Anthon & Annissa
Chandra Doest
uitgeverij:
Vassallucci
De generaal met de zes vingers
Yasmine Allas
uitgeverij:
De Geus
 

        Dat de combinatie allochtoon en kunst in Nederland niet altijd even gelukkig uitwerkt, werd onlangs nog bewezen door het Amsterdamse gemeenteraadslid Fatima Elatik. Toen acteurs en zangers lijfelijk werden bedreigd omdat zij het hadden gewaagd een vrouw van de Profeet als personage op te voeren, zei mevrouw Elatik dat het van moed getuigde om zo'n toneelstuk dan maar af te gelasten.
        Mevrouw Irik, de fractievoorzitster van de PvdA, probeerde de zaak nog recht te breien door te beweren dat mevrouw Elatik "niet volledig" door de Volkskrant was geciteerd. Erg veel waard lijkt zo'n halfhartige rechtzetting niet, nu weer een derde gemeenteraadslid, mevrouw Assante - het lokale minderheidsbeleid lijkt geheel in handen van politieke verpleegsters - heeft gezegd dat er "een smerig mediadebat" wordt gevoerd en dat mevrouw Elatik wel degelijk "nieuwe visies en meningen" naar voren heeft gebracht. Meningen en visies, waaraan wij kaaskoppen, maar moeten leren wennen.
        Maar mevrouw Assante, het punt is juist dat de meningen van mevrouw Elatik erg ouderwets zijn en in sommige gevallen teruggaan naar de Middeleeuwen en soms zelfs verder terug. Zo'n oproep tot zelfcensuur heeft ons uiteindelijk het doodvonnis tegen Rushdie opgeleverd en nog niet eens zo lang geleden een instelling die De Kultuurkamer heette.
        Jaap van Heerden heeft eens de stelling opgeworpen dat allochtone kunst pas werkelijk volwassen is geworden als de eigen cultuur en de eigen godsdienst kunnen worden bekritiseerd en bespot. Zo bezien, hebben Richard Pryor en Eddy Murphy meer voor de emancipatie van de zwarten gedaan dan dominee Jesse Jackson. In dat opzicht staan wij er in Nederland staan in elk geval uitstekend voor. Heel wat stand-up comedians zijn tegenwoordig van allochtone afkomst en zalen vol Surinamers lachen zich tegenwoordig een ongeluk als zij belachelijk worden gemaakt door een Surinaamse cabaretier.
        Helaas ontbreekt elke vorm van humor in de roman Anthon en Annissa van Chandra Droest, een schrijfster van Surinaamse afkomst die in 1999 voor een kort verhaal de Kwakoe Literatuur Prijs kreeg. Anthon en Annissa vertelt het verhaal van een uit elkaar geslagen familie, waarvan een deel afkomstig is uit Libanon, een deel in Suriname woont en creools is, en een deel noodgedwongen in Nederland terecht komt. Mijn bezwaar tegen de roman is niet eens de humorloze ernst die van elke pagina waait, maar de kinderlijke, onvolgroeide stijl.
        Het meeste lijkt Anthon en Annissa nog op het radioprogramma Candlelight van de onvolprezen slijmstem Jan van Veen. Anton en Annissa gaat heel erg over de liefde, waarbij vooral het oeverloze gebruik van gedachtepuntjes opvalt. We lezen: "Ze gunden de twee jong geliefden hun geluk…de liefde tussen die twee…daar was niets tussen te krijgen". Of: "Ze was zozeer het evenbeeld van haar moeder, zo beeldschoon…En nu was ze bezoedeld…door een creool!…". Of: "Ik heb tegen hem gevochten…geschopt…Hij heeft me geslagen…!". Enzovoort. Anton en Annissa staat vol met al die veelzeggende puntjes die geacht worden je aan het denken te zetten. Maar eigenlijk krijg je er vooral een punthoofd van.
        Een echte structuur heeft de roman evenmin, al wordt er zo hier en daar een poging gedaan het verhaal in ieder geval in chronologische volgorde te vertellen. Maar wat uiteindelijk het meeste tegenstaat, is de algehele, misselijk makende doedidoedi-braafheid. Met behulp van geloof en kerk is elke tegenslag in het leven te overwinnen en een puistje op je lip krijg je weg met een eeuwenoud middeltje uit de kruidentuin. Lief is de wereld, al zit het soms wat tegen, en op elk doosje past een dekseltje. Wat Vassalucci, toch altijd tuk op een bestseller, bewogen heeft dit boek uit te geven, is mij volkomen een raadsel.
