Te koop: voetbaljournalisten

        Lang heb ik het volgehouden niet over voetbal te schrijven, maar nu gaat het even niet meer. Dat komt door die foto die gisteren in de Volkskrant stond. Je ziet een lege Arena, op één vak na, waar groepje toehoorders verloren bij elkaar is gekropen. Zij luisteren naar een man die op het veld achter een katheder staat. Het onderschrift luidt: "Johan Cruijff spreekt, eerder deze maand, managers toe tijdens een seminar in de Amsterdam Arena". Achter Johan staat een groot scherm opgesteld waarop Johan zelf te zien is. Dat is tegenwoordig op seminars en congressen standaard geworden: meekijken op een scherm naar iets dat zich live voor je neus afspeelt. Het is nergens voor nodig, het leidt eigenlijk alleen maar af van het gesprokene, maar het staat wel imposant.
        Toch is het niet Johan Cruijff die deze foto van Guus Dubbelman zo bijzonder maakt. Het is Mart Smeets. Hij zit op de voorgrond, voorover gebogen met gevouwen handen. Het lijkt of hij aan het bidden is. Mart is ongelukkig, hij lijdt. Hij straalt een met verdriet doortrokken gevoel van somberheid uit. Hij lijkt de mediteren over een wereld die in duigen ligt. "Te koop: tv-journalisten en voetbaldeskundigen", luidt de kop bij het stuk. Mart is bezig dertig, veertig duizend gulden voor een dagje presentatie te incasseren en hij dat maakt hem tot een gebroken man. Kapot, verteerd door schuldgevoelens, een persoonlijke nederlaag. Een paar jaar geleden bleef hij dapper overeind bij de verlokkingen van Sport 7, maar nu is hij gezwicht. Schutte van de GPV bleek in het geheim katholiek, Aart Staartjes pedofiel, Churchill werkte als spion voor de Duitsers.
        Schnabbelen doen ze allemaal. Jack van Gelder schijnt Jack Pot te heten. Een varkentje met een gleuf. Het is begonnen toen iemand naar voren bracht dat sportjournalistiek méér moest zijn. Dat besef is nu gemeengoed geworden, ook in de krant die foto van Mart afdrukte. De Volkskrant: "Het tafereel van verbijstering kwam maar al te bekend voor. De flash-back ging terug naar het WK van 1998. Toen plengden Marokkaanse voetballers in St. Etienne hete tranen in het gras, terwijl ze na afloop hun plaatsing voor de achtste finale dachten te vieren, maar werden verrast door de mededeling dat Noorwegen de gedoodverfde wereldkampioen, Brazilië, met een late penalty had verslagen". Enzovoort. Je moet nog alinea's doorlezen om er achter te komen wat er nu precies die donderdagavond in de Gelredome is gebeurd.
        Met de introductie van het bijvoeglijk naamwoord in de sportjournalistiek - hete, gedoodverfde, late - is ook het gepraat over voetbal begonnen. Zoals altijd zijn de eersten de besten en leidt succes tot minder begaafde navolgers. Elke avond worden op alle zenders Barend en Van Dorp geïmiteerd in immens grote decors aan immens grote borreltafels. Het tutoyeren is door de Nederlandse televisie gewoon geworden. Mart en Tom en Jack, Hans, Wim, Kees, Paul en Toine zijn onze persoonlijke vrienden, die wij blij verrast groeten als we ze toevallig op straat tegenkomen.
        Journalistiek helpt mee om er één groot feest van te maken. Twee jaar geleden stond in het blad FEM het berichtje dat verschillende Nederlandse spelers, onder wie de huidige bondscoach, zich mogelijk schuldig hadden gemaakt aan gesjoemel met zwart geld. Ik las iets over het eilandje Gurnsey. Geen krant die zijn best heeft gedaan de zaak uit te zoeken. Bij Netwerk en Nova bleven ze thuis en ik denk ook niet dat wij er ooit nog iets van zullen horen. Onder Nederlandse sportjournalisten is Gurnsey de meest gemeden plek ter wereld.
        Van al de praatprogramma's springt er één uit, het programma dat Felix Rottenberg elke avond presenteert op de Amsterdamse zender AT5. Aan een groene tafel, voorstellende een voetbalveld, discussieert hij als een leraar maatschappijleer over voetbal met vier meisjes tussen 15 en de 25 jaar. Omdat het wordt uitgezonden als op de andere netten de wedstrijden aan de gang zijn, krijgt het programma iets onwezenlijks. Maar heel weinig mensen zullen er naar kijken, misschien wel niemand. Wachten voor een rood stoplicht op een leeg kruispunt, een sproeiende fontein in de regen, een pisbak in een museumzaal, dada. Als het spel even stilvalt door een blessure, zap ik altijd om te horen waarom het niveau van het damesvoetbal de laatste jaren zo verheugend gestegen is.

NRC\Handelsblad, 23 juni 2000 © Max Pam

  Zie bovendien in de rubriek Maar Mijnheer een boze ingezonden brief van de heer H. Groen van Focus Conferences BV.


terug naar de inhoudspagina