Een godverdomse kloefkapper

Boeken etc

Godverdomse dagen op een godverdomse bol
Dimitri Verhulst
Uitgeverij: Contact
Sterren: * *

Laatst zag ik Dimitri Verhulst in De Wereld Draait Door en ik begreep onmiddellijk: een televisiepersoonlijkheid. Hij is iemand die kijkers kan amuseren door met het gezicht van de droogkomiek cynisch klinkende teksten voor te lezen.

Dimitri Verhulst2.bmp

Een beetje Hans Dorrestein, maar met veel meer sex-appeal. Niet lang na zijn optreden stond Godverdomse dagen op een godverdomse bol, het nieuwe boek van Verhulst, bovenaan op de bestsellerslijst. Het televisieblad Humo had al de richting aangegeven.

Die stopte 320.000 keer een gratis exemplaar bij het nummer, zeer tot ongenoegen van de Vlaamse boekhandels die daardoor een grote omzet misliepen.

Maar Humo-hoofdredacteur Jörgen Oosterwaal was erg enthousiast en zei: “Wij doen wat een minister van Cultuur eigenlijk zou moeten doen, door een tamelijk ernstig literair boek naar een groot publiek te brengen”. En wie vond dat literatuur en commercie zo te veel met elkaar werden vermengd, gaf hij de raad: “Probeer eens andere pillen, wees wat vrolijker”.

Een opmerkelijke raad bij een boek dat slechts deze filosofie uitdraagt: het was niks, het is niks en het wordt niks.
Helaas werden niet alle Nederlandse literaire recensenten vrolijker van het boek. In de Volkskrant sprak Arjan Peters van een “vlakke treurzang” en in Het Parool deelde Arie Storm mee dat de Godverdomse dagen, etc beslist geen inhoud had waarvan hij van zijn stoel was gevallen.

Daarom de raad ter harte genomen en andere pillen geslikt.

In Godverdomse dagen op een godverdomse bol beschrijft Dimitri Verhulst de geschiedenis van de mensheid van het begin tot nu in 186 pagina’s. Dat is een vluggertje en als je het boek uit hebt, ben je dan ook behoorlijk uitgeput. De inhoud van Godverdomse dagen op een godverdomse bol is tamelijk eenzijdig.

Godverdomse dagen op een godverdomse bol.bmp

Ik schreef het al en het kan niet genoegzaam herhaald worden: het was niks, het is niks en het wordt niks.

De mens – slechts aangeduid met het eenvoudige ‘t’ – heeft er nooit iets van terecht gebracht en hij zal er nooit iets van terecht brengen. Bij het lezen van deze aanklacht moest ik voortdurend denken aan deze observatie van Harry Mulisch: “De mens draagt zijn hele leven een luier vol kak, die niet wordt verschoond”. Dat is ontegenzeggelijk een ware uitspraak, maar Mulisch zei daar ook nog bij dat een auteur, die niet verder komt dan het beschrijven van die luier vol met kak, snel is uitgepraat.

Dimitri Verhulst is dat een zorg geweest; hij heeft die luier met kak volledig uitgemolken.

Een pisbak siert de omslag en binnen in treedt de mens regelmatig op als schijtend wezen dat over geen drukkere uitgang beschikt dan de anus. Die vaststelling leidt dan weer onverbiddelijk tot de conclusie dat de wc-pot, na de atoombom, de belangrijkste uitvinding is die de mens heeft gedaan.

De pillen beginnen te werken, dus kan ik daar wel om lachen.

Ook vanwege het gezellige Vlaams waarin Godverdomse dagen op een godverdomse bol is geschreven, denk je voortdurend dat dit het mensbeeld is van iemand die aan de stamtafel in Zottegem een pintje zit te drinken. De auteur verklaarde op de televisie dat hij nogal wat research heeft verricht en dat geloof ik graag.

Een klein voorbeeld: “’t Laat daar z’n baard groeien en bevlooien en is content dat ’t zich voor niks of niemand nog moet wassen of scheren. ‘ Laat er luide winden zonder pardon te zeggen en ’t ringt er mediterend de dagen aaneen zonder ook maar één keer op te staan om te pissen. Heeft ’t iets vandoen om z’n meditatie verder te zetten, want voor niks gaat werkelijk nog niks, zelfs het niksen niet, dan knoopt ’t tapijtje of vlecht ’t een matje van z’n haar en verkoopt dat aan de immer toevallige passent, nadat die laatste tenminste is bekomen van het verschot. Okee, ’t heeft weliswaar niet vies te zijn van een spinnenkop als maaltijd, maar ’t hoeft alleszins geen toneelstukken en geen beeldhouwwerken aan zijn hoofd, geen oorlog en geen belastingen”.

Enzovoort, enzovoort.

Zo gaat het eindeloos door in een raar taaltje, dat een geschreven Vlaams schijnt te zijn. Veel variatie is er niet. ’t Gaat over de mens, maar er komt eigenlijk geen mens in voor. Veel hoop is er ook niet, want naast het Hollandse poepen gaat het over het Vlaamse poepen, dat wil zeggen over de geslachtsdrift. Die wordt bedreven met weer een andere menselijke uitgang. U zult begrijpen dat ook aan dat gat niet al te veel vreugde aan te beleven valt. Tenzij je een viagra-pil neemt natuurlijk.

De boodschap luidt dat wij beslist niet buiten onze schoenen moeten lopen, want het is zoals Verhulst vermeldt: “Had ’t soepeler buikspieren gehad, ’t had zijn eigen fluit er allang afgebeten. Was ’t meteen ook van veel miserie verlost. Nu zit ’t daar concupiscent gaande naar god te verlangen met een stijve fluit en een natte schuif”.

In de visie van Verhulst is er evenmin heil te verwachten van het geloof. Religie levert alleen maar maagden en martelaren op, die zichzelve bij hun beul komen aangeven onder de uitroep: “Sla mij, nagel mij aan een balk, beschimp mij, verneder mij, laat mij astublieft latrines proper likken, doe mij toch dood”.

Soms gaat het proza van Verhulst mij in al zijn diepzinnigheid te pet te boven, zoals op pagina 182, wanneer het boek zijn hoogtepunt en de mens zijn dieptepunt nadert. Er staat dan geschreven: “Te trage werkers of kloefkappers die hun vijzen niet hard genoeg aanschroeven, bindt ‘t, truc uit de oude doos, een blokje hout tussen de tanden tegen het al te luidruchtig schreeuwen (daar kan ’t namelijk niet goed tegen, tegen dat schreeuwen, hun prostituees schieten daar soms wakker) en hangt ’t op”.

Ik bedoel maar: zie de mens en zie Dimitri Verhulst.

Hij was te gast in de eerste aflevering van het nieuwe boekenprogramma Iets met boeken. Of het met Verhulst iets wordt als schrijver zou ik echt niet kunnen zeggen, maar dat hij een geboren televisiepersoonlijkheid is, is wel zeker.

HP\De Tijd, 31 oktober 2008