Stomiteit-Hofland

Maar meneer

Reageren, mits serieus, kan onderaan de pagina bij Maar Meneer. Ook voor aanvragen lezingen en optredens.

Hieronder de reactie van Henk Hofland op mijn stukje over Willem Oltmans in Het Parool van 15 november 2008).

Henk Hofland.bmp

Beste Max,

In je column ‘Willen Oltmans, de tragische mug’ schrijf je over ‘de affaire-Hofland’. Misschien was het beter geweest als je het ‘de stommiteit-Hofland’ had genoemd. Lang geleden heb je het er ook al eens over gehad, nadat ik in de Haagse Post een stukje had geschreven, ‘Schandaalkunde’.
Je vond mij toen een deskundige op dat gebied.

Dat was goed gezien. Als het het centrum bent van een schandaal, ontdek je dat je lichaam te klein is om de trappen van alle fatsoensrakkers in ontvangst te nemen.

Deze affaire speelt zich af begin 1972. Ik was redelijk bevriend met iemand die de pr van het Hilton deed, Marianne Coldewey. Die kende veel meer journalisten; dat was haar vak. Op een avond gaf Oltmans een partijtje waarvoor hij ook de Sowjet-ambassadeur had uitgenodigd. Marianne en ik waren aan het praten in de Hilton bar. Ik zei: ga mee naar dat partijtje. Goed. Daar verschijnt Zonneveld. Mag die mee? Vooruit maar. Met ons drieën vertrekken we naar ergens Amsterdam Noord, bellen aan. O. doet open. Ha Henkie. Maar wie zijn die lui? Dit is Marianne en die man is een lifter, onderweg meegenomen.

O.: Hahaha.

We gaan naar binnen. Het is een suf partijtje. Maar intussen kiekt Zonneveld – wat ik niet zie – zich een ongeluk. Naar huis. Zonneveld heeft intussen zijn werk gedaan. De volgende ochtend staat op de voorpagina van de Telegraaf een grote foto van de Sowjet ambassadeur op het partijtje bij Oltmans. Je moet weten dat de Telegraaf Oltmans haatte, vanwege Soekarno, Nieuw Guinea, enz. Alle kwesties waarin Oltmans gelijk had. En leden van de Sowjet ambassade mochten niet verder dan dertig kilometer van Den Haag.

Hoe heeft Zonneveld die foto’s kunnen maken? Ja, door Hofland meegenomen. Het schandaal heeft zijn momentum gekregen, valt niet meer te stoppen. Oltmans klaagt de Telegraaf aan. Er komt een rechtszaak met A.A.Abspoel als officier van justitie. Zonneveld is de verdachte, en ik ben een getuige. Zonneveld wordt voorwaardelijk veroordeeld. Ik treed op ‘dringend aanraden’ van Pluygers af als hoofdredacteur. Op 42-jarige leeftijd begint HJAH aan een nieuwe carrière die niet slecht verloopt.

Nu schrijf je: “Hofland kwam ‘als vriend’ op bezoek, maar smokkelde een fotograaf van De Telegraaf naar binnen, zodat de volgende ochtend alles op straat lag.” Je vergissing ligt in het zodat. Daaruit zou kunnen blijken dat Zonneveld en ik aan een samenzwering bezig waren.

Je denkt toch niet dat een hoofdredacteur van NRC Handelsblad ten behoeve van De Telegraaf Oltmans erbij zou willen lappen?

Ik stond al zwak binnen de krant. Pluygers voerde een geheime oorlog tegen me. Ik zal wel aankomen dat ik die op den duur zou verliezen. In januari 1970 ben ik in het Hollands Maandblad met Tegels lichten begonnen. Dat was al een daad van indirect verweer. Daarover heb ik je op 23 juni 2007 een uitvoerige mail gestuurd. Het schandaal met Oltmans was Pluygers meer dan welkom.

De vriendschap met Oltmans is later hersteld. Intussen heb ik met Edwin Oden gepraat. Hij heeft mijn medewerking. En of Oltmans een eenmotorige mug was? Tragisch was hij wel, maar een mug zou ik hem niet noemen. In alle opzichten was hij een hoogst ongebruikelijke, moedige en energieke eenling. Zijn nadeel was dat hij niet kon schrijven.

Groet,

Henk Hofland.