{short description of image}


Invallen

Maak een bookmark (Ctrl + D), deze rubriek wordt regelmatig ververst.

13 april 2000

Afscheid Mai Spijkers

        Onlangs nam Mai Spijkers afscheid als directeur van de uitgeverijen Prometheus en Bert Bakker. Ik mag Mai graag. Hij was vanaf het begin een fan van mijn columns en hij heeft altijd goed voor me gezorgd. Voor mensen die kwaad over hem spreken, leen ik van Mai altijd zijn hoed en trek die vervolgens over al die kwaadsprekende hoofden. Bij het afscheid van Mai schreef ik dit stukje:

        Bij Mai Spijkers denk ik aan drie gebeurtenissen.
        De eerste gebeurtenis.
        Ik was nog jong en Mai net redacteur bij Bert Bakker. Ik dacht: ik ben jong en schrijf gedichten. Die gedichten gaf ik aan Mai. Mai vond ze mooi en deed ze in een mapje. Dat mapje ging in een la. Elke maand zou ik een paar nieuwe gedichten schrijven en die aan Mai geven. Mai zou ze vervolgens in dat mapje doen. Als er genoeg gedichten waren, zou hij er een bundel van maken.
        Dat ging twee maanden goed. Toen was er een feestje op de uitgeverij. Het werd laat. Voordat de uitgeverij ging sluiten, sloop ik naar la waar Mai de gedichten bewaarde. Ik deed ze onder mijn jas en nam ze mee naar huis. Daarna heeft niemand het ooit nog over die gedichten gehad.
        De tweede gebeurtenis.
        De voorganger van Mai maakte schulden. Om die schulden te lenigen trok hij niet vorderbare voorschotten af van de royalties. Ook bij mij. Ik werd boos en ging naar Balans. Toen werd Mai directeur. Hij vroeg waarom ik weg was gelopen. Hij schrok toen ik het hem vertelde. Een paar dagen later stond het bedrag dat ik nog te goed had op mijn bankrekening. Mijn volgende boek gaf ik weer uit bij Mai Makker.
        De derde gebeurtenis.
        Ik schreef een feuilleton, De Herenclub, voor de Volkskrant. Daarna kwam de feuilleton uit als boek bij BB. Intussen zette de Volkskrant de feuilleton op CD-rom, zonder me daarover in te lichten, zonder me toestemming te vragen en zonder te betalen. Wel liet ze de bibliotheken 995 gulden per stuk betalen voor de jaargang Volkskrant waar ook mijn feuilleton op stond.
        Ik schreef een brief naar de Volkskrant hoe het zat. Daar kwam geen antwoord op. Toen schreef ik nog een brief naar de Volkskrant hoe het zat. Daarop antwoordde de proleet die Pieter Broertjes heet dat er voorlopig niet betaald zou worden. Er waren allemaal processen aan de gang, daar moest ik maar op wachten. Vijfentwintig jaar mijn stukjes keurig op tijd ingeleverd en dan als een schooier behandeld te worden. Dat gebeurde al weer bijna een jaar geleden.
        De Volkskrant, onderdeel van Perscombinatie\Meulenhoff, heeft nog steeds betaald.
        Ik vroeg aan Mai of hij als de uitgever van BB voor mij in het krijt wilde treden. Per slot was een boek van zijn uitgeverij gestolen. Wat dacht hij van een kort geding, bijvoorbeeld.
        "Ahem", zei Mai, "ahem".
        Mai zei "ahem", omdat BB ook tot Perscombinatie\Meulenhoff behoort en omdat Mai kort daarvoor als directeur was opgenomen in de hoofddirectie van Perscombinatie\Meulenhoff. Moest hij als directeur van de uitgever BB gaan procederen tegen de hoofddirectie van PCM, waar hij zelf lid van zou worden?
        "Ahem", zei Mai, "ahem".
        Hij voelde er weinig voor. Wel rekende hij mij voor dat ik die CD-rom moest zien als een bloemlezing. Hoeveel stukken stonden er wel niet op die CD-rom. Honderdduizenden? Tsja. Wat bleef er dan aan royalties nog over voor al die auteurs? Misschien een paar dubbeltjes.
        Men ziet het, Mai is een echte uitgever. Hij zal het heel goed doen, daar in de hoofddirectie van PCM.

