Beste boek 2007, plus de speech voor Tim Krabbé

Verhalen

Het is dit jaar voor de vijfde keer dat de Max Pam Award wordt uitgereikt. Met nadruk op het woord AWARD, want de Max Pam Award is geen gewone prijs. De Max Pam Award zet zich namelijk af tegen alle andere Nederlandse literaire prijzen. Het Engelse woord Award was nodig om dat te onderstrepen.

Parker Duofold Black Platinum2.jpg

Ik wil niet zeggen dat de Max Pam Award, toen hij in 2003 voor het eerst werd uitgereikt, bedoeld was als een grap, maar diep in mijn hart had ik toen het vermoeden dat de Max Pam Award geen lang leven was beschoren. Het is waar dat er meer prijzen bestaan die verwijzen naar de naam van een befaamd iemand: de Erasmusprijs, de PC Hooftprijs, de Huijgensprijs en de Anna Blamanprijs, dus waarom ook niet de Max Pam Award?
Maar toch, literaire prijzen in Nederland is geen zaak van een eenzame liefhebber, maar van deftige literatoren.

Er zijn in Nederland zo’n kleine 120 literaire prijzen te vergeven. Dus kon er in 2003 nog best een literaire prijs bij. En dat werd niet de Aukje Holtrop Prijs, de Arjan Peters Bokaal of de Harry ten Aschbroek Penning, maar kloek en eenvoudig: de Max Pam Award.

De Max Pam Award wordt gekenmerkt door nog een bijzonderheid. Omdat er in Nederland 120 literaire prijzen zijn, is er in Nederland een veelvoud aan juryleden. Naar schatting lopen er in Nederland zo’n kleine duizend literaire juryleden rond, die allemaal bij elkaar komen, vergaderen, en hun vrouwen de boeken laten lezen. Af en toe schrijft een van hen een juryrapport. Dat is zoals u weet een hele kunst, want volgens een bij wet vastgelegd voorschrift moeten er in juryrapporten zo veel mogelijk clichés worden gebruikt.

Ik zou daarom willen pleiten voor een aparte prijs voor het juryrapport met de meeste clichés. Ik stel voor die prijs de Welten Award te dopen, genoemd naar de Amsterdamse hoofdcommissaris van politie, drs. B.J.A.M. Welten, de absolute wereldrecorder op het gebied van clichés.

Kortom, met duizend literaire juryleden kan er nog best één bij, namelijk Max Pam, die in overleg met Max Pam en in ruggespraak met Max Pam opnieuw het beste literaire boek van het jaar heeft mogen aanwijzen. Uiteraard is dat geen proces dat vanzelf gaat. De Max Pam Award is behalve een literaire prijs namelijk ook een statement. Het is een statement vóór goed geschreven literatuur en het is tevens een statement tegen slecht geschreven literatuur, die ook wel bekend staat als literatureluur.

Nu zult u misschien zeggen: dat is toch logisch, hè, want wie is er nu tegen iets goeds en wie is er nou vóór iets slechts? Maar zo eenvoudig ligt het niet. Of het komt door het drinkwater, of door de koffieshops of eenvoudig door het calvinisme, dat is moeilijk te zeggen, maar in Nederland heeft men in literaire kringen een opvallende voorkeur voor literatureluur. Ik kan deze stelling illustreren met eenvoudig voorbeeld uit een boek dat nog geen twee weken geleden is genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs.

Het gaat hier om de roman Plooierijen van geschik van Lucas Hüsgen. Van die roman zal ik nu de eerste zin voorlezen.

