Zinvol sneuvelend de toekomst tegemoet

Columns

In zijn nieuwe boek Leeftocht schrijft Adriaan van Dis dat hem tijdens de militaire keuring werd gevraagd of hij misschien bij de landmacht wilde. Nee, dat wilde hij niet. Jammer nou, waarom dan niet? Omdat hij die uniformen zo lelijk zijn, antwoordde Van Dis. En de uniformen van de luchtmacht of de marine?
“Ja!”, riep Van Dis uit, “die vind ik enig!”.

AvanDis1.jpg

Ter plekke werd Van Dis afgekeurd, terwijl hij juist zo graag in dienst had gewild. Jammer voor de literatuur misschien, maar ik zie Van Dis wel voor me als Commandant der Nederlandse Strijdkrachten. Castingtip: Adriaan van Dis als Dick Berlijn.

dick berlijn.jpg

Jonge mannen en vrouwen worden militair om uiteenlopende redenen. Ze willen weg van huis, ze willen iets van de wereld zien, ze willen een avontuurlijk leven. Dat oorlog voeren een hard en meedogenloos bedrijf is, daarvan hebben ze geen idee als zij zich aanmelden. De journalist I.F. Stone (1907-1989) heeft er bovendien opgewezen dat beslissingen over leven en dood van jonge soldaten worden genomen “door oudere mannen die het bij een verstandig geleid bedrijf nog niet eens tot afdelingschef zouden brengen”.

Deze week heeft de Nederlandse regering besloten dat de Nederlandse troepen langer in Afghanistan blijven. Ook is er een hoorzitting geweest, waarin Kamerleden door bevelhebber Berlijn zijn voorgelicht. Ongetwijfeld in verband daarmee heb ik de afgelopen dagen veel ouders van Nederlandse militairen op de televisie gezien. Er waren ouders bij, van wie een soldaat die het zeer naar zijn zin had. Er waren ouders bij van een soldaat met psychische problemen en er waren ouders bij wie, van wie een zoon was gesneuveld. Een terugkerend argument van al die ouders was: wij moeten daar blijven, want als wij daar nu weggaan, zijn al de soldaten die tot dusver zijn gesneuveld voor niets gesneuveld.

Over dat argument heb ik lang nagedacht.

Je zou ook kunnen zeggen: wij moeten daar onmiddellijk weg, want slechts door terugtrekking kunnen wij voorkomen dat er nog meer militairen zinloos omkomen. Bestaat er trouwens zinvol sneuvelen? Je denkt daarbij automatisch aan de Tweede Wereldoorlog, waarin heel wat soldaten en burgers zinvol zijn gesneuveld in de strijd tegen het nazisme.
Maar is de Taliban net zoiets als de Wehrmacht? Jan Pronk heeft tijdens de hoorzitting gezegd dat “de Taliban niet te verslaan zijn”. Stel eens dat Jan Pronk in 1941 had geleefd als Amerikaans politicus, dan was hij misschien één van degenen geweest die had gezegd: “De nazi’s zijn niet te verslaan. De Volkerenbond moet zo snel mogelijk onderhandelen met Hitler”.

En wie is trouwens Jan Pronk? Die werd zelf verslagen door onbekend mevrouwtje uit de PvdA. Die man is een loser, die wéét niet eens wat winnen is en kan dat van anderen natuurlijk evenmin verdragen.

Wat ik ermee wil zeggen is dat een gewone burger zich nauwelijks een serieuze mening kan vormen over de missie in Afghanistan. Als de Amerikanen, de Navo, de Nederlanders en nog veel meer troepen niet in staat zijn twee duizend Taliban-strijders onder de duim te houden, wat is daar dan aan de hand? Af en toe zien wij wat beelden van Nederlandse militairen die door vijandelijk landschap patrouilleren. In de verte hoor je geknal, maar doden zie je bijna niet. Wel komt er een enkele keer een kist aan op vliegveld Eindhoven.

Voor de rest hebben wij eigenlijk geen idee of daar een rechtvaardige strijd wordt gevoerd. Arnon Grunberg is voor NRC/Handelsblad een tijdje mee geweest als speciale verslaggever, maar hij keek naar de gevechtshandelingen zoals een halmaspeler naar een schaakpartij. Daar werd je ook niet wijzer van. Een echt gefundeerd oordeel kun je pas hebben jaren na deze oorlog.

Dus tot die tijd: ik zou het niet weten, als sla je me dood.

Het Parool, 8 december 2007