Zonder genade
Ruim een jaar geleden schreef ik op deze plaats
dat het werk van Renate Dorrestein me nooit erg had aangetrokken, maar dat
ik haar eerst volgende roman met grote aandacht zou lezen. Die eerst volgende
roman is nu uit en heet: Zonder genade. Dat is zo'n beetje de meest
gebruikte titel voor een boek. Op het internet vond ik zonder echt te zoeken
acht keer het No Mercy en in het Duits heb je natuurlijk Pardon
wird nicht gegeben van Alfred Döblin. Zonder genade oogt een beetje
als de titel van een misdaadboekje, of van een deeltje Havank of Dick Bos.
Gek eigenlijk dat Renate Dorrestein in Het geheim van de schrijver
veel behartigenswaardige dingen zegt over de kunst van het schrijven, maar
dat zij keuze en belang van een boektitel onbesproken laat.
Nu staat er, althans in de titel van Dorresteins
roman, geen woord te veel, want in Zonder genade worden werkelijk
alle registers van het menselijk emoties opengetrokken. Moord, dood, doodslag,
poging tot moord, poging tot doodslag, vechten, slaan, ziekte, kanker, onvruchtbaarheid,
operaties, schreeuwen, brullen, huilen, in de gevangenis zitten, verdriet,
abortus, pijn, wraak en slachtofferschap - zo'n beetje alle rampen waardoor
een mens op de vierkante centimeter getroffen kan worden, kom je er in tegen.
Mocht Renate Dorrestein ooit gedreven zijn door een angst voor sentimentaliteit
en voor een overdaad aan gevoelens dan moet je nu wel vaststellen dat zij
die voorgoed heeft overwonnen.
Zonder genade beschrijft in eerste instantie
een driehoeksverhouding tussen moeder Franka, zoon Jem en vader Phinus, waarbij
vader Phinus niet helemaal de echte vader is. De echte vader van Jem is verongelukt
toen Jem nog klein was, maar daarna heeft Phinus de vaderrol op een voorbeeldige
wijze op zich genomen. Als zich niet alle buitenplanetaire catastrofes hadden
voorgedaan die Renate Dorrestein voor het trio in petto had, dan zou het
vermoedelijk een ideaal gezinnetje zijn geworden. Jem had er vast nog een
paar broertjes en zusjes bij gekregen, het leven was langzaam voorbij gekabbeld,
maar helaas: het ongeluk dat deus ex machina heet had voor Franka, Jem en
Phinus hele andere gevolgen in gedachte.
Om het verhaal een enigszins symbolische betekenis
mee te geven, heeft Renate Dorrestein van Phinus een directeur gemaakt bij
de spelletjesfabriek Jumbo. Het beroep van Phinus is het uittesten van allerlei
nieuw op de markt te brengen spelen. Het is natuurlijk een roman en wat een
romanfiguur zegt wordt nu eenmaal door een romanfiguur gezegd, maar volgens
mij heeft Phinus een aantal ideeën over het spel die een werkelijke directeur
van een spelletjesfabriek nooit zou hebben. Bijvoorbeeld het idee dat moderne
spelen relatief eenvoudig in elkaar moeten zitten en dat een spel als het
schaakspel in onze tijd nooit meer zal worden uitgevonden. Maar Pokemon is
ondanks de populariteit voor mij als schaker van een bijna onbegrijpelijke
ingewikkeldheid en dat geldt ook voor een groot aantal computerspelletjes.
Eerlijk gezegd denk ik dat de vader door de schrijfster slechts directeur
van Jumbo is gemaakt om de lezers te suggereren dat Phinus in de menselijke
verhoudingen ook alleen maar spelletjes kan spelen, een houding waarvoor
hij zwaar zal worden gestraft.