Stoelriemen vast en helm op, daar gaat-ie: “Ach slak die over de varen kruipt, pas neergezakt in jouw bedauwde weiland waag ik te vertellen dat koorden wiegden van een hoge balustrade en bebaarde mannen in kaftans het goud van hun zwaarden bewonderden en toespelingen fluisterden op de met sterren bezaaide hemel boven het veldje met de offergaven, en niets anders overwogen dan de vraag waar de gierpont van de Waal met zijn petten en paardenhoeven, sigaren en balen tarwe de striemende winterstormen boven de Shannon, de kaarsjes die flakkerden op de bruggen over de Spree met de viool van kleine Klaus zal ontmoeten, of de melancholie van de iepen als de Maasoever de regimenten van Willem van Heukelom de Jongere rollebollen in de warmte vergunt”.

Met deze flippica begint Plooierijen van geschik, en hoewel er wordt gesproken over een gierpont op de Waal en een brug over de Spree zal het u vermoedelijk niet verbazen dat deze roman zich grotendeels afspeelt in Nijmegen. Denk niet dat dit deze beginzin een ironische klaroenstoot is om ons wakker te schudden. Plooierijen van gemak gaat eindeloos zo door, 673 onmogelijke pagina’s lang.

Kees ’t Hart, die de roman onlangs in de Groene Amsterdammer besprak, eindigde zijn recensie met de conclusie: “Poging (van de schrijver) geslaagd, lezer overleden”.

En zo is natuurlijk ook. Hermans is dood, Reve is dood, Wolkers is dood, maar wie nog veel vaker in de Nederlandse literatuur komt de overlijden, is de lezer. Vandaar dat de Max Pam Award is ingesteld om de lezer te reanimeren, op te wekken uit de dood, door hem het medicijn van de levende literatuur in te spuiten.

En zo, dames en heren, zijn wij aangekomen bij degene die dit jaar zal worden onderscheiden met de Max Pam Award, bestaande uit een Parker Duofold Platinum Trim International Fountain Pen – Medium Nib. Wat dat allemaal betekent, weet ik niet, maar ik heb mij laten vertellen dat het de Bentley is onder de vulpennen, uitgevoerd in art-decostijl met een 18 karaats gouden penpunt, bekleed met een laagje platina.

Parkerduofold1.jpg

De laureaat van vandaag is niet zo maar iemand, hetgeen wel blijkt uit het feit dat hij juist niet genomineerd is voor diezelfde, zojuist genoemde Libris Literatuur Prijs. De jury van de Libris Prijs heeft nog even bij de uitgever geïnformeerd waarom het bewuste boek niet was ingestuurd, maar de schrijver van dat bewuste boek liet even bewust weten dat hij niet voor een Nederlandse literaire prijs in aanmerking wenste komen.

Behalve dan voor de Max Pam Award!

Dames en heren, ik zal u niet langer in spanning houden, maar de winnaar van de Max Pam Award 2008 is Tim Krabbé, die de prijs heeft gekregen voor zijn roman Marte Jacobs. Nadat de eenkoppige jury tot een oordeel is gekomen, gaat zij naar hoofd – en kunstredactie van HP/De Tijd. Meestal is er dan nog wat heen en weer gepraat, waarbij hoofd- en kunstredactie plachten te vragen: zou je dat wel doen? Die Leon de Winter is niet goed snik, die Henk Romeijn is wel erg oud, of dat boekje van Thomèse gaat wel over een erg dood kind. Maar dit jaar was er totaal geen discussie. De beslissing om Krabbé de Award te geven, was unaniem.

Slechts even werd de vraag geopperd of er geen sprake was van nepotisme of vriendjespolitiek, aangezien er in het verleden toch een zekere vriendschap had bestaan tussen de schrijver en de recensent. De mededeling dat beiden gelukkig al weer een paar jaar gebrouilleerd zijn, of althans meenden gebrouilleerd te zijn, stelde hoofd- en kunstredactie van HP/De Tijd gerust.

Marte Jacobs.jpg

En zo staan wij hier in de Kring, waar ik de schrijver van Marte Jacobs nog heb zien koekhappen en zien stoelendansen. Maar dat was jaren geleden toen Hein Donner nog leefde en de spelletjesavond van De Kring de belangrijkste avond was van het jaar. U bent te jong, omdat dat te weten. Maar gelukkig is de koekhapper en stoelendanser een groot schrijver geworden, en staan wij nu hier weer.

