Hollandse humor in Soho but not for Dutchmen

Beweringen en bewijzen

Sinds de dood op Theo van Gogh waart er een spook door Nederland. Het spook van de humorloosheid. Humor is iets voor seizoenarbeiders geworden, die er veel geld mee verdienen. Hun hoogtijdagen vallen rond oud en nieuw, zoals je voor schrijvers de boekenweek hebt. De televisie bracht een recordaantal oudejaarsconferences en een maand lang waren cabaretiers niet van het scherm te slaan. Allemaal tegelijk – samen lachen – gingen wij Nederlanders er pontificaal voor zitten en pas toen wij onze jaarlijkse portie humor hadden binnengekregen, kon het zouteloze leven zijn gang hervatten.

Afgelopen week was ik in Londen en hoorde ik een Engelse vader tegen zijn dochter zeggen: “Roos, je zou je mij ongelooflijk gelukkig maken als je niet langer op je stoel zou wiebelen”.
Een Nederlandse vader zou zeggen: “Roos, hou daar onmiddellijk mee op!”.

Intussen marcheert, onder leiding van Doekle Terpstra, J.A.A. van Doorn, Mohammed Rabbae en André Rouvoet, een lang stoet van humorlozen door het Nederlands landschap. Ze hebben zure, bezorgde gezichten en zij zien de toekomst somber in als wij geen gehoor geven aan hun oproepen. De ondergang van het avondland is in zicht als wij niet naar deze onheilsprofeten luisteren. Samen werken, samen leven, samen wonen.

Maar, o, wat ben ik blij dat ik mijn buurman nauwelijks ken! En ik heb sterk de indruk dat mijn buurman daar precies zo over denkt.

Samen neuken mag trouwens weer niet van minister Rouvoet. Hij deed “een moreel appel” op de omroepen die van zins zijn, de overjarige pornofilm Deep Throat uit te zenden. De leus “Make love no war” is al even bejaard, maar de overeenkomst met de Vietnam-oorlog ligt voor de hand. De minister van dat morele appel heeft zelf bloed aan zijn handen. Het bloed van de onschuldige slachtoffers, die bijna dagelijks vallen door het optreden van Nederlandse militairen in Afghanistan.

Als er ooit een Derde Wereldoorlog uitbreekt, zal het geen oorlog zijn tussen Oost en West, tussen arm en rijk of tussen de godsdiensten onderling, maar het zal een wereldoorlog worden waarin de humorlozen rücktsichlos iedereen uitroeien die niet voldoet aan hun moreel hoogstaande verwachtingen. Churchill won nog de vorige keer, maar een herhaling van die uitkomst is lang niet zeker.

Waaraan herkent men de humorloze? De humorloze bezit doorgaans dingen, gedachten en ideeën die heilig voor hem (of haar) zijn. Hoe heiliger, hoe humorlozer. Van de humorloze mag niemand aan zijn heilige dingen, gedachten en ideeën komen. Soms zijn die zelfs zo heilig dat de humorloze er een moord voor zou willen doen.

Halt!

Wordt dit stukje zelf niet humorloos? Is hier zo’n verlichtingsfundamentalist aan het woord, zo’n “zogenaamde” kampioen van de vrijheid van meningsuiting, zo iemand voor wie alleen ironie heilig is? Twee negentigjarigen komen bij de advocaat, omdat zij willen scheiden. Zegt de advocaat: “Maar mevrouw, mijnheer, scheiden na zeventig jaar huwelijk, heeft dat wel zin?”. Waarop de man antwoordt: “Wij hebben gewacht tot de kinderen dood zijn”.

Hans Teeuwen.bmp

Ik ging naar Londen om Hans Teeuwen te zien. Hij staat dezer dagen in het Soho Theatre, waar hij een solo-optreden in het Engels doet. Van The Guardian kreeg hij vijf sterren, het hoogste aantal. Van The Times kreeg hij er vier. In Engeland wordt hij gepresenteerd als de “stand-up comedian in exil”. De man “die na de moord op zijn vriend Theo van Gogh niet meer in Nederland optreedt”. Hans Teeuwen heeft geen kinderen, maar als hij die wel zou hebben, zou hij ze onder politiebegeleiding naar school moeten brengen. Grapje! Hoewel Teeuwen vooral materiaal had uitgezocht dat tijdloos is, kreeg de voorstelling daardoor toch een politieke lading.

Teeuwen vertelt geen moppen, zijn verhalen overstijgen in absurditeit die van Freek de Jonge in zijn beste tijd. Bovendien is Teeuwen zeer muzikaal. Hij speelt prachtig piano en hij heeft een zangstem waar je u tegen zegt. Hij heeft zeer getraind op zijn timing. Hij deed een buikspreeknummer met een muppet-achtige handschoen, waarbij de gimmick was dat de buikspreker steeds net te laat is, zodat je het vreemde effect krijgt dat buikspreker en pop niet synchroom lopen. Het overkomt me niet vaak, maar tranen biggelden me over de wangen.

Het was zo vol dat wij moesten inschikken, zoals bij een Japanse hogesnelheidstrein. Misschien kwam het door het weekend, maar mijn indruk was dat tachtig procent van het publiek uit Nederlanders bestaat. Voor Teeuwen is dat teleurstellend, en hij overwoog dan ook een bordje “Uitverkocht” op te laten hangen. Engelsen kunnen dat bordje niet lezen en de Nederlanders worden erdoor afgeschrikt. Als dat niet helpt, moeten er hardere maatregelen worden genomen: “Holländer nicht erwünscht”.

Gezegd moet worden dat al die Nederlanders zich voorbeeldig gedroegen. Ze waren allemaal gekomen om Teeuwen een steuntje in de rug te geven bij zijn internationale doorbraak. Misschien wilden ze getuige zijn van iets historisch, maar waarschijnlijker lijkt het me dat zij het ook een verademing voelden om zo’n gebeurtenis buiten Nederland te kunnen beleven. Eens kijken wat er vandaag weer wordt verboden of verbrand.

de Volkskrant, 31 januari 2008