Change! Yes we can!

Beweringen en bewijzen

Het was een ouderwetse verkiezingsnacht met een charismatische winnaar en een waardige verliezer. Met opgetogen kiezers die lang opbleven en met bedroefde kiezers die snel de boel opruimden. Eigenlijk was er maar één Amerikaan die gisteravond werkelijk voor gek stond en dat was Shelby Steele.

Shelby Steele.bmp

Die heeft net als Obama een blanke moeder en een zwarte vader en die is net als Obama een intellectueel. Hoogleraar te Stanford, scherp en intelligent, maar bovenal de auteur van het boekje: Barack Obama, A Bound Man. Why We Are Exicited About Obama and Why He Can’t Win.
De uitgever van de Nederlandse vertaling voelde een paar maanden geleden al nattigheid, want die maakte ervan: Barack Obama, waarom iedereen van hem wil houden en wat zijn opkomst betekent.

Shelby heeft zich geëxcuseerd voor zijn apodictische voorspelling. Hij noemde zichzelf dom. Maar misschien had hij gewoon pech en zou de uitslag anders zijn geweest als de kredietcrisis niet was uitgebroken. Nu was Obama de juiste man op de juiste plaats. En op de juiste tijd, zoals hij zelf zei.

Dat is trouwens een van de moeilijkste dingen: ergens op de juiste tijd te zijn. De tijd duwt je voort met zachte dwang en ineens is er het moment waarop alles samenvalt. Pas later blijkt dat je door die gesloten spoorwegovergang of door de wegenwacht die juist langskwam toen je met een lekke band stond niet te vroeg en niet te laat kwam, maar precies op tijd.

Obama en veel van zijn aanhangers zullen er de hand van God in zien.

Obama is niet alleen een begenadigd spreker, hij is ook begenadigd autocuelezer. Je denkt dat hij zijn prachtige volzinnen paraat heeft en je ziet bijna niet dat hij zijn toespraken voorleest van kleine schermpjes. Over die techniek beschikte John F. Kennedy nog niet. Die moest vaak improviseren en was daarom geestiger. Maar Kennedy leefde in een tijd dat je als president nog vreemd kon gaan met een filmster.

Obama, change.bmp

Het toverwoord van Obama is change, dat hij met grote regelmatig gebruikt in combinatie met: “Yes we can!”. Het briljante van zijn campagne is dat nooit echt is uitgesproken wat precies moet worden veranderd. De veranderingen zijn bewust in het vage gelaten, zodat iedereen die naar eigen smaak kan invullen.

In mijn jeugd werd een liedje gezongen dat Het ding heette. Het eerste couplet gaat zo: “Ik liep eens op het stille strand/ van Zandvoort aan de Zee/ toen zag ik plots een grote kist/ die in de branding lee/ ik viste ‘m op, keek erin/ en raad eens wat ik zag?/ Ik zag een knots van een …XXX… die in dat kistje lag!”.

Die …XXX… verbeeldt een luid tromgeroffel, waardoor je net niet kunt horen wat erin die kist ligt. Het lied is erg lang en in elk nieuw couplet mag weer iemand anders in de kist kijken. Maar telkens als de onthulling nabij is, zetten de drums hun boemerdeboem in, zodat wij aan het eind nog steeds niet weten wat zich in de kist ophoudt.

Het lijkt wel of Obama die kist van het stille strand opgepikt en ermee langs de Amerikaanse bevolking gegaan. Individueel denkt iedere Obama-kiezer te weten wat erin zit: gezondheidzorg, rassengelijkheid, verdeling van welvaart, werkgelegenheid, belastingverlaging, enzovoort. Maar Obama zelf heeft dat allemaal nooit zo duidelijk gezegd. Integendeel, telkens als het expliciet dreigde te worden, liet hij de drums roffelen. Een zekere vaagheid is inherent aan het politieke bedrijf, maar het is een nieuw fenomeen dat een politicus in een campagne kan scoren door wel verwachtingen te scheppen, maar bewust elke concrete uitspraak uit de weg te gaan.

In dat opzicht is Obama het tegendeel van Pim Fortuyn, die op de kiezers indruk trachtte te maken met zijn uitspraak: “Ik zeg wat ik denk en ik doe wat ik zeg”. Fortuyn liet dan ook zijn emoties regelmatig de vrije loop. De beelden van zijn huilpartij, die later werden vrijgegeven, maakten duidelijk dat hij volkomen ongeschikt was om een leidinggevend positie te bekleden. Als columnist en debater stond hij zijn mannetje, maar Fortuyn als premier zou niet lang hebben geduurd.

Obama daarentegen leidt een zo gedisciplineerd leven dat het soms lijkt alsof hij ontdaan is van elke emotie. Op een slippertje is hij nooit betrapt en anders dan bij Fortuyn is het uitgesloten dat hij ooit in een darkroom wordt aangetroffen. Hij is zo keurig, er is werkelijk niets op hem aan te merken. Shelby Steele noemt Obama terecht “de iconische neger” – de zwarte die alles goed moet doen, omdat hij een model is geworden van een hele groep. Meer dan met Martin Luther King – die wel vreemd ging – vergelijkt Steele hem met Sidney Poitier, de eerste zwarte acteur die in Hollywood grote karakterrollen speelde.

Zelf is Obama zich zeer bewust van zijn positie en heeft zijn hele bestaan daarop aangepast. Hij is te slim om zich te laten vermoorden. Wij gaan veel plezier aan hem beleven.

Stille strand.bmp


de Volkskrant, 6 november 2008