Amsterdam, februari 2000


Max Pam


29 maart 2000



Brief aan Theo van Gogh


Amsterdam, 28 maart 2000

Beste Theo,
Stel, je hebt twee mensen. De een heet Raoul Heertje en de andere heet Wilma de Rek. De ene is een vrije geest, die regelmatig in een programma getiteld, Het Laatste Oor, zijn vrije onafhankelijke mening geeft. De andere is redactrice van de Volkskrant, een blad dat rustig schrijft dat Theo van Gogh vrouwen wil verkrachten en dat vervolgens het allerallerkleinste lettertje uitzoekt om te rectificeren. Stel nu eens dat iemand aan je vraagt: aan wiens oordeel hecht je het meeste belang? Aan dat van Raoul Heertje die zijn mening pleegt te geven in een programma getiteld, Het Laatste Oor, of aan een redactrice van de Volkskrant, het blad dat rustig schrijft dat Theo van Gogh vrouwen wil verkrachten en vervolgens het allerallerkleinste lettertje uitzoekt om te rectificeren.
        Heertje of De Rek?
        Heertje of Broertjes?
        Heb je de Volkskrant van zaterdag 25 maart gelezen? Daarin zegt Wilma de Rek zo ongeveer wat jij vindt en Raoul Heertje zo ongeveer wat ik vind. Niet helemaal trouwens in mijn geval, want Raouls opmerking dat er vroeger nog grenzen waren die verlegd moesten worden en dat het tegenwoordig allemaal om effectbejag gaat, vind ik nogal ouwezakkerig.
        Terzake. Ik ben het met je eens dat je die Oostenrijkers best mag provoceren om hun mening over Haider te peilen. Wist je dat ik in Nederland vrijwel nooit iets van antisemitisme heb gemerkt, maar dat het meteen mis was toen ik voor het de eerste keer met mijn ouders door Oostenrijk reisde. Wij maakten even een korte stop in Wenen en verdomd, nauwelijks waren wij op een terrasje neergestreken of iemand aan wie mijn vader had gevraagd of die stoel misschien vrij was, zei: "Voor jou niet, vuile rotjood!". Mijn vader liet het er niet bij zitten en liep naar de telefoon om de politie te bellen. Die kwam ook - leve de rechtstaat - en het werd nog een heel gedoe met proces-verbaal en zo. Het kostte ons een volle dag van de vakantie. Het heeft dan ook mijn volledige zegen als je met Oostenrijkers verder gaat dan mijn andere volkeren, de Duitsers misschien uitgezonderd. Wat mij betreft mag zelfs Robbie Muntz in een Hilter-pak eine kleine Konditorei binnenstappen om Apfelstrudel met Zyklon B te bestellen. Maar eigenlijk gaat het daar niet om.
        Belangrijk is de scène met die orthodoxen. Je weet dat ik over orthodoxe joden net zo denk als over islamitische fundamentalisten. Daar hoeven wij geen verschil van mening over te hebben. Maar er staan een paar dingen in je brief die niet kloppen. Zo schrijf je: "Muntz provoceert die orthodoxe joden niet meer dan ie deed met de Amerikaanse televisiedominees; alleen die laatsten vormen voor jou nu eenmaal een minder beladen groep".
        Dat is volkomen onjuist. Muntz provoceerde die dominees helemaal niet. Hij deed juist net of hij het volkomen met ze eens was en zij geloofden hem ook in dat opzicht. Hij vertelde ze dat ook zijn eigen werkgever, de VPRO, een evangelische omroep is - niet helemaal onjuist natuurlijk, maar ook niet helemaal waar. Vandaar dat die dominees Muntz omarmden en ook nog bereid waren een groet voor de Nederlandse kijkers uit te spreken. Zo was het mogelijk dat ze speciaal voor Muntz argeloos "godverdomme" wilde zeggen. Ik moest daar wel om lachen, al verdient het inluizen van mensen aan wie je een hekel hebt nou ook weer niet een schoonheidsprijs.
        Het zou juist heel anders zijn gegaan als Muntz die dominees had geprovoceerd. Dan was hij naar zo'n healing gegaan en had hij geroepen dat God helemaal niet bestaat, dat Jezus zijn moeder heeft geneukt en dat al die evangelisten oplichters zijn. De goochelaar Randi heeft op die manier eens een paar van die dominees ontmaskerd en dat was geweldig. Maar wat Muntz deed met die orthodoxe joden was gewoon niet okay.
        Er is later beweerd dat die joden niet zijn weggevlucht vanwege dat Hitler-pak, maar omdat zij zich niet op de sabbath wilde laten filmen. Weet je dat ik dat helemaal niet geloof. Ik heb het op de video nog eens bekeken en volgens mij kun je heel goed zien dat die verklaring van Muntz en Van de Wint er later bij verzonnen is. Maar eigenlijk is ook dat helemaal niet van belang. Het gaat er om dat het in ieder geval zo gemonteerd is dat elke kijker denkt dat de orthodoxen weg zijn gevlucht vanwege de Hitler-figuur. En dan komt mijn verhaal met de hoed.
        Kortom, als Muntz die orthodoxe joden had willen provoceren zoals hij dat met die televisiedominees had gedaan, dan hij had het heel anders moeten doen. Dan hij zo'n zwart pak met een zwarte hoed moeten aantrekken en zichzelf een zwarte lange baard moeten aanmeten. En dan had hij als gelijkgezinde eens moeten vragen wat zij nou eigenlijk van de Palestijnen vinden en of ze het er ook mee eens zijn dat huwbare meisjes dom en dienstbaar moeten blijven. Dan had je een paar dingen kunnen horen die echt onthullend zouden zijn, geloof me. Maar orthodoxe joden de stuipen op het lijf jagen met een Hitler-pak, dat kunnen wij allemaal. Daar is niets verhelderends aan.
        Je moet het zo zien: stel, een ouderpaar heeft hun enig kind verloren, omdat een dronken kerel die avond toch in zijn auto is gestapt. Dan komt Paul Jan van de Wint en die laat Robbie een lallende dronkelap spelen met een fles wodka. Wat denk je dat er gebeurt als het echtpaar op straat onze filmploeg tegen het lijf loopt? Zoiets heeft Robbie Muntz gedaan, maar dan erger.
        Het verwijt van fascisme, zoals Anil Ramas dat heeft uitgesproken, lijkt me onzin. Anil dreigt bij de VPRO zijn eigen programma te verliezen en dit was natuurlijk een uitgelezen kans om de aandacht nog eens op zichzelf te vestigen. Om Muntz en Van de Wint af te schieten, vind ik ook nogal kinderachtig. Zo'n programma als Waskracht zend je toch ook uit in de hoop dat het te ver gaat en dan moet je niet onmiddellijk de makers laten vallen als ze inderdaad ook te ver zijn gegaan. Maar aan de andere kant valt het me ook tegen dat Muntz en Van de Wint niet beseffen dat ze hier iets verkeerds hebben gezien. Ik begrijp wel dat ze niet willen zwichten voor de mening van een goegemeente, maar het onvermogen om een eigen fout toe te geven, is ook een gebrek aan talent. Ik bedoel: als je al ruim over de dertig bent, moet je je ook niet gedragen als een jonge hond van twaalf.