Dames en heren, ongetwijfeld verwacht u nu enkele juichende frasen, zoals: de schrijver is er op voorbeeldige wijze in geslaagd de verschillende verhaallijnen op sublieme wijze bij elkaar te brengen in een bloedstollend drama dat tot einde spannend blijft en dat lezer pagina na pagina meesleept, omdat het zo goed geschreven. Dat zal de jury niet doen, hoewel de jury daarmee beslist niet wil zeggen dat die frase onwaar is. Integendeel.

Maar niettemin wil de jury zich beperken tot de mededeling dat Marte Jacobs van Tim Krabbé een geweldig boek is!

HET UITGEBREIDE JURYRAPPORT:

Het jaar 2006 was het jaar van de dood van Gerard Reve. Niemand schreef zo schitterend over religieuze gevoelens, terwijl Reve eigenlijk niets geloofde. Het jaar 2007 was het jaar van de dood van Jan Wolkers. Niemand schreef zo schitterend over de Bijbel, terwijl Wolkers al lang niet meer geloofde.

Wij groeten de Texelse gladiator op zijn tocht naar het ondermaanse en wij hopen dat er iets bewaard blijft van zijn oeuvre: Turks fruit, Terug naar Oestgeest, Een roos van vlees en vooral zijn essays De schuimspaan van de tijd.

Het jaar 2007 was het jaar van krachtmeting der mastodonten: A.F.Th. van der Heijden en Arnon Grunberg.

Ik wil niet voor de doden spreken, maar ik vermoed dat Martin van Amerongen het een kaboutervete zou hebben genoemd. Natuurlijk had Van der Heijden gelijk toen hij zich eraan stoorde dat Grunberg de zoon van A.F.Th. ten tonele voerde. Maar als je dan toch naar de prijsuitreiking gaat, ga dan gewoon bij het literaire plebs zitten en niet in een aparte kamer. Dat Grunberg een jong kind meenam naar de uitreiking van de AKO-prijs gaf natuurlijk ook geen pas. Had hij onder zijn arm niet een kind maar een vioolkist met daarin een stengun meegenomen, dan had ik daar nog wel begrip voor kunnen opbrengen. Maar nu niet: zo’n kind hoort gewoon op die tijd in bed.

Parker Duofold Black Platinum2.jpg

Aangezien de Max Pam Award ook een opvoedkundige functie heeft, komen beide schrijvers dit jaar niet voor op de lijst. Over Het schrevengericht was de jury niet enthousiast. Het geestige brievenboek Omdat ik u begeer had in een aanmerking kunnen komen, maar de jury heeft begrepen dat Grunberg een cordon sanitair om de Nederlandse literatuur heeft gelegd. “Opdat het nog lang gezellig kan blijven in die literatuur”, schreef Grunberg in de Vlaamse krant De Morgen. De jury wilde het risico van een blauwtje liever niet lopen.

Over kaboutervetes gesproken. Het jaar 2006 was ook het jaar van het afscheid van Martin Ros als boekbespreker bij de TROS Nieuwsshow. Ooit heb ik in dat programma iemand horen vragen of de schrijver Jan Hendrik Frederik Grönloh (pseudoniem Nescio) familie was van Anneke Grönloh, dus naar mijn gevoel is Martin Ros bij de TROS Nieuwsshow altijd uitstekend op zijn plaats geweest. De bijval die Ros na zijn ontslag heeft gekregen, was niet alleen hartverwarmend, maar laat ook zien dat Nederland gek is op clowns.

