Links en goed beleggen

Boeken etc

Politiek gevangene
Aukelien Weverling
Uitgeverij: J.M.Meulenhoff

Onlangs zei Aukelien Weverling in een interview met Vrij Nederland dat haar leraar op de School voor de Journalistiek niet kon geloven dat zij een boek had geschreven, en dat dat boek ook nog door een gerenommeerde uitgeverij zou worden gepubliceerd. Op grond van haar vorderingen in de klas achtte de leraar zijn leerling Aukelien niet in staat om zoiets als een heuse roman in elkaar te draaien.

Ik ken de toenmalige rapportcijfers niet van Aukelien, die zichzelf in dat interview “niet zo van de waarheid” noemde, maar eerlijk gezegd kan ik mij de verbazing van haar leraar wel voorstellen. Na lezing van Aukeliens roman, Politiek gevangene getiteld, kan ik alleen maar zeggen: die leraar zag het lang zo slecht nog niet. En bij Meulenhoff moeten ze gedacht hebben: jong, 1977, vrouw, leuk koppie, hupsakee, boem, en je weet maar nooit. En zo zijn wij weer een van die meisjesromans rijker, die zich in onze literatuur opstapelen als de kleren in een studentenflat na afstudeerfeestje.

Politiek gevangene bevat geen personages, maar clichés van personages. Aukelien Weverling wil zich graag spiegelen aan Herman Koch, wiens debuutroman Red ons, Maria Montanelli destijds een wat andere kijk gaf op het politiek idealisme, dat in de jaren zestig was opgeborreld. Maar Weverling mist ten ene male de stilistische kwaliteiten van Koch en evenmin is zij in staat het tijdperk dat zij beschrijft in satirische termen te vangen. Politiek gevangene is bijna even lamlendig als de personages die in dat boek worden neergezet.

Politiek gevangene.jpg

De roman verplaatst de camera naar de jaren tachtig, toen een half miljoen demonstrerende struisvogels op het Museumplein in Amsterdam bijeenkwam om de neutronenbom een halt toe te roepen. Ik herinner mij dat nog heel goed, want op die bewuste dag in november 1981 woonde ik om de hoek. Ik moest een stukje afmaken, mijn schrijfmachinelint was op en ik kon vanwege de mensenmassa de kantoorboekhandel niet bereiken. Het was ook de tijd van kamperen voor kerncentrales die dicht moesten, van padden die gered dienden te worden tijdens de oversteek, van de antisemiet Salvador Allende die door wilde regeren ondanks een minderheid in het parlement, van Pax Christi, van krakers en neukende priesters, van de Gay-krant en honger in Afrika, kortom van alles dat politiek correct was en daarvan ook luidruchtig kond wilde doen. Een geknipt tijdperk om te beschrijven voor iemand met fijne pen en goed oog voor de menselijke tekortkomingen.

Helaas ontbreekt het daar aan bij Aukelien Weverling.

Politiek gevangene gaat over een relatie tussen moeder en dochter. Seringe, de vrouwelijke helft van een tweeling, heeft een activistische moeder, die haar politieke correctheid doorvoert tot in het absurde. Er kan geen (groen)links speerpunt zijn of Seringe’s moeder hobbelt er achteraan. Er is geen actie waarbij zij ontbreekt. Geef haar een protestbord of zij loopt er mee rond. Uiteraard verwaarloost zij daardoor de opvoeding van haar eigen kinderen, en in dit opzicht is Politiek gevangene net zo moralistisch als de politieke inzichten die erin worden gehekeld. Wat je van verre haalt bij zielige negerbloedjes is okay, maar over leed van je eigen (verwende) kinderen kijk je heen – bah!

Dat alles zou misschien nog te verdragen zijn geweest, als die kartonnen karikaturen niet af en toe ook willen laten blijken dat zij wel degelijk een filosofietje in huis hebben. Zo merkt Seringe diepzinnig op: ““Lachen is een reactie op een verrassende begripsverschuiving, heeft Aristoteles gezegd, daar in Alkmaar, zittend op de grond in een lege gymzaal met twintig anderen die het ook niet meer wisten, voelde ik me alsof ik midden in die begripsverschuiving terecht was gekomen”.

Hallo? Meulenhoff, bent u daar nog?

Deze hele roman is een begripsverschuiving, als je het mij vraagt, en die verschuivende panelen komen helemaal tot volle wasdom als Seringe een vriendje krijgt dat nog een grotere lapzwans blijkt te zijn dan al die andere personages. Geen bal voert die slaapkop uit, maar Tijn – zoals hij heet – zal wel uitgroeien tot Seringe’s soulmate, met wie zij “het” weliswaar niet doet, maar met wie zij toch een sterke verwantschap voelt. Nooit niks doen, te lui zijn om Oblomov uit te lezen, af en toe als de zon goed staat een gedicht fabrieken want je bent per slot dichter in het diepst van je gedachten, en verder leven op de zakken van een ander, dat is zo’n beetje de wereld die deze Tijn vertegenwoordigt.

Weinig heeft Aukelien Weverling eraan gedaan om de figuren in haar boek ook geloofwaardig te maken. Zij moet gedacht hebben dat als je ene linkse gekkigheid op de andere stapelt, je vanzelf wel iets krijgt dat de lezer gaat boeien. Maar dat is een vreselijk misverstand. Haring is lekker en slagroom is lekker, maar haring met slagroom is niet lekker. Daarom heeft de moeder van Seringe op den duur niets menselijks meer en hetzelfde geldt voor vriendje Tijn. Voor mij was na een tijdje niet de moeder de kwaaie pier, maar die inerte, altijd klagende en vluchtende dochter Seringe.

Ach trut, spring toch in de gracht.

Helaas doet Seringe dat niet en gaat zij met Tijn naar Sicilië. Voor Sicilië had Aukelien Weverling namelijk een reisbeurs van het Fonds van de Letteren aangevraagd, en gekregen. Toch gek dat er altijd reisbeurzen worden aangevraagd voor landen en streken met een aangenaam klimaat. Overigens gaan die twee – Seringe en Tijn, bedoel ik – later ook nog naar Istanboel om Seringe’s dementerende moeder te bezoeken. Dat kon natuurlijk niet gewoon in Amsterdam. Je hebt een reisbeurs of je hebt hem niet.

In Politiek gevangene loopt maar één personage rond, dat enigszins geloofwaardig is. Dat is de vader, die gewoon werkt en een vermogen bijeen verdient. Uiteraard houdt hij het niet lang bij Seringe’s moeder uit, maar aan het eind blijkt dat pappa bij de scheiding mamma een flinke aandelenportefeuille heeft gealimenteerd. Als een onvervalste Henriette Roland Holst, die ook haar rode woorden kracht wist bij te zetten vanuit een dik aandelenpakket, weet ook Seringe’s moeder zich te ontwikkelen tot een succesvol belegger. Maar liefst 22 miljoen laat de actievoerende dame haar kinderen na!

Eind goed al goed.

En maar klagen en maar voortwauwelen. Ik dacht nog: nu gaat het komen. Eindelijk zullen wij lezers worden verwend met liederlijke beschrijvingen hoe Seringe en haar Tijn die poen gaan verbrassen, maar helaas: toen was het boek afgelopen.

HP\De Tijd, 13 oktober 2006