Vriendelijke groet,

Max Pam


Lees ook de brief van Theo van Gogh.

***




De zaak Croiset: Het vuil, de stad en de dood, Het Jules Croisetsyndroon, Mulisch, Croiset, Althans, Letzte Lieder, de Olympus en de Vergetelheid deel 1 & 2

***

Chazia fans. Opgelet!
Vergeet u verder niet in te tekenen op de actie Ja, ik wil ook zo'n kittig boekje!, een speciale offerte van Het Verzameld Werk van Chazia Mourali. Of schrijf in op de actie Ja, ik wil ook die heftige gedachtentot mij nemen, die bij genoeg belangstelling recht geeft op De draagbare Ellen ten Damme. Velen gingen u voor, kijk ook in de rubriek Correspondentie

***

01-02-2000

Het dossier-Walter Etty


        Met Walter Etty en met zijn geesteskind De Nieuwe Omroep veegde ik in NRC\Handelsblad van 14 januari j.l. de vloer aan, zie Walter Etty, handelsreiziger in goede doelen. Dat Etty daarom iets terug wilde doen, kan ik begrijpen.
        In de rubriek Op de klapstoel van Het Parool probeerde hij dat ook. Daar zei hij op de vraag of hij uit is op het grote geld onder meer het volgende: "Verder heb ik een half miljoen schuld, omdat ik me in heb moeten kopen in de firma, en ik heb een hypotheek van 4,5 ton op mijn huis in Amsterdam. Dat zo'n schnabbelaar als Max Pam en al die andere babbelaars ook eens tonen wat zij verdienen!".

