De Gouden Kooi

Columns

Een week is De gouden kooi aan de gang en ik moet toegeven dat ik het tot dusver razend interessant vind. De verontwaardiging over het Talpa-programma deel ik niet en eigenlijk vind ik Natasia, de moeder die haar twee kinderen achterliet, diep in mijn hart een kleine heldin. Waar politici doorgaans te bang voor zijn, namelijk het trotseren van de publieke opinie, daar blijft zij met glans recht overeind.

In feite heeft zij niets anders gedaan dan een rationele calculatie te maken. Voor haar, zo moet ze geredeneerd hebben, zag de toekomst er weinig rooskleurig uit en met een verblijf in De Gouden Kooi nam zij de kans om in één klap uit de zorgen te komen. Zelfs als zij er niet in zou slagen de grote buit binnen te halen, dan nog is ze beroemd wanneer zij over een half jaar huilend het huis in Eemnes moet verlaten. Iedereen zal haar als slachtoffer willen helpen. Ondertussen speculeert zij erop dat in haar afwezigheid goed op de kinderen wordt gepast, en terecht natuurlijk. Slechte publiciteit is ook publiciteit, maar te slechte publiciteit werkt contraproductief. Dat beseft John de Mol als geen ander en hij zal zich deze televisiewinner beslist niet door een faux pas laten ontglippen.

Natasia.jpg

Kortom, hoe het binnen ook afloopt, het leven zal er voor Natasia zonniger uitzien als zij weer buiten staat. De enigen die haar toekomst kunnen versjteren, zijn kamerleden met verontruste vragen. Wij hebben wel vaker het paradoxale fenomeen gezien dat morele verontwaardiging als effect heeft dat de betrokkenen, voor wie men dacht op te komen, er aan het eind slechts op achteruit zijn gegaan.

De Gouden Kooi maakt duidelijk dat de bedenker John de Mol een echte spelletjesfanaat is, die thuis Monopoly en Risk zit te spelen. Ook herken ik allerlei psychologische mechanismen, waarvan op een onverbloemde wijze gebruik wordt gemaakt.

De deelnemers moeten samenwerken om voor zichzelf het beste resultaat te bereiken. Voortdurend moeten zij een afweging maken tussen egoïsme en altruïsme, en ik vind het fascinerend om te zien hoe zij dat doen. Een bekende strategie is bijvoorbeeld Tit for tat, waarbij je tijdens het onderhandelen aardig doet als de anderen ook aardig doen, maar onmiddellijk de hakken in het zand zet als iemand obstructie begint te plegen.

Een andere strategie is geformuleerd in Olsen’s theorie over het collectieve gedrag. Stel, u woont op een onbewoond eiland zonder centraal gezag. Het eiland ligt onder de zeespiegel en de dijken dreigen door te breken. Alle bewoners hebben duizend euro te besteden en als ieder vierhonderd daarvan uitgeeft, kunnen de dijken worden gemaakt en houd je toch over. Maar er is altijd iemand die denkt: ja, maar als ik stiekem niet meedoe, dan wordt die dijk heus wel gemaakt en houd ik het geld lekker in mijn zak. Dan ben ik straks de rijkste. Je kunt dat parasiteren noemen, maar Olsen noemt het “exploitatie van de groten door de kleinen”. Als u meer over dit soort collectief gedrag wilt weten, moet het boekje Wetten in de sociale wetenschappen van Frans L. Roes lezen.

In allerlei uitvoeringen kom je die wetten tegen in De Gouden Kooi. Leg bijvoorbeeld een obstakel op de weg. Automobilisten zullen wanhopig moeite doen erom heen te manoeuvreren, maar geweldige opstoppingen zullen ontstaan. Behalve als één automobilist zich opoffert en uitstapt om het obstakel naast de weg te leggen. Een variant daarop krijgen wij vast nog. Over de opdrachten is terdege nagedacht, en daarbij kan men een zeker sadisme de opdrachtgevers niet ontzeggen.

Want helaas: tot op zekere hoogte houden wij ervan te kijken naar mensen die worden gekweld. Dat is vast en zeker ook weer een sociale wet.

Het Parool, 7 oktober 2007