mag worden dat de rechtelijke uitspraak heel goed de mogelijkheid open laat om via een klacht bij de Officier van Justitie een strafrechtelijke procedure te beginnen. Per slot is het misbruik maken van auteursrecht geen overtreding, maar een misdrijf.
        Maar zelfs als het ooit zover zal komen, blijft Jan Greven glimlachen. Blij, blij, blij, met elke nieuwe nederlaag.

HP\De Tijd, 28 augustus 2000 © Max Pam


terug naar de inhoudspagina