Wat hebben Sexbierum, Calcutta, Kontich en Aarselaar gemeen?

HUMAN

CRISTEN UNIE VINDT SEXBIERUM EEN VIEZE PLAATSNAAM; OF TOCH NIET?

Interessant is de Werdegang van het volgende bericht dat via de Volkskrant door Elsevier werd opgepikt

ChristenUnie-raadslid Kor Stelma in de gemeente Franekeradeel wil af van de plaatsnaam Sexbierum.

‘Van een ChristenUnie-raadslid wordt wel gewaardeerd dat hij de puriteinse normen onderstreept’, aldus Stelma afgelopen vrijdag.

Seksbierum3.bmp

De plaatsnamen in de Friese gemeente Franekeradeel zijn officieel in het Nederlands. Dat betekent dat in telefoonboeken, paspoorten en in atlassen de Nederlandse naam wordt afgedrukt.

Zeven van de 31 Friese gemeenten hebben de Friese plaatsnamen als officiële namen in gebruik. De gemeenteraad van Franekeradeel besluit begin volgend jaar of ook daar de plaatsnamen Fries worden.

Stelma is voorstander om de Friese naam voor Sexbierum – Seisbierrum – te gebruiken. ‘Dan zijn we eindelijk van dat rare Sexbierum af,’ aldus Stelma.

Overigens heeft Sexbierum niets met seks, bier en rum te maken. ‘Sex’ betekent ‘zes’ en ‘bierum’ is een ander woord voor terp.

Tsja, zouden ze bij de Christen-Unie ook al verzoeken tot naamsverandering hebben gestuurd naar Calcutta, Connecticut, Kontich en Aarselaar, om maar eens wat te noemen. En wat doen wij met mensen die Uytenbroek heten?

seksbierum.bmp

De volgende dag kwam echter de volgende update:

Stelma en woordvoerder Sjirk Kuijper van de ChristenUnie doen het voorval op volkskrant.nl af als een grapje. Het artikel op elsevier.nl – Kuijper noemt Elsevier een vanouds oerdegelijk medium – bewijst volgens Kuijper ‘hoe hysterisch de media op de partij reageren’.

‘Dat christenen humor kennen en zelfs iets van zelfspot kunnen tonen, is kennelijk te ongerijmd om in hun denkkader te passen.’

Gelooft u dat?

Ik eigenlijk niet. Dat ze bij de Christen-Unie zelfspot hebben, klinkt inderdaad heel ongerijmd. Ik denk eerder dat ze een beetje geschrokken zijn van de reacties en toen gauw hebben gezegd dat het maar een geintje was.

MOHAMMED BESTOND NIET, ALDUS PROFESSOR MUHAMMAD KALISCH

Wat denkt u wat er gebeurt als de professor dat inderdaad heeft gezegd?

Doodsbedreigingen aan zijn adres, uiteraard.

Pikant detail daarbij: Kalisch is zelf een bekeerling. Sven Kalisch werd op zijn vijftiende moslim. Hij sloot zich toen aan bij de sjiitische Zaïdieten, een minderheidsgroep die vooral in Jemen voorkomt. Het is overigens een bekend verschijnsel dat etnologen die een bepaalde geloofsgroep willen bestuderen, zich laten bekeren om zo hun werk beter te kunnen doen. Vriend en vijand zouden het intellectuele niveau van Kalisch prijzen.

Kalisch.bmp

Dit is het bericht:
De Münsterse hoogleraar Muhammad Sven Kalisch verwijt moslimorganisaties in zijn land dat ze de uitdaging van een historisch-kritische theologie uit de weg gaan.

Hij zei dat nadat de overkoepelende moslimorganisatie in Duitsland (Der Koördinationsrat der Muslime KRM) studenten had afgeraden nog langer bij Kalisch te studeren. De KRM trok zich bovendien terug uit een raad, die was verbonden aan het door Kalisch geleide ’Centrum voor religieuze studies’.

Gisteren zeiden moslimorganisaties in een reactie op de kritiek van Kalisch dat ze niet tegen wetenschappelijke vrijheid zijn, maar het te ver vinden gaan dat Kalisch de historiciteit van de profeet Mohammed openlijk betwijfelt.

Volgens Kalisch is het niet wetenschappelijk te bewijzen of Mohammed wel of niet heeft bestaan. Zelf neigt hij er toe om te denken dat hij niet heeft bestaan.