Minder hartverwarmend was de reactie van Kluun, die opmerkte dat Ros hem eerst uitvoerig had bejubeld, om hem – Kluun – vervolgens in een vlaag van hysterie weer naar beneden te halen. Zelf rees Kluun op tegen de oude garde van de Elsbeth Etty’s en de Gerrit Komrij’s. Ook noemde hij mij, als degene die zijn boek De Weduwnaar besproken zou hebben als “volkomen kut”. Dat is onjuist. Zulke woorden zou ik nooit in de mond nemen. Ik schreef: “Volkomen kuut”.

Vorig jaar merkte ik op: “Het beste boek van 2006 is helaas geen fictie, en is ook niet van een Nederlander. Het boek dat mij het meest leesplezier heeft bezorgd, is The God Delusion van Richard Dawkins”. Het jaar 2007 is het jaar van de Werdegang van The God Delusion. In verschillende landen is het boek inmiddels verboden, in een aantal andere landen worden pogingen gedaan het alsnog te verbieden. Zo stelt momenteel de Turkse aanklager een onderzoek in naar de uitgever die de Turkse vertaling op de markt heeft gebracht. Het onderzoek is gestart naar aanleiding van een aangifte van een lezer, die het boek beledigd vond voor “de heilige waarden” van de islam.

Er zijn dit jaar nog een paar bijzondere boeken verschenen. Allereerst is daar de Nijgh & Van Ditmar uitgave van het werk van Roland Topor. Dit meesterlijke boek bevat verhalen, tekeningen, foto’s en romanfragmenten van Topor. De uitgave is tot stand gekomen dankzij een substantiële (financiële) bijdrage van Arnon Grunberg, waarvoor hulde! Laten wij hopen dat het cordon sanitair voor dit soort projecten af en toe opgeheven kan worden. Veel plezier heb ik ook beleefd aan de essaybundel America Alone van de columnist Mark Steyn. De ondertitel “The end of the world as we know it” maakt al duidelijk dat Steyn niet al te optimistisch is. Er is veel af te dingen op wat deze conservatief te beweren heeft – de moslims worden de baas – maar hij doet dat met een scherpe pen, humoristisch en bijzonder goed geïnformeerd. Bas Heijne zou veel van zijn krachtig proza kunnen leren.

Speciale vermelding verdient een Van Oorschot-uitgave uit de Delta-reeks: Verhalend proza van Carry van Bruggen. Het boek, dat drie romans bevat, is uitstekend verzorgd door J.M.J. Sicking. En tenslotte is daar Tegen het idealisme, een biografie van Pierre Vinken, geschreven door Paul Frentrop. Deze pil is van belang voor iedereen die wil weten hoe je als intellectueel carrière kunt maken in het bedrijfsleven.

Maar dit stuk dient te gaan over de Max Pam Award, uitgereikt voor het beste Nederlandstalige, literaire boek van het afgelopen jaar. Daarom eerst nog iets over deze prijs en de daarbij behorende spelregels.

Eerdere winnaars waren: Léon de Winter voor God’s gym, P.F. Thomése voor Schaduwkind, Henk Romijn Meijer voor zijn bundel Alle verhalen tot nu toe, Harry Prick voor Een andere Boudewijn Büch en Christiaan Weijts voor Art 285b
De jury van de Award bestaat slechts uit één persoon bestaat. De kans is dus klein dat men een jurymandarijn als Rob Schouten in de jury van de Max Pam Award tegenkomt. Winnaars hoeven zich niet te onderwerpen aan het televisieritueel van nominaties en de daarbij behorende vernederingen. Zij hoeven ook niet te luisteren naar juryrapporten, waarvan het glazuur van je tanden springt. Er zijn bij deze Award geen genomineerden. Wel wordt het op prijs gesteld wanneer de winnaar op een kleine, sobere bijeenkomst aanwezig wil zijn om zijn Award in ontvangst te nemen. Mocht de winnaar om moverende redenen – te verlegen, hartkwaal, afkeer van de jury – verhinderd zijn, dan is het ook goed en wordt hem of haar de prijs thuis gestuurd.

