Desmet live

Boeken / Cd's / Video's / Media activiteiten

Elke vrijdag tussen 18.00 en 20.00 ben ik op Radio 5 te horen bij Theodor Holman in Desmet live.

Dan komen dit soort kwesties aan de orde:

Voordat wij God de schuld geven, moeten wij eerst weten of God bestaat. Bewijzen daartoe zijn er in alle vormen en maten. Sommige bewijzen zijn elegant, bijvoorbeeld het bewijs van Bin Laden. Ik zou voor het bestaan van Bin Ladens God geen beter bewijs kunnen verzinnen dan de vernietiging van de Twin Towers. Bij de organisatie van de aanslag had van alles mis kunnen gaan, maar niets ging mis. Je kunt dat gerust een goddelijk wonder noemen.
Een van de beroemdste godsbewijzen is het ontologisch godsbewijs van Anselmus van Canterbury (1033-1109). Zijn credo ut intelligam – ik geloof opdat ik begrijp – ging ervan uit dat het hoogste dat de mens kan bedenken ook werkelijk moet bestaan. Dat iets niet bestaat, is niet voor te stellen. De tegenwerping dat wij ons een eenhoorn wel degelijk kunnen voorstellen, wordt beantwoord met de tegenwerping dat de eenhoorn bestaat uit delen die in de werkelijkheid wel bestaan.

Op de vraag hoe wij God ons moeten voorstellen, antwoordde Anselmus dat wij daarvoor op zoek moeten naar Zijn eigenschappen. Zo is God omnipotent en overal aanwezig. Allah is groot, Allah is machtig, hij heeft een lul van één meter tachtig, heet dat in de volksmond. Dat God overal is, vindt Bin Laden ook. Op een videotape zegt hij dat God hem van alles influistert, maar dat Hij dat ook doet aan de andere kant van de wereld. In Amsterdam bijvoorbeeld, waar volgens Bin veel mensen na de aanslag moslim zijn geworden.

Desmet live.jpg

Dan heb je het kosmologisch godsbewijs. Dat gaat ervan uit dat alles oorzaak en gevolg heeft en dat er derhalve ook een eerste oorzaak moet zijn. Dat die eerste oorzaak eigenlijk ook weer een oorzaak zou moeten hebben, ligt voor de hand. Ergens moet iets beginnen, maar aan de andere kant verzet het gewone verstand zich ook tegen een gebeurtenis zonder oorzaak. Dat de Towers zonder aanleiding kunnen instorten, valt in het dagelijks leven niet te accepteren. God dobbelt nu eenmaal niet. Toch heeft Einstein geen gelijk gekregen en lijkt het erop dat het causaliteitsprincipe vooral bijgeloof is geworden.

Dat brengt ons bij een godsbewijs dat me altijd sympathiek is geweest, het Quia Absurdum. Het bestaan van God moet wel waar zijn, omdat het allemaal zo absurd is. Een mens kan zoiets niet bedenken, dus moet het door God bedacht zijn. Ergo God bestaat. Dit is typisch een godsbewijs van ongelovige honden, daar mag een vliegtuig bovenop.

Tenslotte heb je het ethisch godsbewijs. Zonder God geen goedheid, geen waarden en normen. Het kwade daarentegen is afkomstig van de mens, die er een potje van maakt. Een variant op dit standpunt kom je tegen in de sport. De winnaar wint dankzij God, maar de verliezer moet het zichzelf verwijten. Flauw, want het is ook nog zo geregeld dat er altijd meer verliezers zijn. Zoals er ook altijd meer kwaad is dan goed.