De universiteit van Münster staat pal achter Kalisch, zo heeft de rector laten weten. Maar van de wetenschapsminister van de deelstaat Noordrijn-Westfalen, Andreas Pinkwart van de liberale FDP partij, lijkt Kalisch minder steun te krijgen. Hij zei: „We willen een opleiding tot leraar islam, die erkend wordt door de islamitische organisaties zodat de opgeleide leraren ook op scholen hun werk kunnen doen.”

Leden van moslimorganisaties bestoken nu hun leiders met de vraag waarom ze zo lang hebben gewacht met de breuk want de opvattingen van Kalisch waren bekend.

Extra pijnlijk voor moslim is dat Kalisch zelf moslim is en in de ogen van velen zich schuldig maakt aan geloofsafval. Kalisch is 42. Hij is van protestantse komaf. Op zijn vijftiende werd hij moslim. Hij sloot zich aan bij een minderheidsgroep, de sjiitische zaidieten, die vooral in Jemen voorkomen. Vriend en vijand prijzen zijn intellectuele niveau.

Tot 2004 werkte hij aan de universiteit van Hamburg. In 2004 kreeg hij in Münster de leerstoel ’religie van de islam’. Hij ontwikkelde een curriculum voor toekomstige leraren islam.

Bij zijn aantreden zei hij dat er geen taboes waren. Hij wilde zich bijvoorbeeld bezighouden met het leerstuk van afvalligheid. Volgens orthodoxe opvattingen verdient een afvallige de doodstraf. Er zijn landen waar die straf wordt toegepast, zoals Iran. In dat verband wees Kalisch erop dat er een spanning kan ontstaan tussen orthodoxie en de Duitse grondwet.

Wij zullen voor hem bidden.

DS. G. H. KERSTEN GING ANDRÉ ROUVOET VOOR

De gezinsminister André Rouvout komt niet naar het televisieprogramma Buitenhof, omdat hij zijn zondagsrust wil eerbiedigen. Al eens eerder is al opgemerkt dat hij des zondags wel naar Friesland reist, om daar een kerkdienst te volgen. Mag dat dan wel? Rouvoet moet dat natuurlijk helemaal zelf weten, maar hoe zit het met zijn chauffeur die natuurlijk minder keus heeft om op zondag niet te rijden?

Enfin, waar maak je je druk over?

Toch vond ik aardig om deze week in het Reformatorisch Dagblad een anekdote over ds. G.H. Kersten te lezen. Kersten was na de Eerste Wereldoorlog de leider van de SGP in de Tweede Kamer. Hij was de man die een amandement aangenomen kreeg dat het pauselijke gezantschap in Nederland afschafte. De kwestie leidde tot de val van het eerste kabinet-Colijn.

Kersten.bmp

Dit is de anekdote:

Christenen hebben in de loop van de geschiedenis een verschillende invulling aan de zondag gegeven. In 1932 ontstond een rel omdat SGP-voorman ds. G. H. Kersten zijn eigen zondagswet ’overtrad’. Hij liet zich per auto vervoeren.

De lutherse predikant ds. B. E. J. Bik las in de krant dat ds. Kersten zondagmiddag om vijf uur zou preken in Gouda en ’s avonds om halfacht in Stolwijk. Hij vroeg zich af of zijn collega te voet van Gouda naar Stolwijk zou gaan. Bik kon het nauwelijks geloven, want ds. Kersten preekte lang en de wandeling duurde wel anderhalf uur. Hij besloot de predikant te volgen en ontdekte dat deze zich na afloop van de middagdienst naar een donker hoekje in de Goudse binnenstad begaf. Daar stond een auto met chauffeur te wachten, die hem naar Stolwijk reed.

Het verslag van Bik, gepubliceerd in een regionale krant, bracht ds. Kersten in een lastig parket. Als lid van de Tweede Kamer namens de SGP vroeg hij voortdurend om strengere zondagsheiliging. Nu zeiden zijn tegenstanders in de Kamer dat hij huichelde en z’n eigen wetten schond. Ds. Kersten wist zich niet goed raad met het verwijt. Hij zei dat Voetius aan zijn zijde stond en dat z’n kwelgeesten „kinderachtig” bezig waren. Dat woord werd toen nog niet gebezigd in het parlement, zodat ds. Kersten tot de orde werd geroepen.

Kwelgeest is natuurlijk wel een schandelijk woord.