Bij de 70ste verjaardag van Bessel Kok

Schaken

Vorig weekend was ik in Praag om de zeventigste verjaardag van Bessel Kok te vieren. Kok is de man die voorzitter van de FIDE was geworden als de zittende president Iljoemzjinov niet op het laatste een aantal congresleden met buideltjes geld had omgekocht.

Bessel Kok

De carrière van Kok is begonnen in Brussel, van waaruit hij als een van de oprichters van Swift het internationale betalingsverkeer weet te regelen. Via Belgacom en KPN komt hij terecht in Praag, waar de privatisering tot stand brengt van de Tsjechische telefoonmaatschappijen.

Praag bevalt hem zo dat hij blijft hangen, niet in de laatste plaats omdat Václav Havel uitgroeit tot een van zijn beste vrienden. Op Bessels verjaardag zou Havel eregast zijn, maar helaas: vorige maand stierf de schrijver, dissident en politicus.

Op het feest waren zo’n tweehonderd gasten uit binnen en buitenland. Onder hen bevonden zich verschillende beroemdheden, onder wie twee wereldkampioenen: Anatoli Karpov en Eddy Merkcx. Daarnaast zagen wij onder meer filmster Sylvia Kristel, tafeltennister Bettine Vriesekoop, altvioliste Esther Apituley en de genadeloze televisiepersoonlijkheid Jan Mulder. Hoewel Karpov en Kok aanvankelijk niet als vrienden door het leven gingen, zijn zij de laatste jaren erg op elkaar gesteld geraakt. Karpov hield dan ook een warme toespraak, zoals ik nog nooit van hem heb gehoord. Bessel heeft Eddy Merkcx  leren kennen via het wielrennen. Nu het schaken goeddeels achter hem ligt, heeft Kok zich gestort op de wielerploeg Quick Step, die hij sponsort samen met zijn zakenpartner Zdenek Bakala. Deze Tsjechische miljardair is groot geworden met de  renovatie van Oost-Europese kolenmijnen.

Hoogtepunt van de avond was de vraag van Esther Apituley aan Eddy Merckx of de kampioen nog steeds zulke mooie, mannelijke kuiten heeft. Merckx wilde ze graag laten zien op voorwaarde dat hij een blik mocht slaan op de kuiten van Esther Apituley. Van het een kwam het ander en op een gegeven moment was een heel gezelschap van feestelijk geklede mensen elkaars kuiten aan het vergelijken.

De volgende morgen zat ik tijdens de brunch naast Karpov, die zich heeft ontwikkeld tot een aimabel mens. Hij zag er tevredenheid uit achter een groot glas Urquell. Karpov vertelde dat hij een nieuwe baan heeft. Hij is namelijk lid geworden van de Doema, het Russische parlement. Zijn partij is een soort federatieve lijstverbinding aangegaan met de partij van Poetin, als ik het tenminste goed heb begrepen. Karpov verzekerde mij dat hij niet de ambitie heeft om het echte politieke handwerk te gaan doen. Nee, hij is voorzitter geworden van de Ecologische Commissie en in die hoedanigheid zal hij heel Rusland doorreizen. Hij verheugde zich nu al op zijn tocht naar Siberië.

Uiteraard kwamen wij te spreken over Baguio City, de plaats op de Filippijnen waar Karpov en Kortsjnoj in 1978 hun legendarische match om de wereldtitel speelden. Ik was daarbij aanwezig als (tamelijk jong) verslaggevertje. Karpov zei dat hij er nog een keer is terug geweest, maar dat er vrijwel niets meer overeind staat. Hij hotel waar Kortsjnoj destijds logeerde, is in vlammen opgegaan. Karpovs hotel – het stond bovenop een berg – is door een aardbeving met de grond gelijk gemaakt. Alleen de speelzaal bestaat nog gedeeltelijk, maar voor de rest is elk fysiek overblijfsel van de match voorgoed weggevaagd.

Met een brede lach vertelde Karpov dat zijn relatie met Kortsjnoj tegenwoordig meer dan uitstekend is. Ik keek daar wel van op, want ik heb nog gezien hoe de twee rivalen elkaar ten diepste aan het haten waren. Maar de tijd heeft kennelijk zelfs deze wonden geheeld. Tegenwoordig is Kortsjnoj is zelfs lid van de Russische schaakclub die door Karpov wordt gesponsord. “Hij stelt zich zeer sociaal op”, zei Karpov, “of hij nu met wit of met zwart moet spelen, maakt hem niets uit. Kortsjnoj heeft zich helemaal in dienst gesteld van het team”. Karpov wreef zich bij die woorden in de handen.

Uiteraard heb ik Karpov ook nog gevraagd waarom hij onlangs de verkiezingen voor het presidentschap van de FIDE heeft verloren. Karpov legde uit dat hij eigenlijk drie maanden te laat was met zijn kandidaatstelling. Op het moment dat Karpov zijn kandidatuur bekend maakte, had de Russen al hun steun beloofd aan de zittende voorzitter Kirsan Iljoemdzjinov. Voorwaarde was dan wel dat Iljoemdzjinov als president van het staatje Kalmukkië zou aftreden. Toch had het misschien nog goed kunnen komen, als Karpov niet plotseling was gesteund door…Kasparov!