        Het is tekenend dat Etty in schnabbelaar en babbelaar kennelijk scheldwoorden ziet, want dat zijn precies de termen die het meest naar hemzelf terugslaan. Als verzamelaar van functietjes en voorzitterschapjes is hij zo'n beetje de grootste schnabbelaar van heel Nederland, en omdat al die functietjes en voorzitterschapjes vooral te maken hebben met het praatgrage advieswerk kun je hem zonder bezwaar ook de grootste babbelaar van ons land noemen.
        Maar goed. Mij gaat het om iets anders. Om te laten zien onder welke enorme financiële lasten hij gebukt gaat, vertelt Etty dat hij een hypotheek van 4,5 ton heeft, waarna hij zijn critici uitdaagt ook eens opening van zaken te geven. Mij best, maar eerst de waarheid.
        Het is altijd gevaarlijk te bluffen met cijfers die men kan controleren. Zo zijn de gegevens over hypotheken openbaar. Je kunt ze opvragen bij het Kadaster en dat heb ik gedaan. Uit de verstrekte gegevens komen echter heel andere cijfers naar voren dan Walter Etty ons heeft voorgespiegeld. Zo blijkt dat Etty samen met zijn vrouw in 1985 zijn huis aan de Breedeweg heeft gekocht voor 200.000 gulden. Volgens de inlichtingen van het Kadaster heeft hij daarna het huis gesplitst en de bovenste twee verdiepingen van de hand gedaan tegen een koopsom van 140.000 gulden. Later heeft hij nog een extra hypotheek op zijn huis genomen van 150.000 gulden.
        Een eenvoudige rekensom leert nu dat de totale hypotheek van Etty neerkomt op 350.000 minus 140.000 gulden, oftewel: 210.000 gulden. Dat is nog niet eens de helft van het bedrag dat Etty noemt. Vermoedelijk is het bedrag zelfs lager, want hij zal ook wel een stukje hebben afbetaald. Dat zijn huis bij de huidige marktprijzen inmiddels zo'n acht à negen ton waard is, zullen wij maar buiten beschouwing laten.
        Toen Bureau Berenschot onderzoek deed naar de uit de hand gelopen financiering van de Stopera constateerde Berenschot dat wethouder Etty verschillende malen had gelogen. Toen Etty in 1990 zijn lot verbond aan de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen en na een verwoestende nederlaag toch wilde blijven zitten, schreef Martin van Amerongen: "Weer ben ik te mild geweest, die man is een leugenaar in het kwadraat". Ik moet helaas constateren dat Etty een leugenaar is tot de vierde macht.

***

13 januari 2000

        Heeft u ook naar de oudejaarsavondconférence van Youp van 't Hek gekeken?
        In NRC\Handelsblad heb ik onder het kopje Masochisme al eens mijn licht laten schijnen over het verschijnsel-Van 't Hek en het verrassende is nu dat Youp mijn opvattingen over hem bevestigt zonder dat hij dat zelf in de gaten heeft. Dat doet hij in een interview met Matthijs van Nieuwkerk, de hoofdredacteur van Het Parool, die een gesprek met zo'n kanon natuurlijk niet aan een van zijn redacteuren kon overlaten. Twee passages in dat interview zijn van belang voor wat ik bedoel.
        Zo zegt Van 't Hek op de vraag wat nu eigenlijk zijn thematiek is het volgende: "Ik blijf mij verwonderen over het uniforme. Dat we opeens allemaal hetzelfde doen. Dat is mijn thema. Ineens heeft een kwart van de mannen een paardenstaart, ineens willen vrouwen een ring door hun navel, ineens is heel Nederland in de ban van Big Brother". Inderdaad, daar heeft Youp zich altijd druk over gemaakt: over al die burgermannen en vrouwen die plotseling dezelfde dingen mooi vinden en achter dezelfde mensen aanlopen.

        Maar let nu op wat Youp even verderop zegt, daar waar hij erg kwaad op me is.
        Ik citeer eerst Matthijs van Nieuwkerk: "Een dag later schrijft Max Pam in zijn NRC-column, naar aanleiding in de Stadsschouwburg, dat Youp van 't Hek vooral populair is onder de middenklasse die hij zo pleegt af te zeiken en nauwelijks bij de culturele intelligentsia".
        Daarop reageert Youp, volgens Van Nieuwkerk, ongemeen fel: "Absoluut gelul. Het probleem is dat mijn populariteit ongekend groot is. Echt ongekend, en dat zeg ik zelf met verbazing. Dat irriteert mensen. En wat is het geheim? Niemand weet het. Ik ook niet. Waarom ben ik leuk. Het is magie. Maar geloof me, iedereen wil naar me toe. Halve steden staan hele dagen in de rij voor mij. Behalve dan Pam en zijn vriendjes. Maar goed, die hebben het dan ook veel te druk met elkaar de hele dag te feliciteren en te interviewen op AT5".