In het begin van de roman wordt ook verteld dat Phinus
van spelletjes houdt en Franka alleen van puzzels. Ook hier is de suggestie
duidelijk: een puzzel is spelletje zonder competitie-element. Iemand anders
kan je erbij helpen, maar echte winnaars en verliezers zijn er niet. Om de
metafoor door te trekken: het verhaal ontvouwt zich ten dele als een spel
en ten dele als een puzzel. Elke keer is er een hard gevecht nodig om een
nieuw partje van de puzzel te kunnen aanleggen.
Maar genoeg van dit soort gepraat!
Voor de lezer komt langzaam alles uit als Phinus
en Franka naar Noord-Groningen rijden om daar eens een weekend bij te komen
in zo'n landelijk gelegen restaurant uit de Alliance Gastronomique. Zoals
te voorzien loopt het al bij het diner uit de hand. In een sfeer van ruzie
en strijd komen wij te weten dat Franka onvruchtbaar is geworden na verwijdering
van haar baarmoeder, waar kanker was geconstateerd. Dat is het begin. Wij
komen ook achter een nog veel groter drama, namelijk dat Jem, inmiddels vijftien
jaar, in een discotheek het slachtoffer is geworden van zinloos geweld. Jem
is doodgeschoten.
In haar vertelling stort Renate Dorrestein werkelijk
alle emoties over ons uit. De tranen spatten van de pagina's af en de sirene
van de onrechtvaardigheid wordt in elke alinea afgedraaid. Niets lijkt Renate
Dorrestein te veel. De dood komt in dit boek met tromgeroffel en dat zullen
wij lezers weten ook. Subtiliteit is in dit boek niet Dorresteins grootste
zorg geweest, want als je zo'n beetje alles hebt gehad, komt er ook nog een
slot dat al de voorgaande dramatiek moet overtreffen.
Jem is samen met zijn eerste vriendinnetje Sanne
naar de bewuste discotheek gegaan. Ach, als Jem niet verliefd was geweest
op Sanne, dan was Jem ook niet naar die disco gegaan en dan was Jem ook niet
doodgeschoten, zo denken Jems ouders aanvankelijk. Het is natuurlijk een
gedachte die uit emoties is ontstaan en die niet vol te houden is. Al snel
blijkt dat zowel Phinus als Franka op hun eigen wijze een relatie met Sanne
onderhoudt. Sanne heeft zich al zo'n beetje op de begrafenis van Jem laten
bezwangeren door Jems vader. Wij zijn pas echt in het gekkenhuis van de familiebanden
beland. De literaire constructie wordt hier door de onwaarschijnlijkheid
der gebeurtenissen volkomen ondergraven.
Natuurlijk worden wij ook nog lastig gevallen met
de gedachte dat het kind van Sanne heel goed de plaats van Jem zou kunnen
innemen. Daarmee zou de puzzel klaar zijn. Franka heeft een kind terug, al
is dit keer een soort spiegelkind: niet van haar, maar wel van Phinus. Op
die manier zal ook Sanne voor eeuwig aan Jem vastgeklonken blijven. Of het
ooit zover zal komen, weten wij niet, want Zonder genade heeft een
einde dat min of meer open is.
Misschien pleegt Sanne wel abortus, je weet het niet.
Vader Phinus zit inmiddels zelf achter het slot in het huis van bewaring.
Zijn wraakzuchtige woede heeft geleid tot een vechtpartij, waarbij hij bijna
zelf een zinloos slachtoffer heeft gemaakt. Hij denkt nu over zijn zonden.
Zijn aangenomen zoon krijgt hij er niet mee terug met al dat slaan, en zijn
kind dat in de pen zit zou alleen nog ingewikkelder maken. Misschien dat
zijn bewustwording uitmondt in een catharsis, je weet het niet.
In Het geheim van de schrijver zet Renate
Dorrestein zich af tegen het melodrama, waarvoor zij eigenlijk geen goed
woord over heeft. Maar in deze moderne tearjerker ŕ la Courts-Mahler kan
ik toch niets anders zien dan een melodrama. Ik voorzie dan ook een grote
bestseller.
HP\De Tijd, 27 juli 2001
|