        Van een heel andere kwaliteit is De generaal met de zes vingers van Yasmine Allas, een uit Somalië afkomstige actrice, die direct in het Nederlands schrijft. Ik moet bekennen dat ik met enige scepsis aan dit boek begonnen ben. Ik had er al een keer in het echt gezien en aangezienYasmine Allas zo bloedstollend mooi is, had ik mij afgevraagd of zij niet beter actrice kon blijven in plaats van schrijfster te worden. Ook zag ik haar laatst geïnterviewd bij de IKON, wat vooral door oenige manier van vragen stellen door presentator Job de Haan een tamelijk wezenloos resultaat opleverde.
        Maar De generaal met de zes vingers is een ongewoon boek met ongewone passages die in het geheugen gegrift blijven. De hoofdpersoon Samater is geboren met zes vingers aan elke hand, een handicap die hij met veel wilskracht ombuigt tot een talent om mensen aan zich te onderwerpen. Tenslotte brengt hij het tot generaal, maar een burgeroorlog maakt een einde aan zijn macht, zodat hij met zijn familie Afrika moet ontvluchten. Ondanks al het militair geweld beschrijft de roman in feite de machtsverhouding tussen Samatar en zijn tweede vrouw, een verwend mormel dat bereid alles en iedereen op te offeren aan haar eigen grillen.
        Er zitten in De generaal met de zes vingers een aantal beschrijvingen die van een ongehoord cynisme zijn. Zo heeft de generaal een hondje waar hij erg gek op is. Er is eigenlijk geen ander levend wezen waar hij zo van houdt. Jaloers op de aandacht die het hondje krijgt, geeft de vrouw van de generaal een van de lijfwachten de opdracht het hondje dood te schieten. Sidderend van angst biecht de lijfwacht nog diezelfde dag op wat hij heeft moeten doen en de ontroostbare generaal laat zijn hondje opgraven. Direct daarna verkrachten de lijfwachten met z'n allen de vrouw van de generaal, een tafereel dat huiveringwekkend is opgeschreven.
        De generaal met de zes vingers is niet alleen een opsomming van Afrikaanse gruwelen. Vooral de laatste hoofdstukken, als de familie Samater in Holland terecht is gekomen, zijn met veel gevoel voor humor getekend. Het bezoek van de maatschappelijk werkster, mevrouw Jansen, die in al haar begrijpendheid hoofdzakelijk haar onbegrip toont, laat nog eens zien wat the white men's burden betekent als hij getorst wordt door mensen die zo graag het goeie willen doen. Als mevrouw Jansen gaat uitleggen hoe een wc eigenlijk werkt - de Samaters woonden bij wijze van spreken in een huis met gouden wc-brillen - dan word je overvallen door een gevoel van schaamte.
        Yasmine Allas kan beschouwd worden als een aanwinst voor de Nederlandse literatuur. De multiculturele samenleving is voor haar duidelijk geen zaak van zoetsappigheid en evenmin zul je van haar horen dat zij op zoek is naar het vreselijkste aller vreselijkheden: de eigen identiteit. Ook de sluier, dat islamitische symbool van gehorigheid van de vrouw aan de man, kan in de ogen van Yasmine Allas geen genade vinden. Zij ziet dat ding als een teken van feodale achterlijkheid, een poging van vrouwenhaters om de macht te behouden. Nee, Yasmine Allas lijkt me niet het type dat oproept tot zelfcensuur in de kunst. Daarvoor is te veel een schrijfster en zijn haar visies en meningen, om met mevrouw Assante te spreken, niet nieuw genoeg.

HP\De Tijd 12 februari 2001© Max Pam


terug naar de inhoudspagina