Bestaan er vrouwelijke opinies?

Columns

Hoewel ik typisch een vaderskind ben, heb ik het grootse deel van mijn leven temidden van vrouwen doorgebracht. Ik ben een keer eerder getrouwd geweest en ik heb een dochter van 25. Voor mijn dertigste was het anders, maar ik verkeer veel liever in het gezelschap van vrouwen. Zodra vrouwen mij omringen bloei ik op en ben ik in staat een heel scala van rollen te spelen. Van held tot sukkel, van jaloerse minnaar tot liefhebbende echtgenoot, van opgewonden prater tot vervaarlijke zwijger, ik ben het allemaal.

Wie veel in de omgeving vrouwen verkeert, moet wel bedolven worden onder vrouwelijke opinies. Maar is dat zo?

Het geslachtelijk verschil is een gevaarlijk terrein. Lang geleden schreef de schaker Hein Donner dat vrouwen niet kunnen schaken en dat zij het vermoedelijk ook nooit zouden leren. Hij kreeg een stroom van verontwaardigde brieven, waarin hij van discriminatie werd beschuldigd. In een brief van een boze vrouw werden vrouwen met negers vergeleken, waarop Donner riposteerde met: “Deze mevrouw heeft het niet goed begrepen. Negers kunnen best schaken, maar negerinnen niet. Dat is het nu juist”.

Nog altijd bestaat in het schaken een apart wereldkampioenschap voor vrouwen. Dat staat inderdaad op een tamelijk laag niveau en de vraag is hoe dat komt. Zijn vrouwen minder intelligent? Zijn de hersenen van vrouwen minder voor het schaken toegerust? Houden vrouwen niet van strijd en competitie? Er zijn geen eensluidende antwoorden, maar intussen is er een vrouw opgestaan die Judit Polgar heet en die de toptien heeft bereikt. Niet de vrouwelijke toptien, maar de toptien die op dit ogenblik wordt aangevoerd door de Indiër Viswanathan Anand. Bij de vrouwen heeft Judit Polgar nooit meegedaan, dat is ver beneden haar stand.

Judit Polgar1.jpg

Vaak publiceert Judit Polgar analyses van schaakpartijen. Zou je die vrouwelijke analyses kunnen noemen?

Waarschijnlijk niet.

Bijna ieder mens heeft over van alles en nog wat een mening: over de smaak van koffie, over de bondscoach van het Nederlands voetbalelftal, over de onbeschoftheden van Gordon, of over dat flutboekje van Bas Heijne, enzovoort. Het lijkt bijna onmogelijk om ergens géén mening over te hebben. Duizenden meningen verlaten als een oprisping onze monden. Vaak blijven zij onuitgesproken, maar wordt er wel naar gehandeld. Alleen de aanblik van spruitjes lijkt voor kinderen al genoeg om niet van spruitjes te houden.

Louise Fresco heeft het beeld gebruikt van een wolk van puntjes. Elk puntje vertegenwoordigt een mening en hoe meer meningen men heeft, hoe groter de wolk. Wanneer wij de totale meningenpopulatie uitsplitsen naar vrouwelijke en mannelijke opinies, dan zou het beeld kunnen opdoemen van een grote kern, waarin de sekse bepaalde verschillen niet aantoonbaar zijn. Maar in de buitenste ringen bevinden zich allerlei interessegebieden, waarover mannen en vrouwen op hun eigen wijze denken. Zo vind je ongetwijfeld meer mannelijke opinies over voetbal, vissen en doe-het-zelf-knutselen, terwijl vrouwelijke opinies overtegenwoordigd zullen zijn in zake van lichaamsverzorging, kleding en babyvoeding.

Maar dat alles zegt nog niets over de intensiteit en de emotionaliteit van de mening, en evenmin over de vraag of die meningen rationeel of intuïtief worden aangestuurd.

Als opiniemaker die regelmatig boze reacties ontvangt, is het me opgevallen dat mannen voor hun ongenoegen een andere oplossing zien dan vrouwen. Mannen willen vaak dat je op staande voet wordt ontslagen. Het zijn ook altijd mannen die hiërarchisch te werk gaan en zich bij de hoofdredacteur beklagen. Nog liever zouden mannen je een klap voor je kop willen geven, of je achter tralies willen zetten. Vrouwen daarentegen vinden altijd dat je niet goed bij je hoofd bent en dat je maar beter in een inrichting kun worden gestopt. De wens tot verzorging zit er kennelijk diep in.

Maar wacht even, zult u misschien tegenwerpen: Rita Verdonk komt toch uit het gevangeniswezen en niet uit de zorgsector?

Inderdaad.

Maar het is een kwestie van de grote getallen en de zojuist geconstateerde wetmatigheid geldt zeker niet voor alle vrouwen. Onder de bovenmatig agressieven zitten juist weer opvallend veel vrouwen. Misschien komt dat overeen met het opmerkelijke verschijnsel dat relatief veel vrouwen actief zijn in terroristische groepen en guerrillabewegingen, ondanks de zware omstandigheden waaronder moet worden geopereerd.

In Nederland zijn de meningen van vrouwelijke columnisten en andere opiniemakers over het algemeen aan de softe kant. Soms lijkt het wel of zij er speciaal voor zijn ingehuurd om de liefde, het ietsisme, het poldermodel en de deeltijdbaan uit te dragen. Toch blijven de scheidslijnen vaag. Laatst hoorde ik iemand zeggen dat NRC/Handelsblad de eerste vrouwelijke hoofdredactrice heeft, maar Het Parool de eerste vrouwelijke hoofdredacteur.

Renate Rubinstein is al jaren dood.

Ik wacht op de Judit Polgar van het Nederlandse opiniewezen.

de Volkskrant, 1 december 2007