Geld!

Columns

Geld!

Mijn hele leven heb ik er veel te weinig van gehad en mijn hele leven heb ik verlangd naar meer. Ik heb ervan gedroomd miljonair te worden. Wat zeg ik: miljardair! Niet in guldens, maar in euro’s. Elke dag flitst het wel even door mijn hoofd hoe heerlijk het zou wezen om verschrikkelijk rijk te zijn.

Stinkend rijk, ik zou er geen enkel moreel bezwaar tegen hebben.

Geld!

Ik weet ook al wat ik zou doen als ik stinkend rijk was. Ik zou de hele boel sluiten. Wegtrekken uit Nederland, wegtrekken uit dat smerige gat dat Amsterdam heet. Ik zou een grote villa kopen in Zwitserland, het allersaaiste land van de hele wereld. Ik zou mijn kinderen op de beste Zwitserse scholen plaatsen. Geen wachtlijsten voor het Barleus, en niks geen loting. Mij zien ze hier nooit meer terug.

Geld!

Aan liefdadigheid zou ik niets doen, tenzij honderd procent fiscaal aftrekbaar. De wereld is stampvol met steenrijke landen, die niets ondernemen tegen de armoede, dus waarom zou ik wel iets doen? Ik zou een prachtig museum kunnen opzetten, zoals Guggenheim en Getty hebben gedaan, maar waarom zou ik? Die musea zijn er al, ik zou er niets aan kunnen toevoegen. Ik zou een eigen krant kunnen beginnen, maar de kranten verliezen alleen maar abonnees. Ik zou een film van Theo van Gogh kunnen sponsoren, maar dat hoeft niet meer. Ik zou een huurmoordenaar kunnen inhuren om allerlei vervelende mensen uit de weg te ruimen, maar ik ken mijzelf: als ik het doe, komt het meteen uit. Al het geld van de wereld is onvoldoende om mij beter te leren liegen. Ik zou Heineken kunnen opkopen om beter bier te maken, maar waarom? De mensen zijn tevreden met Heineken, anders zouden ze het niet overal ter wereld drinken. Ik zou een eigen televisiezender uit de grond kunnen stampen om tegenwicht te bieden aan al die kutprogramma´s van de EO tot en met Talpa, maar het zou geen zin hebben. Mijn kijkcijfers zouden veel te laag zijn. Ik zou Noord-Korea kunnen laten bombarderen, maar daarvoor is een miljard weer niet genoeg.

Geld!

Erven is natuurlijk het mooiste wat er is. Je krijgt geld, waarvoor je geen zak hebt uitgevoerd. Anderen hebben zich ervoor uit de naad gewerkt, maar die zijn zo stom geweest om al dat zuur verdiende geld niet uit te geven, zodat jij het nu kunt verbrassen. Logisch dat er nergens zo veel ruzie wordt gemaakt en zo veel wordt geprocedeerd als onder erfgenamen.

Geld!

Als je Wim T. Schippers in een café een drankje aanbood, vroeg hij altijd: “Mag ik ook het geld?”.

Geld!

Mijn hele leven heb ik ook nooit iets substantieels geërfd. Mijn grootvader van moeders kant had een klein privé-bankje. Hij leende arme mensen geld, waarvoor hij via een zegeltjes-systeem woekerrente ontving. Hij heeft in Heemstede een eigen huis laten bouwen, maar toen het klaar was bleek er geen wc in te zitten, omdat de architect die op de bouwtekeningen vergeten was. Zijn vrouw, mijn grootmoeder, had een gaatje in haar hand. Zij moest één keer in het jaar naar Monaco om te spelen en maakte dan alle woekerrente op. Op een dag was het afgelopen met de zegeltjes en werd mijn grootvader boekhouder in een garage. Na zijn dood was er niets meer. De kinderen hebben nog in de tuin gegraven omdat zij dachten dat daar een kist met juwelen verstopt moest zijn, maar zij vonden alleen een dode mol.

Geld!

Mijn grootvader van vaders kant is in de oorlog naar Westerbork getransporteerd. Toen hij daar aankwam, had hij f0,45 (vijfenveertig cent) op zak. Zijn huisraad en andere bezittingen waren hem al afgenomen en nu moest hij ook zijn f0,45 inleveren. Die 0,45 cent, plus zes maal de inflatie, heb ik bijna zestig jaar later teruggekregen. Helaas kon mijn vader dat niet meer meemaken. Hij had er nog net een pakje goedkope sigaretten van kunnen kopen. Ikzelf heb nog wat Wiedergutmachung gekregen, niet voor mijn grootvader maar voor mijn vader die de bevrijding wel haalde, maar die al zijn dure boeken was kwijtgeraakt. Een paar duizend euro, gratis en voor niets, toch mooi meegenomen. Ik vond dat ik er geen recht op had, want ik heb die hele rotoorlog helemaal niet meegemaakt.

Geld!

Aga Khan2.jpg

Ik droom er wel eens van Aga Khan te zijn. Ooit heb ik een krantenfoto uitgeknipt waarop je Aga Khan II ziet in een vol stadion te Bombay. Voor hem staat een enorme weegschaal en op die weegschaal staan dozen vol diamanten. Het is een gift van zijn dankbare onderdanen. Dat wil ik ook: dankbare lezers van het Financieele Dagblad, die zo gegrepen zijn door dit stuk en door alles wat ik in het verleden geschreven heb, dat zij bereid zijn mijn gewicht (73 kilo) in diamanten te verzamelen en aan mij te geven. En het hoeft niet eens in de Amsterdam Arena te gebeuren.

Nu zult u misschien zeggen: als je zo graag zo veel geld wilt hebben, waarom heb je dat dan niet gewoon verdiend? Aan klagen heb je niets, luiwammes. Aan de slag!

O ja?

Voor dit stukje krijg ik 400 (vierhonderd euro). En als het wordt voorgelezen voor BNR Nieuwsradio krijg ik er nog eens 100 (honderd) euro bij. Met andere woorden: om een miljard te verdienen moet ik 20.000.000 (twintig miljoen)van dit soort stukjes schrijven, ervan uitgaande dat ik daarbij de belasting kan ontduiken.

Geld!

In volgend leven ga ik gewoon in de wapenhandel.

Financieele Dagblad, 13 augustus 2005