Doodstraf
Het is geen verdienste om trots op te zijn, maar
na mijn twintigste hebben zich weinig zaken voorgedaan waar ik principieel
anders over ben gaan denken. Met religie en communisme heb ik nooit veel
op gehad. Vrijheid van meningsuiting gaat boven alles. De VVD is niet sociaal
genoeg. Alternatieve geneeskunde is kwakzalverij, het kapitalisme heeft uitwassen
die bestreden dienen te worden, de staat Israël had er beter niet kunnen
zijn, maar nu hij er wel is moet hij blijven bestaan, tolerantie betekent
niet dat men ook respect moet hebben voor de inhoud van andermans
meningen, de liefde maakt het dagelijks bestaan dragelijk, maar er is geen
leven na de dood. Daarnaast houd ik er een groot aantal onwrikbare pseudo-meningen
op na, zoals mooie vrouwen zijn onbereikbaar, goed kunnen biljarten is een
teken van een verspilde jeugd, kale mannen zijn over het algemeen virieler
en Richard Nixon is de grootste Amerikaanse president van deze eeuw. Maar
dat zijn meningen die vooral voor het debat worden gekoesterd. Ze worden
plotseling op tafel gegooid om wakker te schudden, om een ingedut gesprek
een andere wending te geven.
Toch zijn er ook zaken waarover ik de laatste jaren
van mening ben veranderd. Met één daarvan zullen wij de komende maanden tamelijk
heftig worden geconfronteerd, en dat is de doodstraf. Met hun zelfmoordactie
hebben de WTC-daders de doodstraf reeds over zichzelf uitgesproken, maar
het is onvermijdelijk dat ook hun bazen - wanneer zij straks gepakt worden
- de dood tegemoet te gaan. Zij zullen de doodstraf tegen zich horen eisen
en het lijdt geen twijfel dat die straf ook ten uitvoer wordt gebracht als
zij schuldig worden bevonden. Omdat de NATO, en dus ook Nederland, zich aan
de Verenigde Staten heeft gecommitteerd bij het opsporen van de daders, zullen
wij straks verantwoordelijkheid dragen als in Amerika recht wordt gesproken.
Lang ben ik mordicus tegen de doodstraf geweest.
Het leek mij een teken van beschaving dat een staat niet wil straffen op
een manier die juist door diezelfde staat wordt veroordeeld. Een moord voor
een moord is geen oplossing. Zo dacht ik erover, maar toen afgelopen juni
Timothy McVeigh, de uitvoerder van de Oklahoma-bombing, met een injectie
werd omgebracht, voelde ik geen enkele verontwaardiging. Zijn dood leek mij
een even logische als terechte reactie op de daad van iemand voor wie een
mensenleven meer of minder kennelijk niets betekent. Als iemand de doodstraf
moet kunnen begrijpen dan is het wel de moordenaar zelf. Laten wij daarom
de genoegdoening van de nabestaanden prevaleren.
Dat de Amerikanen in meerderheid voor de doodstraf
zijn wisten we, maar dat ook de meeste Nederlanders een (her)invoering van
de doodstraf toejuichen, wist ik in ieder geval niet. Ik las dit feit bij
Gerrit Krol, die in zijn boekje Voor Wie kwaad wil een Nipo-onderzoek
uit 1988 aanhaalt, waaruit blijkt dat 57% van de Nederlandse bevolking voor
de doodstraf is. Mijn intuïtie zegt dat dit percentage sindsdien alleen maar
is gestegen. Toen Krol in 1990 zijn boekje publiceerde, kreeg hij hoofdzakelijk
bagatelliserende kritieken. Die Krol, waar hield hij zich mee bezig? Men
vond het een gepasseerd station, een nutteloze exercitie over een onderwerp
waarvan de uitkomst al van tevoren vast lag.
Maar Krol maakt in Voor wie kwaad wil allerlei
verstandige opmerkingen, vooral over de slachtoffers van misdaden die in
ons strafrecht eigenlijk niets hebben in te brengen. Bovendien merkt hij
op dat het onverstandig is van Amnesty International om zich met de
doodstraf te bemoeien. Veel van Amnesty's bezwaren tegen de doodstraf gelden
ook voor gewone vrijheidstraffen. Amnesty zou een organisatie moeten zijn
die zich inzet voor het lot van politieke gevangenen. Door zich ook
uit te spreken over de straf van gewone criminelen verzwakt zij haar eigen
positie.
Stel nu dat Bin Laden het brein is achter de aanslag
op de WTC-gebouwen, stel dat Bin Laden levend wordt gepakt, ontvoerd en in
de Verenigde Staten moet voorkomen. De gewetensvraag luidt dan: zou u het
betreuren als hij na eerlijk proces ter dood wordt gebracht? U kunt natuurlijk
proberen te ontsnappen door er op te wijzen dat de daad van Bin Laden geen
gewone misdaad is maar een oorlogsmisdaad, en dat Bin Laden zo bezien op
dezelfde manier berecht kan worden als Rauter of Mussert. Maar dan moet ik
u ernstig teleurstellen: ook voor oorlogsmisdaden is in het Nederlands strafrecht
de doodstraf inmiddels afgeschaft. Wie de doodstraf voor één individu goedkeurt,
keurt de doodstraf goed.
NRC\Handelsblad, 14 september 2001
|