De vraag van Hans Wiegel

Columns

In de Koran *) staat: “De ongelovigen zullen op de Dag des Oordeels braden in het Hellevuur”.
Dat mag je zeggen, maar waarom zou je dat willen?

In de Koran staat: “God heeft de harten van de ongelovigen verzegeld en over hun gehoor en hun blikken is een sluitdoek. Voor hen is een ontzaglijke bestraffing weggelegd”. En: “De ongelovigen zijn de slechtsten der schepselen”. En: “De ongelovige is hij die voort kruipt op zijn gezicht”.

Dat mag je zeggen, maar waarom zou je dat willen?

Koran.jpg

In de Koran staat: “Zij die ongelovig zijn, niet zullen hun bezittingen noch hun kinderen hun iets baten bij God. Dat zijn lieden van het Vuur, eeuwig-levend daarin”. En: “Wij zullen de ongelovige op zijn neus een merkteken plaatsen”. En: “God heeft hen die ongelovig zijn teruggestoten in hun verbolgenheid, zodat zij niets goeds gekregen hebben”.

Dat mag je zeggen, maar waarom zou je dat willen?

In de Koran staat over de ongelovige: “Wij hebben boeien gelegd aan hun nekken die reiken tot hun kinnen, zodat zij verstijfd zijn. En Wij hebben vóór hen een wal gesteld en achter hen een wal en Wij hebben hen overdekt, zodat zij niet kunnen zien”. En: “Zij die niet geloven in het latere leven voor hen hebben Wij hun daden schoon doen schijnen, zodat zij dolen. Dat zijn degenen voor wie kwade bestraffing is en die in het latere leven de verliezers zijn”.

En in de Bijbel zegt Jezus: “Mijn vijanden, die niet gewild hebben dat Ik over hen koning zou zijn, breng ze hier en sla ze hier voor mij dood?”. En Jezus zei ook: “Meen niet dat ik gekomen ben om vrede op aarde te brengen. Niet de vrede breng ik u, maar het zwaard”. Bovendien merkte Jezus op: “Ik ben gekomen om vuur op aarde te werpen, geen vrede, maar verdeeldheid”.

Dat mag je zeggen, maar waarom zou je dat willen?

In de Koran staat geschreven: “Wie ongelovig is die zal Ik er korte tijd van doen genieten, daarna zal ik hem met geweld brengen naar de bestraffing van het Vuur en een kwade gang is dat”. En: “Zij die ongelovig zijn, zijn in leugen-verklaring, maar God omvat hen van achteren”. En: “Als gij eens zaagt wanneer de engelen de doodschuld invorderen van hen die ongelovig zijn hoe zij hen slaan op hun gezichten en hun ruggen: smaakt de bestraffing van de brand”.

Dat mag je zeggen, maar waarom zou je dat willen?

In de Koran staat over hen die buiten God spreken: “Vreest dan het Vuur waarvan mensen en de stenen de brandstof zijn dat voor de ongelovigen is bereid”. En: “Wanneer de ongelovigen op een benarde plaats in hem neder geworpen worden, aan elkander gekoppeld, roepen zij aldaar om vernietiging. Roept heden niet éénmaal om vernietiging, maar roept vele malen om vernietiging”.

Dat mag je zeggen, maar waarom zou je het willen?

In de Koran staat: “Toen greep hen de kreet in wezenlijkheid waarop Wij hen tot afval maakten. Weg dus met het volk der onrechtdoeners!”.

Tsja, dat mag je allemaal zeggen. Ik bedoel alleen: soms bekruipt mij wel eens het gevoel dat al die monotheïstisch godsdiensten in hun geschriften onverdraaglijk onverdraagzaam zijn, en dat zij de ongelovigen liever zouden verdelgen dan dat zij hun een plekje zouden gunnen onder de zon. Dat kan ik denken, misschien zelfs zeggen, maar waarom zou ik dat willen?

*) Vertaling prof. dr. J.H. Kramers, bewerkt door drs. Asad Jaber en dr. Johannes J.G. Jansen.

Het Parool, 18 februari 2006