Tot het Nederlands erfgoed behoort het hoogste aantal weggevoerde joden
in Europa
Mag ik voorzichtig iets zeggen
ten gunste van Cor Suijk, de man die voor zeven ton vier velletjes van Anne
Franks dagboek aan de Nederlandse staat heeft verkocht? Er hangt rond die
verkoop namelijk een enorme hypocrisie en dan heb ik het nog niet eens over de
typisch Nederlandse gewoonte om ethisch te willen doen met de portemonnee van
een ander. Laten wij eens een paar argumenten doornemen die gebruikt zijn om
het gedrag van Suijk te veroordelen.
Zo heeft minister Hermans
volgens eigen zeggen betaald omdat hij niet over zo'n kwestie wilde procederen.
Daarmee suggereert Hermans dat de staat de zaak zou winnen, maar te fatsoenlijk
was om een procedure in gang te zetten. Ik denk dat de minister hier de
waarheid ernstig geweld aandoet en dat hijzelf ook wel wist in een rechtzaak
geen schijn van kans te hebben. Vervolgens zou die zeven ton veel te veel zijn
geweest. De Volkskrant, altijd objectief, meldde dat zelfs in een kop. Maar
Christie's schatte de waarde van op 1,2 miljoen dollar en dat is bijna vier
keer zo veel als wat Suijk ervoor vroeg. Er kan geen andere conclusie zijn dan
dat de Nederlandse staat de velletjes voor een habbekrats verworven.
Verder zouden de velletjes
behoren tot het culturele erfgoed van Nederland. O ja? Als die vier velletjes
iets symboliseren dan is het wel de povere manier waarop Nederland in de oorlog
zijn joden heeft verdedigd. Tot het Nederlands erfgoed behoort het hoogste
aantal weggevoerde joden in Europa. Het zou bijzonder onsmakelijk zijn wanneer
de Nederlandse staat aan dit affront ook nog het moreel recht zou ontlenen op
bezit van die velletjes. Weliswaar is het fijn dat het dagboek in zijn geheel
bij Oorlogsdocumentatie terecht is gekomen, maar het is ook terecht dat er nu
voor delen is betaald. De Nederlandse staat is wel de laatste instantie die
hier iets te claimen heeft.
Dat Suijk heeft geweigerd de
velletjes "om niet" over te dragen, daarover doet men erg
verontwaardigd. De gasten bij Paul Witteman bijvoorbeeld waren het roerend met
elkaar eens dat je niets aan Anne Frank mag verdienen. Daar zit toch iets raars
in. Zou Jeroen Krabbé, die jaren geleden Anne Frank bracht als
toneelstuk en die intussen de nationale vertolker is geworden van het
Anne-Frank-wat-is-het-allemaal-erg-gevoel, zijn acteurs destijds niet hebben
betaald? Heeft de decorbouwer toen het decor gratis afgeleverd en heeft de
garderobejuffrouw haar kwartjes weer ingeleverd voor het goede doel?
Hetzelfde geldt voor cineast
Lindwer, die ook bij Witteman zat. Jarenlang heeft hij documentaires gemaakt,
soms heel goede, zoals die over de Joodsche Raad. Maar hij zal daar toch wel
een honorarium voor hebben gevraagd. Hij zag er in ieder geval goed gevoed uit,
niet iemand die uit integere motieven in een ton gaat wonen en honger lijdt.
Hetzelfde geldt zelfs voor Paul Witteman, bij wie ik toch ook iets van
verontwaardiging bespeurde toen het bedrag van zeven ton over de tafel rolde.
Maar mijnheer Witteman, u maakt toch ook een uitzending over Anne Frank waarmee
u - naar men zegt - aardig wat geld verdient. Het komt toch ook niet bij u op
om te zeggen: wat ik voor de uitzending van vanavond krijg, stort ik op de
rekening van het Auschwitz Comité. Het zou mooi zijn als Witteman dat
een keertje deed, de decorbouwer om niet zijn decor bouwde en de juffrouw van
de garderobe met kwartjes de wereld verbeterde, maar niemand mag zoiets van
anderen verlangen.
Bij de overdracht van de vier
velletjes werd de naam van Suijk door alle autoriteiten verzwegen. Ach, wat
zijn onze autoriteiten toch altijd moedig als het weinig inspanning kost. Toch
is het Suijk, en niet Jeroen Krabbé, geweest die de velletjes heeft
bewaard en voor vernietiging heeft behoed. Hij heeft ze van Otto Frank
gekregen, omdat die de wat minder fraaie kantjes van de werkelijkheid ook
liever wilde glad strijken. Dat was al evenmin een daad van heldhaftigheid.
Daarom zijn wij Suijk wel degelijk een klein beetje dankbaarheid verschuldigd.
Suijk stopt het geld nu in een
of andere antiholocaust stichting, die Amerikaanse kinderen moet uitleggen wat
die Amerikaanse kinderen vermoedelijk al lang weten. Kennelijk is Suijk toch
gevoelig voor dat aangepraat schuldgevoel. Een mooi cadeau voor al zijn
kleinkinderen was wel zo liefdevol geweest.
NRC\Handelsblad, 16 maart 2001 © Max Pam
Anne Frank Huis met aanhangwagen, Prinsengracht 263 - 267
terug naar de
inhoudspagina
|