De Award bestaat, net als de voorgaande jaren, uit een Parker 51, dit maal de Parker Duofold Platinum Trim International Fountain Pen – Medium Nib. Dat is de Bentley onder de vulpennen, uitgevoerd in art-decostijl met een 18 karaats gouden penpunt, bekleed met een laagje platina.

De jury las dit jaar ongeveer 120 Nederlandstalige romans, waarvan een groot aantal halverwege, of nog eerder, werd weggelegd. Daarnaast las de jury nog een aantal essaybundels, die je tot de literatuur zou kunnen rekenen. Het jaar 2007 was literair gezien iets beter dan 2006, maar de jury miste een nieuwe Hermans, Reve of Wolkers. Dat zal in 2008 niet veranderen. Ook Harry Mulisch, in 2007 tachtig jaar geworden, paste even. Gelukkig is de jeugd in opkomst.
Uiteindelijk kwam de jury tot de volgende longlist van twaalf titels, hieronder naar alfabetische schrijversvolgorde gerangschikt. Dit zijn naar het oordeel van de jury de twaalf beste boeken van het afgelopen jaar:

1. Datumloze dagen – Jeroen Brouwers
2. De wandelaar – Adriaan van Dis
3. In Ierland – Sarah Hart
4. De avonturen van Henry II Fix – Atte Jongstra
5. Oefenen in ontsnappen – Dirk Ayelt Kooiman
6. Amanda Kluveld – Pijn
7. Marte Jacobs – Tim Krabbé
8. De overtreder – Marente de Moor
9. Vladiwostik! – P. F. Thomese
10. Verhoudingen – Henk Romijn Meijer
11. Eindelijk de zee – Thomas Verbogt
12. Het bedrijf – Hans Vervoort

Nog niet eerder voorgekomen: tien romans, één verhalenbundel en één essaybundel. Verder zien wij drie vrouwen en negen mannen. Dat is niet helemaal in balans, tenminste als wij Martin Ros mogen geloven dat alleen vrouwen boven de veertig nog lezen en alleen vrouwen beneden de veertig nog schrijven. (Tussen twee haakjes: geloof Martin Ros nooit!).

Zoals altijd is het een afvalrace en wij komen nu bij de eerste afvallers. Met Eindelijk de zee dacht men dat Thomas Verbogt zijn eerste bestseller zou scoren, maar het kwam er niet helemaal uit. Niettemin viel deze roman in de smaak bij de jury, die noteerde: “Wat in dit opzicht zeker in het voordeel van Verbogt spreekt, is dat zijn romans zeer toegankelijk zijn, bijna op een filmische manier. Ook is Eindelijk de zee gespeend van enige aanstellerij of andere postmoderne rimram. Het boek vertelt gewoon een verhaal, een werkelijk tragisch verhaal dit keer, van a naar b. De Tweede Wereldoorlog speelt er een belangrijke rol in, een duidelijk teken dat Verbogt zijn eigen baan schaatst en zich niets aantrekt van de notie dat die periode in onze literatuur nu toch wel heeft afgedaan”.

Ook nemen wij afscheid van De overtreder van Marente de Moor, tevens het beste debuut van 2007. Volgens de jury zou Karel van het Reve trots zijn geweest als hij deze vertelling over Sovjetemigranten had kunnen lezen. Oefenen in ontsnappen, heet de verhalenbundel, die Dirk Ayelt Kooiman na lange afwezigheid schreef. Een sterke bundel, die je daarom ook Oefenen in ontwaken zou kunnen noemen. “Het zijn macabere, angstaanjagend verhalen, consequent verteld als een wiskundige stelling en ongelooflijk strak van compositie”, aldus de jury.

