Ontevreden roker is onruststoker

Invallen

Op de dag dat dit nummer uitkomt, vindt in Almere de zogenaamde “wiettop” plaats. Afgelopen woensdag heeft minister Klink van VWS met vertegenwoordigers van de Horeca gesproken over de toenemende chaos rond het rookverbod.

Wiet.bmp

Ongeacht de uitkomst van die bijeenkomsten, is het duidelijk dat de overheid worstelt met twee problemen, waartoe alle andere problemen te herleiden zijn. In de eerste plaats voert de overheid een strijd tegen het genot. Als mensen niet zo van hun saffie zouden houden, zouden zij ook niet zo verslaafd zijn aan roken.

Vijftig jaar lang luidde de slogan: “Een tevreden roker is geen onruststoker”.
Het is nu zo ver gekomen dat de roker is overgegaan tot het middel van de burgerlijke ongehoorzaamheid. Overal in het land nemen rokers – en in hun kielzog de caféhouders – het recht in eigen hand en daarbij de boetes voor lief. Ze overtreden de wet en voelen zich daar wel bij. De slogan dat “roken dodelijk is” lappen zij aan hun laars. De overheid wordt uitgedaagd en de minister te kijk gezet als een betuttelaar.

Kan Klink het zich permitteren deze strijd te verliezen, of gaat hij het aantal controleurs verhonderdvoudigen, zodat hij kan toeslaan zodra een cafébezoeker er eentje wil opsteken? Ik houd de adem in.

En dan is er het jointje. Als mensen niet zo van hun jointje zouden houden, zouden zij ook niet zo verslaafd zijn aan drugs. Dan zouden er geen coffeeshops zijn, geen methadonbussen en geen drugscriminaliteit. Er zou geen buurtoverlast zijn, geen bedreigde jeugd en geen illegale wietplantages. Maar helaas. Mensen willen het dagelijkse verdriet en de dagelijkse tegenslagen wel eens vergeten, en dus steken zij een jointje op. Dan zijn ze even in hogere sferen en zij genieten ervan.

Behalve een strijd tegen het genot voert de overheid in de tweede plaats een strijd vóór de maakbare samenleving. Er kan niet meer worden gedoogd, betoogt het CDA, er moet worden ingegrepen. Stoere taal, maar de CDA-politici weten ook wel dat het niet gaat helpen. De coffeeshops kun je sluiten, je kunt een cordon om het land leggen, maar het menselijk genot is niet uit te roeien. Het is net als prostitutie. Wij kunnen de gordijnen sluiten, hoeren in een opvoedingsgesticht stoppen, maar er zullen altijd mannen zijn die achter hun genotstick blijven aanlopen.

En het is net als bij alcohol. Als de overheid eerlijk is, zou ze moeten toegeven dat het gebruik van alcohol niet zo slecht is als gebruik van nicotine of wiet. Voor jongeren is drinken vermoedelijk nog slechter dan roken, maar ook voor ouderen vormt alcoholverslaving een probleem.

Naar analogie van het meeroken zou minister Klink eigenlijk ook het meedrinken moeten verbieden. Wat betekent dat voor de praktijk? Dat het geven van een rondje bij wet moet worden verboden. Een biertje bestellen voor jezelf kan nog net door de beugel, want dan schaadt je alleen je eigen gezondheid, maar wie anderen door middel van een rondje verleidt tot het gebruik van alcohol wordt voortaan strafbaar. De rondjesgever krijgt een boete en de rondjesnemer krijgt een waarschuwing plus een preek.

Dat zal ze leren!

Hebben wij het trouwens al over snoep gehad? Overgewicht is erg ongezond en het wordt hoog tijd dat de overheid ook hier het gedoogbeleid op de helling zet. Vooral tegen Sinterklaas moet er hard worden ingegrepen. Ik pleit voor een anti-genotspolitie.

Binnenlands Bestuur, 21 november 2008