        Ha, kip ik heb je!
        Iedereen wil Youp van 't Hek zien, halve steden staan er voor in de rij. Youp gaat daar prat op. Als iedereen gaat, moet hij ook wel leuk zijn. Het is zelfs magie, zegt hij bescheiden. Maar het is precies ook het verschijnsel waar hij zo tegen is. Ineens dragen de mannen paardenstaarten, ineens slaan alle vrouwen een navel door hun ring, ineens is heel Nederland in de ban van Big Brother, en tsja, ineens staat heel Nederland ineens in de rij voor Youp van 't Hek. Youp is zelf terecht gekomen in dat rijtje: paardenstaart, navelpiercing, big brother. Dat is nu ook wat ik altijd, tussen het feliciteren door van mijn vriendjes, heb beweerd.
        Eigenlijk zou hij niet kwaad, maar juist blij moeten zijn dat er nog mensen zijn, die daar niet aan meedoen en die niet voor hem in de rij willen gaan liggen, die hem helemaal niet leuk vinden.
        Kortom, lees daarvoor mijn column Masochisme.

***


12 december 1999

In NRC\Handelsblad van 10 december j.l schreef ik de volgende column.

EEN TURKSE JONGEN VAN ZEVENTIEN (1)

        In zijn bundel Het raadsel van de multicultuur wijst de arabist Jan Brugman er op dat het aanbevelen van meer tolerantie in minderheidskwesties logischerwijs ook moet leiden tot een grotere acceptatie van verschijnselen die juist intolerant en discriminerend zijn. Je kunt wel vragen om meer begrip voor "andermans cultuur", maar wat te doen als die andere cultuur volledig indruist tegen ons rechtssysteem? Zo wordt volgens Brugman in het islamitisch recht systematisch gediscrimineerd tegen de vrouw, die als er bijvoorbeeld wat te erven valt slechts de helft krijgt van wat de man toevalt. Toch ben je intolerant als je beweert dat de islam een godsdienst is die op dit punt, en op vele soortgelijke punten, niet deugt.
        Dat inzicht van Brugman werd plotseling weer actueel, toen in Veghel vijf leerlingen werden neergeschoten door een zeventienjarige scholier. 's Avonds zag ik in het Journaal iemand van Het Nederlands Centrum Buitenlanders uitleggen dat het eigenlijk de schuld was van de Nederlandse politie, die het drama had kunnen voorkomen als men zich maar meer had verdiept in de cultuur waaruit de dader afkomstig is. Daarom moesten er cursussen komen voor Nederlandse politieagenten. Dat de slachtpartij misschien ook voorkomen had kunnen worden als men die cursussen zou geven in het land van herkomst, en zeker in de moskeeën aldaar, was niet echt een notie die voor die mijnheer van het Centrum Buitenlanders vanzelfsprekend leek.
        Omdat ik net was thuisgekomen en het Journaal me met die schietpartij nogal had overvallen, sloeg ik de krant open. Daarbij viel me onmiddellijk iets op en nog juist voor zevenen rende ik naar de kiosk om de hoek om mijn setje van landelijke dagbladen compleet te maken. Wat mij opviel was de bijna pathologische omzichtigheid, waarmee in de berichtgeving werd omgesprongen met het gegeven dat de dader kennelijk geen reguliere kaaskop was. Soms duurde het vele alinea's voordat je er als lezer achter kwam: hé, de dader is een Turk. Wel werden eerst allerlei details vermeld, die zaak alleen maar geheimzinniger maakten. Zo zou het om een liefdesaffaire gaan, waarbij de dader was opgekomen voor de eer van zijn familie. Waarschijnlijk een verdwaalde Siciliaan denk je dan nog even.
        Maar de dader was een Turk. Die informatie is, je kunt er niet om heen, essentieel voor het begrip van de hele gebeurtenis. Vanuit journalistiek oogpunt zou dat gegeven al in de aanhef moeten staan. Een zeventienjarige Turkse jongen heeft gisteren in Veghel vijf medescholieren neergeschoten, elke berichtgeving zou met die zin moeten beginnen. Voor mijn part staat er "een zeventienjarige jongen van Turks-Koerdische afkomst", maar erg veel journalistieke variatie is hier niet mogelijk.
        Maar de Nederlandse kranten draaiden er omheen. De Volkskrant vermeldde het feit pas in de zesde alinea, nadat je je eerst door vijfhonderd andere woorden had geworsteld. Het Algemeen Dagblad wachtte tot vierde alinea met de vermelding van het gewraakte gegeven. Heel eigenaardig werd de zaak aangepakt door Trouw, die het bericht begint met deze zin: "De schietpartij op het regionaal opleidingscentrum De Leijgraaf in Veghel, waar gisteren vier leerlingen en een leerkracht gewond raakten toen een leerling het vuur opende, heeft geen structurele achtergrond". Je hebt nog geen idee wat er hand is en wat nou precies de feiten zijn, maar Trouw begint al direct met achtergrondinformatie, ongetwijfeld om de lezer alvast te masseren voor het echt slechte nieuws, namelijk dat de dader een Turk is. Het is trouwens wel verdomd knap dat de krant al zo snel na het gebeurde weet dat er geen structurele achtergrond is.
        Het Parool
en NRC\Handelsblad laten ons tot de tweede alinea in spanning over de afkomst van de dader. Toen ik deze kranten had doorgenomen, dacht ik dat er tenminste één dagblad in Nederland zou zijn dat gewoon in de eerste alinea zou vermelden wat er aan de hand was. De Telegraaf. Dat is toch de krant die in dit soort kwesties altijd wordt bekritiseerd. Marokkaan steelt appel. Stil, er zijn toch ook Nederlanders die appels stelen. Ik sloeg De Telegraaf op en las. En las. En las verder. Ja, eindelijk in alinea drie: zoon van Turkse koerden. Ook De Telegraaf is te keurig geworden. Ik zou Het raadsel van de multicultuur, dat boek van Brugman, van harte bij de redacties willen aanbevelen.


