Sommige problemen lijken onoplosbaar, maar soms gebeurt het dat de oplossing voor het grijpen ligt als je er op een ander manier naar kijkt. Out of the box denken, heet dat tegenwoordig. Einstein was er een meester in en veel goeroes zijn sindsdien in zijn voetsporen getreden.
Zelf had ik zo’n verlicht moment van out of the box denken, toen ik deze zaterdag NRC Weekend tot mij nam. Op de pagina’s 4 en 5 werd een ogenschijnlijk onoplosbaar probleem aangesneden, terwijl die op de pagina’s 16 en 17 in één klap werd opgelost. Probleem en oplossing waren onafhankelijk van elkaar gepresenteerd, maar wie zichzelf een onbevangen blik gunde zal de onderlinge samenhang hebben opgemerkt.
Op 4 en 5 werd het probleem van de gaswinning in Groningen besproken. Vanwege de aardbevingen zou men helemaal met boren moeten stoppen, maar dat is een kolossale aanslag op de schatkist die men in deze tijden van crisis niet kan lijden. In het stuk wordt Diederik Samson aldus geciteerd: “Wij hebben een alternatief voor aardgas nodig. Nu”. De wanhopige urgentie zit hem in het woordje “nu”. Die heeft zijn echo’s in de rode jaren van weleer, toen je op spandoeken kon lezen: “Hogere lonen, lagere prijzen. Nu!”. Of: “Werk voor allen. Nu!’.
Nu! Of ik bega een ongeluk!
Jaren lang is de PvdA van Diederik Samsom niet alleen in het Noorden een machtige partij geweest, maar ook in Den Haag, dus je vraagt je af of ze met dat “Nu!” niet twintig jaar eerder hadden kunnen komen. Toch is Groningen nog altijd niet verloren, tenminste als politici bereid zijn out of the box te denken.
In een adembenemend stuk van Marcel Haenen wordt op pagina 16 en 17 de toestand geschetst in een andere Nederlandse provincie. Dankzij de wietteelt groeit en bloeit de economie van Brabant en omstreken. Volgens de universiteit van Tilburg wordt jaarlijks in Brabant tussen de 728 en 884 miljoen euro aan wiet omgezet. Het meeste daarvan is pure winst, want dat verdwijnt in de export. Of zoals de burgemeester van Tilburg het zo treffend opmerkt: “Het gaat om zulke hoeveelheden dat anders iedere Tilburger zich de hele dag suf zou moeten blowen om het op te krijgen”.
De honderden miljoenen die in Brabant worden verdiend, komen zo om en nabij overeen met het bedrag dat de overheid aan herstelwerkzaamheden in Groningen moet pompen. De oplossing dringt zich – nu! – als het ware vanzelf op: laat Groningen meeprofiteren van de lucratieve handel in wiet en andere drugs.
De enorme voordelen van dit plan springen in het oog. Net als Brabanders houden Groningers van hard werken. Dat moet ook wel, want het is vroeg opstaan in de wietteelt. Het vervoer van de hennepplanten pleegt namelijk om 6.45 uur in de ochtend te gebeuren, aangezien de politie om die tijd wisselt van de wacht en dan even geen tijd heeft. Ook wordt door de wietteelt zonder pardon met het werkloosheidsprobleem afgerekend. Zo zijn in Tilburg dagelijks ongeveer 1.900 mensen bezig met het produceren van wiet. Daar zijn de knippers, die planten aftoppen, nog niet bij gerekend. De knippers zijn veelal (huis)vrouwen, in grote getale ingezet wanneer de ladingen binnenkomen. Ongeveer zoals de Britse vrouwen, die tijdens de wereldoorlogen de fabrieken draaiende hielden.
En dan gaat het alleen nog maar om Tilburg. Wie bedenkt dat het epicentrum van de wietteelt vooral in Eindhoven ligt, beseft tegelijkertijd welke aantrekkelijke perspectieven er lonken voor de werkgelegenheid. Daar kan zelfs de fabricage van tienduizend JSF-toestellen niet tegenop! Groningen, waar je genoeg land en boerenschuren hebt, hoeft maar een fractie van de Brabantse wietteelt over te nemen, om weer helemaal boven Jan te komen.
Dankzij de wietteelt is ook de saamhorigheid in Brabant groot. Dat het zo ver heeft kunnen komen, is slechts mogelijk omdat in Brabant het samensmelten van de boven- en de onderwereld, van wit en zwart geld, al decennia aan de gang is. Keurige mannen in pakken, rijdend in leaseauto’s, werken samen met Marokkanen in appartementjes, waar moeder de vrouw ’s avonds nog even de planten komt aftoppen – dit alles zéér ten faveure van de multiculturele samenleving. Er is in het verleden wel eens neergekeken op de Generaliteitslanden beneden de Moerdijk, maar mij lijkt dat ze in Groningen nog veel kunnen leren van Brabant.
Jacques Brel kwinkeleerde over het Vlaanderen Land, maar Bob Dylan dacht aan Brabant toen hij zong: “Everybody must get stoned!”.
de Volkskrant, 29 januari 2014. Zie ook voor reacties.