Het raadsel van Hitlers beul

Boeken etc

Hitlers beul, leven en dood van Reinhard Heydrich (1904-1942)
Robert Gerwarth
Vertaling: Gerrit Jan Zwier
Uitgever: Balans
Sterren: * * * *

Heydrich

Vorige maand was ik in Praag en op een uitgestorven zondagmorgen kon ik niet nalaten een kleine bedevaart te maken. In de tijd die mij ter beschikking stond, besloot ik een aantal plaatsen te bezoeken, die altijd gelieerd zullen blijven aan de naam van Reinhard Heydrich, de beul van Hitler, die ook wel “de slager van Tsjecho-Slowakije” wordt genoemd.
De persoon Heydrich was al enigszins voor mij gaan leven tijdens het proces tegen de kampbewaker Iwan Demjanjuk, dat ik voor de Volkskrant heb mogen verslaan. Demjanjuk was werkzaam in het vernietigingskamp Sobibor.  Deze fabriek des doods werd gebouwd, nadat op de Wanseeconferentie van 20 januari 1942 de beslissing werd genomen om alle Europese Joden fysiek te vernietigen. Heydrich was voorzitter van de conferentie.

Toen Heydrich vier maanden later bij een aanslag zelf werd doodgeschoten door twee Tsjechische verzetsstrijders, verhevigden de nazi’s hun inspanningen in de Holocaust. De operatie, waarbij honderdduizenden Joden werden opgepakt en gedeporteerd en waarbij het radertje Demjanjuk in Sobibor terechtkwam, had de codenaam Reinhard(t). Inderdaad, dat was een ode aan de man die volgens de Duitsers zo lafhartig was abgeknald.

De wraak van de Duitsers zou vreselijk zijn. En inderdaad, de wraak van de Duitsers overtrof zo’n beetje alles wat er op het gebied van wraaknemingen  door de nazi’s al was gepresteerd.|

Wat mij tot de bedevaart ook aanzette, was de bestseller van Laurent Binet: HhhH, Himmlers hersenen heten Heydrich. In dit boek onderneemt deze jonge Franse auteur een persoonlijke zoektocht naar Heydrich. HhhH, gepresenteerd als een roman, werd in 2010 ook onderscheiden met de Prix Goncourt. Niettemin bevat HhhH meer non-fictie dan fictie. Het boek is ook meer waar dan verzonnen, al is het misschien minder geschiedschrijving dan literatuur.
Op die zondagmorgen in Praag hield ik een taxi aan. Die zou mij naar Lidice brengen, vijftien kilometer buiten Praag. Daarna zouden wij terugkomen en zou ik uitstappen bij de kerk in de Praagse binnenstad, waar Jozef Gabčík en Jan Kubiš zelfmoord hadden gepleegd toen de Gestapo hen dreigde te arresteren. Gabčík en Kubiš waren degenen die Heydrich hadden geliquideerd, maar hun onderduikadres in de kerk was verraden.

Heydrichs auto

Het lot van Lidice vertoont enige overeenkomst met dat van het Nederlandse Putten. In beide stadjes werd praktisch de bevolking uitgemoord, nadat er een aanslag was gepleegd. SS’ers als Heydrich en Rauter reden in een cabriolet. Punt van verschil is echter het eindresultaat. Rauter zat bij de eerste aanslag niet in de auto. Bij de tweede aanslag wel, maar die overleefde hij, ondanks enkele zware verwondingen. Bij Heydrich was een tweede aanslag niet nodig. Aangeschoten haalde hij het ziekenhuis en als hij zich op tijd had laten opereren, was er vermoedelijk niets aan de hand geweest. Maar Heydrich vertrouwde de Tsjechische chirurg niet en liet er een uit Duitsland komen. Dat kostte tijd, waardoor een infectie greep kreeg op zijn lichaam. Als er toen in Praag antibiotica was geweest, had Heydrich het overleefd. Maar die was er niet en zo stierf  Heydrich op 4 juni 1942. Hij kreeg een staatsbegrafenis, waarop Himmler (zijn mentor) en Hitler (zijn idool) geëmotioneerde toespraken afstaken.

