Ons hele leven wordt een zelfsturende auto

Columns

Mijn grootvader van moeders kant had voor de Tweede Wereldoorlog een eigen bank. Eigenlijk was het meer een bankje. Voor centen en stuivers kochten mensen zegeltjes bij hem, om later hun inleg met een kleine rente terug te krijgen.

Wolseley

Het moet hem goed zijn gegaan, want mijn grootvader liet een villa bouwen bij de Heemsteedse Dreef. Van dat huis herinner ik mij dat je naar buiten moest om in een aanbouwtje je behoefte te doen, aangezien de architect de wc vergeten was.

Mijn grootouders behoorden tot de eersten met een auto: een Wolseley. Prachtige auto’s waren dat, met een houten dashboard en een verlicht merkteken op de radiateur. Die Wolseley zou ook de ondergang worden van het familiekapitaal. Ten minste één keer per jaar maakten mijn grootouders een reis door Europa. Ze reden naar Berlijn, Praag en Parijs, maar vooral ook naar Monaco, waar het eenvoudig was om een fortuin te spenderen. Bij het openen van het testament bleek dat al het geld er doorheen was gedraaid. Ik zie nog de teleurgestelde gezichten.

Grootouders 2

                                                                                     

                                                              (mijn grootmoeder, mijn moeder en mijn grootvader)

 

Mijn moeder heeft de reislust van haar moeder geërfd. Zij heeft mijn vader overal naartoe gesleept, tot ver na zijn pensioen. Als het weer zo ver was, werd de auto helemaal volgeladen. Dat was een nauwkeurig werkje dat een week kon duren, zeker als ook het imperiaal meeging. En dan opeens waren ze vertrokken, naar Spanje, Portugal of Finland. Soms stuurden ze een kaartje, maar soms wist ik een paar maanden niet waar mijn ouders zaten. Zonder auto had hun leven er anders uitgezien. De auto vertegenwoordigde hun gevoel van vrijheid. Die bracht je waar anderen je niet meer konden vinden.

Het tijdperk van de auto als vrijheidsbrenger is definitief voorbij. Als het rekeningrijden wordt ingevoerd, valt van elke auto precies na te gaan waar die zich bevindt. Onlangs heeft de fiscus geprocedeerd om parkeergegevens doorgespeeld te krijgen en deze week werd bekend dat de eerste zelfsturende auto’s op de Europese wegen zijn gesignaleerd. Verkeersminister Melanie Schultz is enthousiast over deze auto’s die snelheid, afstand en inparkeren zelf regelen. De volgende stap is natuurlijk dat de bestuurder niet meer mag rijden, omdat zelf rijden gevaarlijker is. Dat zal uit alle onderzoeken blijken.

Een paar jaar geleden heeft de historicus Roelof Bouwman in HP/De Tijd het eigenaardig verschijnsel beschreven dat wij ons misschien wel vrij voelen, maar dat wij in feite steeds minder vrij zijn. Ons hele leven, van de wieg tot het graf, begint een zelfsturende auto te worden.

Het begint al met de verplichte geboorteaangifte en elektronische kinddossiers. Daarna gaan wij verplicht naar school. Was het in de 19de eeuw nog gewoon je kind thuis onderwijs te geven, tegenwoordig werkt de overheid dat tegen met grote verbetenheid. Er ligt zelfs een sadistisch plan om de leerplicht te verhogen tot 23 jaar, juist voor kinderen die niet willen of kunnen leren. Een even krankzinnig netwerk van Citotoetsen bepaalt welke opleiding je kind mag volgen.

Sinds 1838 bepaalt de staat ook op welke leeftijd (18) je mag trouwen, maar bij zwangerschap kan de minister van Justitie dispensatie geven. De verplichte ziektekostenverzekering bestaat pas sinds 1941, want die is door de Duitsers ingevoerd. Zelf heb ik wel eens uitgerekend dat ik goedkoper uit was geweest als ik niet had meegedaan aan die afgedwongen solidariteit. Bovendien bepalen verzekeringsmaatschappijen in het huidige systeem steeds meer voor wat je mag worden geholpen, en door wie en voor hoeveel. Trouwens als ikzelf al die AOW-premies op een spaarrekening had gezet, was ik nu een rijker mens.

In zijn schier eindeloze opsomming van vrijheid beperkende maatregelen noemt Roelof Bouwman ook de borrel. Steeds meer gaat de overheid zich bemoeien met ons consumptiepatroon. Ten aanzien van alcohol heet dat ‘de beteugeling van het misbruik van sterke drank’. Het hoogtepunt van die betutteling kwam onlangs, toen Amsterdamse cafés te horen kregen dat dronken klanten niet meer worden getolereerd. Na drie keer wordt de tent gesloten. Armzaligen van geest: als je niet meer dronken mag zijn in een café, waar dan nog wel?

Ooit verklaarde de psycholoog Johan Barendregt dat ieder mens één keer in zijn leven LSD moet hebben gebruikt, maar dat mag ook niet meer. Zelfs in het graf staan wij nog onder curatele, want de overheid staat te trappelen om onze nog bruikbare organen te confisqueren.

De filosoof zegt dat vrijheid een illusie is, net als de vrije wil, maar dat het zo loopt, is wel erg jammer.

de Volkskrant, 4 december 2013. Zie ook voor reacties.