Verzekerd!

Gastenhoek

In 2005 had ik met Martin Bril een kleine, tweewekelijkse correspondentie voor het blad Verzekerd!

Bril & Pam 3

Het betaalde goed, dit intern verspreide blaadje voor verzekeraars, maar weinigen zullen onze stukjes gelezen hebben.


Aflevering 9

Pam

Waarde Collega!

Af en toe is het nodig de noodklok te luiden. Met de wereld gaat het bergafwaarts, dat weten wij allemaal. Toch hoop je tegen beter weten in dat het mee zal vallen als jezelf een steentje bedraagt door Multatuli-koffie te kopen, scharrelkippen te eten en je huis te verwarmen met groene energie.

Niettemin, collega, hebben wij één zwak punt: de auto.

Onze auto´s zijn eigenlijk te groot en te snel. Jij hebt zo´n gele Volvo-pijl die op de Duitse autowegen met gemak 250km per uur haalt en ik bezit een Saab met injectiemotor, die ook meer power genereert dan strikt noodzakelijk. Een groot schuldgevoel heb ik er niet over, omdat het nog net binnen de grenzen van het maatschappelijk betamelijke blijft. Vraag me trouwens niet waar die grenzen liggen.

Maar nu is onlangs een Hummer in onze buurt verschenen!

Je weet wel: dat is zo´n zware terreinwagen die speciaal voor het Amerikaanse leger wordt gefabriceerd. Tegenwoordig maken ze ook een versie voor particulieren. Een buurtbewoner heeft er zo eentje aangeschaft, een zwarte, die hij trots elke week aan huis laat oppoetsen door een cleaningbedrijf dat de Hummer met zijn kolossale wielen dwars op de stoep zet. Af en toe gaat onze Hummer-man een broodje bal eten in het café om de hoek en dan parkeert hij zijn tank pontificaal voor het terras.

Ik moet je eerlijk opbiechten dat ik mij groen en geel erger aan die asobak. Dat Jack Spijkerman in een BMW 4×4 rijdt kan ik nog verdragen, maar dit gaat te ver. ´s Nachts droom ik ervan hoe ik die Hummer kan opblazen, maar ik heb begrepen dat zelfs Irakese terroristen daar nog niet in zijn geslaagd.

Wat nu te doen? Vriendelijk vragen op te rotten met dat ding heeft vast geen zin.

Ik heb nog maar één hoop. Laatst las ik in de krant dat de verzekeringen van die dingen torenhoog zijn, omdat zij bij een aanrijding al het andere in de prak rijden. Ik stel daarom voor de premies van de asobakken nog eens te verdriedubbelen in naam van het milieu en de solidariteit. Zullen wij actie voeren?

Je platgewalste collega, Max

Antwoord:

Bril

Geachte collega,

Ik heb je brief met belangstelling gelezen, en herlezen, en kom tot de conclusie dat je jaloers bent. Je wilt eigenlijk ook een Hummer. En anders wel zo’n asoback als waar Jack Spijkerman in rondrijdt, een BMW X5. Vergeleken met dat soort wagens is je Saab met injectiemotor maar een klein, moeizaam functionerend piemeltje – graaf maar eens in je onderbewustzijn en je zult zien dat ik gelijk heb.

Je schrijft over mijn gele flits-Volvo die wel 250 kilometer per uur kan op de Duitse snelwegen. Welnu, collega, ook op de Nederlandse en Franse snelwegen bereikt hij die snelheid moeiteloos. Ik zal het je nog sterker vertellen: hij kan 300 kilometer per uur. Op alle snelwegen ter wereld. Dat je Duitsland erbij haalt, vind ik een beetje zielig. Hoe lang is die oorlog nou al voorbij? Laatst was ik overigens in Duitsland, en er wonen daar hele aardige mensen. Je ziet er ook veel Hummers.

Ik wil ook een Hummer.

Iedereen die geen Hummer heeft, wil een Hummer. Al was het maar omdat het zo mooi klinkt: Hummer. Je voelt hem hummen, die Hummer, en je humt zelf moeiteloos mee. Hum, hum, Hummer. Mijn enige bezwaar tegen de Hummer is dat hij zo lelijk is, maar ja, dat geldt voor alle militaire voertuigen, misschien met uitzondering van de originele jeep waarmee de Amerikanen ons hebben bevrijd.

Dat was best een leuk karretje, en jarenlang hadden wij er thuis een op het erf staan. Die deed het weliswaar niet, maar je kon er wel in zitten en doen alsof. Op die manier heb ik heel wat keren aan de invasie meegedaan. In het verlengde daarvan durf ik dus best te stellen dat Hummer-rijders patriotten zijn, mannen van stavast die de normen en waarden van onze regering ten volle omhelzen. Toen ze klein waren, droomden ze, net als ik, van rechtvaardige oorlogen waar ze een heldenrol in speelden.

Ik ben dus tegen actie, op dit punt. Ik hou trouwens sowieso niet van aktievoeren. Ik heb daar ook helemaal de tijd niet voor. Ik moet hard werken om een Hummer te kunnen verdienen. En jij ook. Jij hebt ook een Hummer nodig. Het milieu redt zichzelf wel, echt waar.

Je Hummende vriend.

MartinBril