EEN TURKSE JONGEN VAN ZEVENTIEN (2)

        Tot zover deze column, maar daarmee is natuurlijk lang niet alles gezegd. Brugman maakt over allerlei zaken behartigenswaardige opmerkingen. Zo schrijft hij bijvoorbeeld dat de modernisten binnen de islam steeds meer een minderheid gaan vormen en dat er een terugkeer bestaat naar het klassieke recht, de shari'ah. Een heel belanrijke opmerking van Brugman is deze: "Ik heb het vermoeden dat er onder de imams van de moslims in Nederland weinigen zijn die een werkelijk modernistische Islam prediken, maar dat zij hun gelovigen daarentegen aansporen te leven volgens de shari'ah - dezelfde shari'ah waarop helaas dat doodvonnis over Rushdie kan worden gebaseerd".
        Ik ben geen kenner van de het klassieke islamitische recht, maar het zou mij niet verbazen dat de zeventienjarige Turkse jongen die zijn medeleerlingen neerschot om de eer van zijn familie te redden dat ook deed op grond van een wetsartikel uit de de shari'ah.
        Brugman maakt gehakt van Ed van Thijns opvattingen dat etnische minderheden hier in hun eigen taal onderwezen moeten worden. Van Thijn weet niet waar hij het over heeft. Grote groepen Marokkanen en Turken spreken een taal die in hun eigen land officieel verboden is. Tevens pleit Brugman voor een rigoureuze integratie, eventueel met harde hand. Wie de taal niet wil leren, hoort hier niet thuis en dat geldt ook voor wie de Nederlandse rechtstaat niet wil respecteren.
        Het is duidelijk dat wij te maken hebben met een echte tegenstelling. Kun je iemand met harde hand tot tolerantie bekeren? Ja, wij zullen die Turken eens leren hoe je zelfstandig moet nadenken.

Het raadsel van de muliticultuur, J. Brugman - Meulenhoff.