Ook dat vertelde Karpov bijna lachend. Kasparov wordt door het Russische staatsapparaat zo gehaat dat zijn steun meer een kus des doods is geweest. Alles waar Kasparov voor is, daar zijn Poetin en de zijnen automatisch tegen. Vreemd genoeg nam Karpov het zijn oude tegenstander niet kwalijk, tenminste dat zei hij. Ook met Kasparov onderhoudt hij, naar eigen zeggen, goede contacten. Conclusie: proberen wereldkampioenen in hun glorietijd de FIDE te gebruiken, zodra de jaren des onderscheids zijn aangebroken, kijken ze toch met hele andere ogen naar de Wereldschaakbond.

Zelf is Bessel Kok geen groot schaker, maar toch heeft hij één partij gespeeld die de wereld is rondgegaan. In 1990 duelleerde hij met Havel bij de opening van een schaaktoernooi in Praag. Havel werd geassisteerd door zijn medewerker Jiri Krizan, een redelijk sterke schaker. Kok werd een beetje voorgezegd door grootmeester Kavalek. In hun enthousiasme vergaten Havel en Kok helaas wel eens hun secondanten om raad te vragen. Met begrijpelijke gevolgen. Hieronder de partij. Van het ironisch commentaar van Kavalek in de Huffington Post heb ik dankbaar gebruik gemaakt.

Havel-Kok (Praag 1990)
1. d2-d4 d7-d5 2. e2-e3 Pg8-f6 3. Pg1-3 Lc8-g4 4. h2-h3 Lg4xf3 5. g2xf3

Je zou 5. Df3x verwachten, maar volgens Kavalek is deze al eens door Wilhelm Steinitz aanbevolen.

5. … Pb8-c6 6. Pb1-c3 e7-e6

Meer in lijn is 6. … e5, maar wij zijn niet kinderachtig.

7. Dd1-e2 Lf8-b4 8. Lc1-d2 8. 0-0 9.0-0-0

Als ik Kavalek goed begrijp, wilde Havel eerst zijn koning op b1 zetten, maar daar kwam natuurlijk niets van in. Instinctief deed Havel, volgens Kavalek iets, wat de Italiaanse romantici in de zestiende eeuw ook deden.

9. … e6-e5 10. d4xe5 Pc6xe5 11. f3-f4!

En hier schrijft Kavalek dat wit de val ontloopt: 11. Pd5x? Dd5x 12. Lb4x Da2x 13. Lf8x Da1+ 14. Kd2 Db2x 15. Le7 Pd5 en weliswaar heeft zwart nu een toren minder, maar hij heeft van fantastisch tegenspel, bijvoorbeeld: 16.Ke1? Dc3+ 17. Td2 Da1+ 18. Dd1 – 18. Td1 Da5+ 19. Td2 Pc3 en wint – 18. … Pc3! 19. Da1x Pf3x mat. Of Kok dit allemaal gezien heeft!?

11. … Pe5-d7 12. Th1-g1 c7-c6 13. a2-a3 Lb4-a5 14. e3-e4

“Opgewonden door zijn goede vooruitzichten op aanval zette Havel eerst zijn pion op e5, maar die werd al snel een veld teruggeduwd.

14. … d5xe4

Kavalek: “Na 14. … Lxc3 15. Lc3x de4x  was Havel klaar voor de prachtige combinatie: 16. Tg7x+!! Kg7x 17. Dg4+ Kh8 18.Td7x met spoedig mat”.

15. Pc3xe4 Pf6xe4!?

Hier kon zwart eenvoudig gelijk spel halen met 15. … Ld2x+!? 16. Pd2x – nog minder is 16. Td2x Te8 – 16. … Dc7 en zwart heeft niets te vrezen.

16. Ld2xa5 Dd8xa5 17. De2xe4 Pd7-f6 18. De4-e7 Ta8-b8?

Diagram1Havel-Kok

Een blunder, want nu kan wit een stuk winnen met 19. Df6x! Om dit te voorkomen had zwart 18. … Df5 moeten doen.

19. Lf1-c4?

Best een goede zet, ware het niet dat hij dus het paard had kunnen pakken.

19. … Da5-f5 20. Td1-d4

Dreigt 20. Tg5, maar volgens Kavalek was 20. De5 beter.

20. … c6-c5?!

Maar dit is minder sterk. Na 20. … Tbe8! 21. Db7x Pe4 is zwart aan het roer.

21. Tg1-g5

en door zwart opgegeven. “Hopeloos”, zei Bessel, denkend dat alsnog dat paard zou verliezen, maar niets is minder waar, want na 21. … Tbe8! 22. Tf5x Te7x 23. Tc5x heeft wit weliswaar een pion meer, maar is het nog lang niet gewonnen.

Maar met die uitslag kon zelfs Kok vrede hebben.

Het Parool, 14 januari 2012