Helaas haalt Henk Romijn Meijer, de winnaar van 2004, het niet tot de laatste drie. Niettemin wil de jury zijn roman Verhoudingen van harte aanbevelen. “Ontroerend ouderwets”, meende de jury over dit kleine drama uit de jaren vijftig. Amanda Kluveld kwam dichtbij, maar in deze Parijs-Roubaix van de Nederlandse literatuur moest zij het op het laatst afleggen. Zij bleef nog net Hollands welvaren voor, een bundel van Joost Zwagerman, maar slaagde er niet een aantal romans te passeren.

Van alle vrouwelijke columnisten die op dit ogenblik in de Nederlandse bladen paraderen, is Kluveld veruit de scherpste en de beste. Als zij meer over zichzelf schrijft en brutaler wordt, kan zij de nieuwe Renate Rubinstein worden. Haar essays over het menselijk lijden, gebundeld onder de titel Pijn, zijn de jury vaak uit het hart gegrepen.

Nog een vrouw valt af: Sarah Hart met In Ierland, een stemmige roman over de liefde. Voor een man en voor Ierland. De on-Hollandse toon zal menigeen aanspreken. Ook moet er nog even iets worden rechtgezet. In zijn recensie meende Max Pam dat het boek onder het pseudoniem R.Hollander vertaald was door Rudy Koubroek. Maar R. Hollander bestaat echt. Het is een zij en zij heet Reineke Hollander.

Dan komen wij bij Het Bedrijf van Hans Vervoort. Dat moet een driedelig cyclus worden over de Weekbladpers, de uitgever van het weekblad Vrij Nederland. Vervoort was er destijds marktonderzoeker en hij heeft het arbeiderszelfbestuur van die club – en de vele ongelukken die daarbij horen – van dichtbij meegemaakt. Het is half fictie, half non-fictie. Rinus Ferdinandusse, Jan Blokker, Joop van Tijn, Cisca Dresselhuis en andere kanonnen uit de jaren zeventig en tachtig treden op als romanpersonages – gaat dat lezen!

Een nieuwe afvaller: De wandelaar van Adriaan van Dis, één van zijn beste romans. Een belangrijke rol is voor een hond weggelegd. De jury: “Dankzij dit altijd snuffelende en pissende dier – poepen doet het dier opmerkelijk weinig in het boek – wordt de Libris-prijs voorspeld, of iets in die buurt”. Maar voor de Max Pam Award reikt deze roman net niet hoog genoeg.
Een bijzondere vermelding krijgt ook Vladiwostok!, de politieke roman van P.F. Thomése. Geestig, krachtig, goed geschreven, maar komt een neuslengte tekort voor de topdrie.

Wie zal het worden: De avonturen van Henry II Fix van Atte Jongstra, Datumloze dagen van Jeroen Brouwers of Marte Jacobs van Tim Krabbé?

Over De avonturen van Henry II Fix schreef de jury: “Het is avontuurlijk en informatief, het is grappig en soms ontroerend, het is vindingrijk en origineel, en daarenboven is ook nog eens met een vaardige pen opgeschreven, zodat de lezer zich nimmer hoeft te vervelen”. Was Jongstra wat zorgvuldiger met zijn bronnen omgesprongen, dan had zijn boek nog hoger kunnen eindigen. In Datumloze dagen heeft Jeroen Brouwers zich weer een rasromancier getoond. De roman bevat verschillende aangrijpende scènes.

Marte Jacobs.jpg

Maar de winnaar is….Marte Jacobs van Tim Krabbé. Een prachtige roman van een schrijver die al jaren lang een teruggetrokken bestaan leidt en die met veel van zijn voormalige kompanen is gebrouillleerd. Tussen Krabbé en de Nederlandse literatuur botert het niet erg. Mooie boeken die regelmatig verfilmd worden, maar nooit een literaire prijs. Vandaar de Max Pam Award 2007 voor Marte Jacobs. De jury feliciteert Tim Krabbé.

Tim Krabbé.jpg

En dan nu muziek!

HP\De Tijd, 4 januari 2007