EEN TURKSE JONGEN VAN ZEVENTIEN (3)
        Het opmerkelijke van de berichtgeving is dat er in De Telegraaf geen onvertogen woord staat. Weliswaar doet deze krant niet erg zijn best om achtergrond-informatie te geven, maar daar staat tegenover dat er eenvoudig en zakelijk wordt bericht. Trouw daarentegen opent met een mooie romantische kop: "Liefdespijn of wraak motief voor schietpartij".
        Liefdespijn.
        Zou het? De jonge Werther had liefdespijn, maar Ali D.? Misschien is hij wel in opdracht van zijn vader naar school gegaan, het vuurwapen in de zak - "neem dit, jongen"- en heeft erop los geschoten. Onervaren en zenuwachtig. Daarom heeft de sukkel nog bijna alles gemist. Maar liefdespijn? Dan had hij toch op z'n minst zichzelf een kogel door het hoofd moeten schieten. Je bent een jonge Werther of je bent het niet.
        Waarom wil Trouw ons al bij voorbaat beschermen tegen discriminerende gedachten? Ik denk dat het zit in de gereformeerde achtergrond van Trouw, die zegt dat de mens geneigd is tot alle kwaad. De mens is slecht en de Trouw-lezer ook. De mens is bang voor zijn eigen gedachten, want in ieder van ons zit een sadist\masochist\verkrachter\racist, noem maar op, zoals er in iedere man een seksist zit en in iedere vrouw een nymfomane. Als mij wordt voorgehouden dat ik diep in mijn hart heus ook wel een sadist\masochist\verkrachter\racist zal zijn, omdat ik heus niet uniek ben, dan ben ik altijd geneigd om terug te roepen: "Hé zak! Spreek voor jezelf!".

* * *

2 december

Actueel!

De Wraak van de provincie of AT5 in gevaar


***

30 november

Gepiepeld

        Het is u misschien niet zo opgevallen omdat u niet in journalistieke kringen verkeert, maar God, wat was die Pieter Broertjes gisteren kwaad in Nova! Kwaad, omdat onze briljante hoofdredacteur van de Volkskrant als een beginner is gepiepeld door zijn collega's van NRC\Handelsblad. Wat zal Broertjes op zijn lazer hebben gehad van zijn eigen redactie!
        NRC\Handelsblad-redacteuren hadden gewoon gedaan wat journalisten behoren te doen: zij hebben de onnozele uitspraken afgedrukt, die Koningin Beatrix heeft gedaan tijdens een ontmoeting met hoofdredacteuren. In de Nederlandse journalistiek regeert de leugen, had Majesteit gezegd en nog een paar andere domme dingen, zoals dat het twintig jaar geleden allemaal veel beter was. Inderdaad, twintig jaar geleden speelde de Lockheed-affaire en toen was het ook een stuk beter gesteld met ons Koningshuis.
        Enfin, zou Martin Bril zeggen.
        Wat NRC\Handelsblad heeft gedaan, heeft de Volkskrant nagelaten. De Volkskrant zweeg omdat Pieter Broertjes behalve hoofdredacteur van de Volkskrant ook voorzitter is van dat genootschap van hoofdredacteuren. Genootschap, prachtig woord eigenlijk. Je ziet een koetsje voorrijden, een bediende die de deur openhoudt en mannen met bolhoeden op die instappen. Logisch, dat het Genootschap in ruil voor mondje dicht, graag bij Majesteit aan tafel wil zitten.
        Mij verbaasde de uitspraken van het Staatshoofd niets. Onlangs is mij namelijk het volgende overkomen. Met een aantal schrijvers – Van Dis, Krabbé, Geurt Gaarlandt – was ik uitgenodigd om een reisje naar Nepal te maken. Er ging nog een antropoloog mee en een Tweede Kamerlid. Wie ook meeging was Jaap Leeuwenberg, privé-secretaris van kroonprins Willem Alexander.
        Maar helaas. Twee weken geleden kreeg ik een brief van de organisator dat mijn uitnodiging was ingetrokken. Iemand in het gezelschap had bezwaar gemaakt tegen "de aanwezigheid van de pers". Met de pers werd ik bedoeld. Het was niet moeilijk om te begrijpen wie had gelobbyd om mijn uitnodiging ongedaan gemaakt te krijgen. Het Koningshuis houdt nou eenmaal niet van de pers en zij houden zeker niet van columnisten die wel eens een badinerend stukje over de kroonprins hebben geschreven. (Zie De verstandige stem van Prins Bernhard, of waarom hard rijden onsportief is).
        Die Jaap toch! Zeg nog eens woef tegen je baasje.


