Verplichte boetes

Invallen

Laatst fietste ik naar huis. Geen vermeldenswaardige gebeurtenis, maar niet ver van mijn eindbestemming stond een auto langs de weg, die door een agent was aangehouden.

Boetes.jpg

De aangehouden auto was onze eigen auto was en de vrouw achter het stuur van de aangehouden auto was mijn eigen vrouw. Voorzichtig – je weet maar nooit – kwam ik naderbij. Het ging om een controle van autopapieren en mijn vrouw had die papieren niet bij zich.

Over deze situatie hadden wij het thuis wel eens gesproken. Sterker nog: wij hadden erop geanticipeerd. Wij laten namelijk niet graag de autopapieren in de auto achter. Voor je weet is de auto – met papieren al – gestolen, en dan ben je nog verder van huis. Om niet strafbaar je te zijn, moet je de papieren overal mee naar toe slepen en dat is weer een hoop nutteloze ballast. Bovendien: wanneer je ze in het dashboardkastje legt, tien tegen één dat je ze uit vergeetachtigheid daar gewoon laat liggen. Wij worstelden dus met een probleem, dat iedere automobilist kent.

Wij meenden echter een oplossing gevonden te hebben door kopieën van de autopapieren te maken en die in het dashboardkastje te leggen. Zouden wij worden aangehouden, dan zouden wij de kopieën aan de dienstdoende agent overhandigen, voorzien van de mededeling dat wij uiteraard gaarne bereid waren de originelen onmiddellijk naar het politiebureau te brengen. Mijn vrouw legde me uit dat ze de kopieën zojuist aan de agent had gegeven. En die stond nu met zijn superieur te bellen of dit allemaal wel mocht.

Helaas, het mocht niet.

Ik heb nog aangeboden snel door huis te fietsen om de papieren te halen – “binnen vijf minuten ben ik terug, agent!” – maar het was vergeefse moeite. De boete werd al uitgeschreven, zo’n vijftig euro. U kent de rancune die dan in je opkomt. Regels zijn regels, maar toch voel je je verongelijkt. Wat kan het gezag kinderachtig zijn!

Vorige week las ik in NRC/Handelsblad dat politieagenten het vervelend vinden wanneer zij verplicht boetes moeten uitschrijven voor kleine vergrijpen. Volgens Gerrit van der Kamp, voorzitter van de politievakbond ACP, is het uitschrijven van boetes “een doel geworden in plaats van het middel”. Van der Kamp zegt “dat de mensen daardoor het respect voor de politie verliezen”. En dit is zijn toekomstperspectief: “ Het enige contact dat we strak met de burger nog hebben is het moment dat we hen een bon aan het uitschrijven zijn”.

Hoe ik die opmerking moet duiden, weet ik niet. Soms rijd ik te hard met mijn auto, en krijg ik een bon van Justitie thuis gestuurd. Daar lijkt helemaal geen mensenhand meer aan te pas te komen, en dat is wel zo prettig. Eerlijk gezegd hunker ik ook niet erg naar veel contact met de politie en zou ik goed kunnen leven met twee, drie keer per jaar een bon wegens het vergeten van papieren. Misschien moet de politie wel kinderachtig zijn. Als in een strafproces tegen een of andere zware jongen een vormfout wordt gemaakt, staat ook iedereen op zijn achterste benen. Het is ook nooit goed.

In de afgelopen twee jaar zijn honderdduizend boetes uitgedeeld aan mensen (boven de veertien) die geen geldig legitimatiebewijs bij zich hadden. Bij veertig duizend van hen was er geen sprake van “nog een andere overtreding”. Bij zestig duizend dus wel. Dat is een fors aantal, als je het mij vraagt. Misschien moeten de politieagenten minder balen over die verplichte boetes, en moeten wij burgers minder zeuren over de politie.

Binnenlands Bestuur, 14 december 2007