Volle kracht vooruit!

Boeken etc

Boot
Hans van Wetering
Uitgeverij: Contact
Sterren: * * *

Dit is een tijd waarin kleine schrijvers grote prijzen krijgen. Of die kleine schrijvers door die grote prijzen ook grote schrijvers worden, valt nog helemaal te bezien.

Achille Lauro.jpg

Wel is het voor recensenten zaak kleine schrijvers die nauwelijks besproken worden in de gaten te houden, en is het voor kleine schrijvers zaak hun boeken onder de aandacht van de recensenten te brengen. Slechts door deze symbiose kan een kleine schrijver tot een grote schrijver worden uitgeroepen.

De afgelopen tijd is mij door de uitgever verschillende malen de verhalenbundel Boot van Hans van Wetering onder de aandacht gebracht. Dat was precies iets voor mij. Je kunt daar als recensent nukkig van worden. Je kunt ook gewoon aan het lezen slaan. Dat laatste heb ik gedaan.

Boot is geschreven volgens een oud recept, waarin de locatie centraal staat. Hoofdpersoon is een flatgebouw, een ziekenhuis of een rood paleis. De mensen die er wonen, liggen of langskomen, zijn in de eerste plaats voorbijgangers. Onderling lijken zij in eerste instantie niet meer gemeen te hebben dan de plaats waaraan zij gebonden zijn. Wolfstonen (2003) van Herman Franke is de laatste Nederlandse roman die volgens dit recept geschreven is.

Boot.jpg

In Boot is een enorm cruiseschip de locatie waar het allemaal om draait. De personages in de twintig verhalen uit deze bundel zijn zelfstandige figuren, maar allemaal hebben zij, in meer of mindere mate, iets met dat schip te maken. Soms wordt het schip de Majestic genoemd, maar of het eigenlijk wel bestaat, is niet helemaal duidelijk. Het schip zou ook een droom kunnen zijn.

Willwn Ruys.jpg

Wel komen wij te weten dat er relatie is met de Willem Ruys, dat gevaarte dat net als de Oranje, ooit behoorde tot de trotse vloot der Nederlandse cruiseschepen. Maar de Willem Ruys bleek in Hollandse handen niet rendabel, werd verkocht, en opnieuw opgetuigd als de Achille Lauro voer het verder onder Italiaanse vlag. In 1985 werd het door de vroege Palestijnse terroristen gekaapt en in 1994 ging het voor de kust van Somalië in vlammen op, waarna het roemloos naar de bodem zonk.

Achille Lauro 2.jpg

Hans van Wetering (1964) is geen schrijver die mij eerder was opgevallen. Hij schijnt gepubliceerd te hebben in een collectief met de weinig aansprekende naam de Tekstfabriek. Die teksten heb ik gemist. Toch toont Van Wetering zich in Boot een verteller met literaire kwaliteiten, hoewel de bundel niet steeds een evenwichtige en consistente indruk maakt. Sommige verhalen – altijd de langere – springen eruit, terwijl je geneigd bent aan de in korte alinea’s samengevatte observaties voorbij te gaan.

Boot heeft een filosofische ondertoon. De personages lijken in eerste instantie rationeel te werk te gaan. Als procesmanager is het bijvoorbeeld hun taak processen te analyseren en op grond daarvan mensen aan te zetten om beslissingen te nemen. Als fotograaf is het hun taak de werkelijkheid te observeren en vast te leggen. Als onderzoeker is het hun taak die werkelijkheid te interpreteren en van ontdekkingen te voorzien.

En in alles wat ondernomen wordt, ligt de mislukking al besloten. Wanneer de procesmanager in zijn persoonlijke leven zelf voor een probleem komt te staan, slaat ook bij hem de twijfel toe en weet hij niet tot een oplossing te komen. Zo verdwaalt hij op weg naar een begrafenis, omdat hij maar niet kan beslissen of hij echt wil gaan. Ook de fotograaf – hij treedt op in verschillende gedaanten – is weinig gelukkig in de werkzaamheden die hij verricht en het lukt hem eigenlijk nooit vast te leggen wat hij in gedachten heeft.

De wetenschappelijke onderzoeker, de bejaarde professor Korzac, kampt op zijn manier met onoverkomelijke tegenslagen. Aan de hand van experimenten met muizen zou hij erin geslaagd zijn God te lokaliseren. Hoe hij dat heeft gedaan, blijft nogal vaag en wat meer science-fiction zou wel zo grappig zijn geweest. In elk geval bevindt het goddelijke gen zich in een muis, het diertje dat kan verdwijnen door het kleinste gaatje. De wetenschapper zal zijn vondst voor het eerst demonstreren op een congres tijdens een cruise, maar de lezer begrijpt het al: dat kan nooit gaan lukken. De muizen ontsnappen, de onderzoeker verdwaalt en God wordt nooit gevonden.

Dit misantropische verhaal doet een beetje Hermansiaans aan en dat geldt voor het meeste dat in Boot te lezen valt. Fotografie komen wij uiteraard ook bij Hermans tegen. En steeds is de strekking dat de wereld te groot en te vijandig is om door de mens rationeel in kaart te worden gebracht. Er is misschien wel een oplossing, maar die wordt niet gevonden, ook al ligt de deur naar uitgang voor het grijpen.

In het laatste verhaal gaat het over een bemanningslid die een enveloppe met geld vindt en daarop besluit zich te verstoppen, om straks heimelijk als een gefortuneerd man het schip te verlaten. Hij leert het leven te leiden van een verstekeling en raakt daar zo verslaafd aan dat hij verzuimt te ontsnappen als de gelegenheid zich voordoet. Dit zelfvernietigend mechanisme treffen wij ook in het verhaal De kalligraaf, waarin iemand die een productieproces wil beschrijven door datzelfde productieproces wordt vermalen.

Het beste verhaal was voor mij De beller (Belhuis Fata Morgana), dat een man beschrijft die langzaam gek wordt van de telefoon, die elke dag precies om zeven uur begint te rinkelen. Aan de andere kant van de lijn vraagt iemand hoe het gaat, om er vervolgens verder het zwijgen toe te doen. Dan krijgt de man te horen dat zijn naam ergens geschreven staat op een muur van een belhuis. Hij, een leraar, gaat er achteraan. Een voor een loopt hij de belhuizen af, maar ook nu laat de werkelijkheid zich niet vangen. Als muis in een tredmolen zal hij zijn lot tot in het oneindige moeten dragen. Daar wordt al weer gebeld.

Boot is beslist een verhalenbundel die de moeite waard is, al zal de lezer er ook enig onnodig schuim in aantreffen. Maar volle kracht vooruit, zou ik zeggen.

HP/De Tijd, 4 mei 2008