In Lidice staat op een heuvel een klein museum op. In het dal is men bezig een een soort herdenkingspark aan te leggen. De nazi’s waren destijds nogal trots op represailles. De vernietiging van Lidice werd breed uitgemeten in de Duitse bioscoopjournaals. Hoe wereldvreemd de nazi’s in 1942 waren, blijkt wel uit het feit dat zij tamelijk verrast reageerden op de negatieve publiciteit die hun daad internationaal opriep. Niks eer en wraak, maar afschuw over het zinloos bloed vergeten. Bij Mexico City en Caracas werd zelfs dorpjes gesticht die zich ook Lidice noemden. Dat was niet helemaal de bedoeling en bij aan latere wraakacties gaven de Duitsers minder publiciteit.

Na Lidice reden wij naar de kerk waar de aanslagplegers hun einde vonden. De kogelgaten zitten nog in de buitenmuur. Die heeft men zorgvuldig geconserveerd. Even voorbij de kerk, is het cafétje waar Binet in HhhH aan refereert. Aan de muren hangen foto’s van de aanslag. De open BMW van Heydrich, die door een granaat is getroffen, prachtig in zwart-wit. Zittend aan een tafeltje kun je de afbeeldingen nog eens goed bekijken en ondertussen goulash eten en een pilsje drinken. Hij leven is zo slecht nog niet voor een toerist die in de geschiedenis is geïnteresseerd, en ik ben hier beslist niet de enige die het leven van Heydrich naloopt.

Hitlers beul

Lange tijd is het leven van Heydrich in nevelen gehuld geweest, maar nu is hij ontdekt als historisch onderwerp. Terug in Nederland zie ik dat Hitler’s Hangman, The Life of Heydrich is vertaald. Deze biografie van Robert Gerwarth is na de roman van Binet verschenen, waardoor wij ons de vraag kunnen stellen: wat is nu eigenlijk indrukwekkender: roman of biografie, fictie of non-fictie?

Als ik uiteindelijk moet kiezen, dan kies ik toch voor de biografie. In dit geval is de werkelijkheid zo gruwelijk en intussen zo fascinerend dat daar geen fictie tegenop kan. Zelfs niet als die fictie komt van een schrijver met talent. In zijn biografie beschrijft Gerwarth het leven van Heydrich minutieus, zonder langdradig te worden. Integendeel, ik zou zo nog vierhonderd pagina’s over Heydrich willen lezen. Maar dan, zo vermoed ik, zou Heydrich nog steeds een mysterie blijven.

Want het meest verwonderlijke aan het leven van deze kampioen van de oorlogsmisdadigers is dat hij een uitstekende opvoeding heeft genoten. Zijn vader beheerde een conservatorium en was een erkend componist van opera’s. Zelf was Reinhard geen onverdienstelijk violist. Hij had een helder verstand en niets wijst erop dat hij in zijn jeugd is gedwarsboomd door een Jood of een groep Joden. Het is waar dat zijn carrière bij de marine tot een vroegtijdig einde kwam en dat Heydrich door een arrogante houding daar zelf aan heeft bijgedragen, maar dat kan toch niet de ultieme verklaring zijn voor het feit dat Heydrich uitgroeide tot een van de fanatiekste Jodenhater en tot de architect van de Holocaust. Naast Hitler is Eichmann lang beschouwd als de vertegenwoordiger van het absolute kwaad, maar vergeet niet dat Heydrich in de Duitse gezagsstructuur de baas was van Eichmann. Terecht merkt Gerwarth op dat Heydrich, had hij de aanslag overleefd, zonder meer in Neurenberg de doodstraf had gekregen. Tenzij hij natuurlijk eerder zelfmoord had gepleegd.

Thuis was Heydrich de ideale vader en ook na de oorlog hebben zijn kinderen nooit afstand van hem willen nemen. Zijn vrouw Lina trouwens ook niet. Het grote raadsel van het nazisme is toch dat het miljoenen mensen heeft laten geloven in rassentheorieën, die geen enkele wetenschappelijke grond bezaten. Integendeel, in veel gevallen waren de Duitse universiteiten de drijvende kracht achter al die flauwe kul. Dat stemt tot nadenken over het kuddegedrag van de mens.

HP/De Tijd, 3 februari