***


29 november 1999


T. van Deel

        Op 20 november j.l. schreef T. van Deel in Trouw een recensie over Uitgeverij Guggenheimer van Herman Brusselmans, die aldus begon: "Herman Brusselmans is voor iemand die wat meer van literatuur verwacht alleen platte leut, een nauwelijks serieus te nemen fenomeen. Hij schrijft zijn werk aan de lopende band en het wordt door scholier en student 'leuk' gevonden, ook sommige recensenten noemen het 'leuk, erg leuk' en Max Pam gelooft zelfs dat een boek van Brusselmans 'een meesterwerk' is. Het zijn raadselachtige kwalificaties".
        In het vervolg laat T. van Deel in een kort stukje weinig heel van Uitgeverij Guggenheimer. Dat mag. Hij mag zelfs smalend opmerken dat Max Pam gelooft dat een boek van Brusselmans "een meesterwerk" is.
        Alleen gelooft Max Pam dat? En welk boek wordt bedoeld met een boek?
        Wie net zo krakkemikkig leest als T. van Deel schrijft, moet wel geloven dat Max Pam het nieuwe boek van Brusselmans ook weer een meesterwerk vindt en dat hij het zelfs "leuk, erg leuk" vindt. Helaas heeft Max Pam nooit over Uitgeverij Guggenheimer geschreven. Max Pam heeft Uitgeverij Guggenheimer wel gelezen, maar hij vindt dat bepaald niet een van Brusselmans sterkste boeken.
        Wel heeft Max Pam één keer een boek van Brusselmans gerecenseerd. Dat was op 19 augustus 1999 in HP\De Tijd. Het boek dat hij toen besprak heette Het einde van mensen in 1967. Max Pam vond dat inderdaad een mooi boek, maar de term "een meesterwerk" komt in die recensie nergens voor. De kwalificatie "leuk, erg leuk" trouwens ook niet. U kunt dat nalezen in de rubriek kritieken op deze site, waarin ook de recensie van Het einde van mensen in 1967 is opgenomen. Hoe komt het dan dat T. van Deel toch schrijft dat Max Pam een boek van Herman Brusselmans "een meesterwerk" heeft genoemd?
        Ik zal u dat vertellen.
        Dat komt omdat T. van Deel niet zelf leest, maar afgaat op flapteksten. Dat is eenvoudig aan te tonen. Op de flaptekst van Uitgeverij Guggenheimer wordt namelijk "de pers" geciteerd over Het einde van mensen in 1967, en daar staat: "'Een meesterwerk', Max Pam, HP\De Tijd". Ik geloof dat T. van Deel al recensies schrijft sinds Trouw in 1941 werd opgericht en het is daarom wel erg vreemd dat zo'n oorlogsveteraan niet weet dat je nooit moet afgaan op wat een uitgever in flapteksten citeert. Dat er met die flapteksten wordt gemanipuleerd en geknoeid, weet toch iedere vierjarige kleuter. Waarom weet T. van Deel dat dan niet? Heeft hij geen ervaring met dat citeren?
        Zouden zijn stukjes misschien zo onbeduidend zijn dat zij zelfs niet in aanmerking komen om in flapteksten geciteerd te worden?


***


30 november 1999

T. van Deel (2)

        Wat mij achteraf in de opmerking van T. van Deel nog het meeste stoort, is de geborneerde toon die eruit spreekt. Alsof een schrijver temidden van een aantal mislukkingen niet een meesterwerk zou kunnen schrijven. Dat de meeste critici, onder wie Van Deel, Het einde van mensen in 1967 onbesproken hebben gelaten omdat die Brusselmans toch al zo veel schrijft, vind ik zelfs genant. Het is een zeldzaam goed boek, niet te vergelijken met Uitgeverij Guggenheimer.
        Wat T. van Deel betreft moet ik altijd denken aan het stukje dat Gerrit Komrij eens aan hem wijdde. Ik haal dat bijna met satanisch genoegen aan, omdat het hier ook om een flaptekst gaat. Ooit heeft T. van Deel eens dit over een boek geschreven: "De tedere tirannie is een gewaagde, gevarieerde en op de koop toe ook nog een bijzonder leesbare roman" .
        Op de koop toe!
        "Ja", schrijft Komrij in Lood en Hagel, "of leesbaar betekent dat het niet gewaagd en gevarieerd zou kunnen zijn. Of leesbaarheid eigenlijk een verkapte vorm van gemak- en behaagzucht is. Of elk gewaagd en gevarieerd boek eigenlijk onleesbaar behoort te zijn om voor volledig geslaagd te kunnen doorgaan".
        Komrij heeft natuurlijk volkomen gelijk. Trouwens, kent iemand nog dat boek De tedere tirannie, dat indertijd zo schitterend door T. van Deel is besproken?

Zie ook: mea culpa

© Max Pam 1999


postmaster@maxpam.nl

terug naar de inhoudspagina