Het Dickerdack-complex, of The king and 1


        Niets is zo bevrijdend als een autoriteit die flater begaat, het liefst in het openbaar en het liefst als hij het zelf niet in de gaten heeft. De kennis waarmee gepronkt wordt, blijkt verkeerd begrepen. Onbedoeld plaatst de autoriteit zichzelf in het licht van een röntgenstraal, waardoor hij even zichtbaar wordt als het nijlpaard dat hij altijd is geweest. Als gediplomeerd bestuursdeskundige zou ik hier willen spreken van het Dickerdack-complex, vernoemd naar de legendarische burgemeester van Rommeldam.
        Hier beweegt onze analyses zich nog op het niveau van de lagere echelons, maar grote mensen maken grote fouten. In de hogere regionen gaat deftigheid niet zelden gekleed in de kleren van de keizer. Een simpele fout, gebaseerd op onkunde, kan levenslange roem opleveren. In dat geval wordt het slachtoffer het middelpunt van een anekdote, die in de loop der jaren zelfs tot een Wanderanekdote kan uitgroeien. Als slachtoffer kan dan de naam van iedere willekeurige autoriteit worden ingevuld.
        Maar genoeg gefilosofeerd!
        Wij kennen natuurlijk allemaal het verhaal van wijlen Irene Vorrink, die zich tegenover de Franse president voorstelde als "je suis la ministre de milieu", niet beseffend dat in het Frans met milieu de criminele onderwereld wordt aangeduid. In dit verband wordt ook altijd de naam van wijlen premier Den Uyl genoemd, die in Washington een delegatie van zakenlui moest toespreken en toen, naar het schijnt, eigenhandig zijn ambtenaren heeft verbeterd door in zijn toespraak het woord "entrepreneurs" te vervangen door "undertakers". Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik hier niet helemaal zeker ben van de omvang van Den Uyls fout. Mijn woordenboek geeft naast de specifieke betekenis van begrafenisondernemer toch ook de algemene betekenissen van aannemer en ondernemer.

        Wij gaan nu terug in de geschiedenis en komen uit bij Gerbrandy, een minister-president die ons land vanuit Engeland door de Tweede Wereldoorlog heeft geloodst. Nog niet eens zo lang geleden heb ik gelezen dat het met Gerbrandy's gebrekkige beheersing van Engels wel meeviel, maar ik ken toch twee anekdotes die daar mee te maken hebben. Zo zou Gerbrandy zich hebben voorgesteld met: "Goodbye, mr. Churchill!".
        Ik heb een vriend die tenminste een keer in de maand 's nachts van het lachen wakker schrikt. Hij heeft dan gedroomd van een andere gebeurtenis waarbij de twee staatslieden betrokken zijn geweest. Het was lente, Churchill en Gerbrandy stonden op het balkon. "Spring is in the air", zei Churchill poëtisch, waarop Gerbrandy gevraagd schijnt te hebben: "Why should I?". Het is een mooie andekote, maar ik denk niet dat hij waar is, om de eenvoudige reden dat beide mannen de essentie van het misverstand niet doorgrond kunnen hebben. Er moet een derde bij geweest zijn, iemand die zowel Nederlands als Engels sprak, maar over diens aanwezigheid is mij niets bekend.
        Sinds kort kunnen wij een nieuwe naam aan dit rijtje van illustere bewindslieden toevoegen. Zijn naam is Rik van der Ploeg, staatssecretaris van Cultuur. Onlangs hield hij een toespraak bij de uitreiking van de Bert Haanstra Prijs aan de filmer Johan van der Keuken. Uit zijn rede bleek dat Van der Ploeg ook persoonlijk een groot liefhebber is van de films van Johan van der Keuken en al improviserend legde de staatssecretaris daar nog een schepje bovenop. Het duurde dan ook niet lang of de staatssecretaris kwam te spreken over een productie van Van der Keuken die hij wel in het bijzonder had gewaardeerd, namelijk de film Blind kind, uitgesproken op zijn Engels naar analogie van Blind date, een film van Theo van Gogh. Terwijl de Van der Keuken-kenners nog wat verbaasd om zich heen keken, kwam de staatssecretaris er even later achter, via de tekst van zijn eigen rede, dat Blind kind niet gaat over een blinde soort die als een Darwinistische horde de mens binnenkort zal uitroeien. Blind kind, zo vertelde zijn eigen redevoering hem, is gewoon een Nederlandse titel.

        Nu moet ik hier een kleine verfijning aanbrengen. De film heet om heel precies te zijn: Blind Kind 1. Van der Keuken heeft die in 1964 gedraaid en twee jaar later is daar nog een vervolg op gekomen met Blind Kind 2. Omdat Van der Ploeg in Amerika heeft gestudeerd en Nederland graag in de Angelsaksische vaart der volkeren op wil stoten, las hij Blind Kind I, naar analogie van weer een andere film: The King and I.

        Ooggetuigen hebben mij verteld dat er iets begon te kraken in het hoofd van Van der Ploeg, toen hij besefte welke pompeuze flater hem was ontsnapt. Er kwam rook uit zijn oren en zijn ogen wilden uit hun kassen springen als glazen stuiters. Een blinde soort van bodysnatchers had hem zo kunnen ontvoeren naar een ver melkwegstelsel. Ik heb de rede van de staatssecretaris opgevraagd bij het ministerie, maar zij bleek twee weken na het uitspreken nog niet te zijn vrijgegeven. Normaal gesproken wordt zo'n feesttoespraak ook op de site van het ministerie www.minocw.nl/cultuur.htm gezet, maar ook daar is tot dusver niets te vinden. Misschien komt het nog. Ik ben benieuwd wat de staatssecretaris ervan gaat maken!

NRC\Handelsblad, 8 december 2000 © Max Pam


© Max Pam

terug naar de inhoudspagina