Dag, Erik!

Columns

Tamelijk onverwacht, maar kort na elkaar lieten drie hoofdredacteuren weten dat zij zouden vertrekken: Folkert Jensma van NRC/Handelsblad, Frits van Exter van Trouw en Erik van Gruijthuijsen van Het Parool.

Gruijthuisen21.jpg

“Het is frappant”, zei de laatst genoemde daarover in NRC/H., “wij zijn toevallig in dezelfde tijd begonnen in de hoofdredacties… …Het is niet gek dat we nu zeggen dat het mooi is geweest”.

Het is misschien niet gek, maar ik vind het wel jammer dat Van Gruijthuijsen de overstap maakt naar het ANP. Hij wil er zelf niet van horen, maar de manier waarop Van Gruijthuisen deze krant heeft weggeleid bij PCM, het bedrijf dat het liefst Het Parool had willen opheffen, is tamelijk briljant te noemen. Dat hij Het Parool zelfs weer aan kleine winst heeft geholpen, is helemaal bewonderenswaardig, zeker als je leest dat de Volkskrant en NRC/Handelsblad van PCM te horen hebben gekregen dat twee miljoen euro moet worden bezuinigend om de rendementseis van twintig procent te halen.

Van Gruithuisen2.jpg
(Mevrouw en mijnheer Van Gruijthuisen, plus Theodor Holman.)

Het zijn zware tijden voor hoofdredacteuren.

Bij de PCM-bladen zijn er twee blijven zitten: Jan Bonjer van het Algemeen Dagblad en Pieter Broertjes van de Volkskrant. Bonjer heeft zojuist een ingrijpende samenvoeging van kranten achter de rug, die tienduizenden abonnees heeft gekost. Gezien de brede borst die bij het begin heeft opgezet, mag het een klein wonder heten dat hij de operatie heeft overleefd. Broertjes, vanaf 1995 in functie, is de langst zittende hoofdredacteur, maar ook hij vecht op dit ogenblik een bittere strijd met de zakelijke top van PCM. De inzet is een gratis krant, die PCM graag in de markt zou zetten, maar die door de Volkskrant als een directe concurrent wordt beschouwd. De Volkskrant wil die krant alleen maar als de Volkskrant er zelf de macht over heeft. Broertjes komt uit een geslacht van overlevers – zijn vader doorstond vier jaar het concentratiekamp Sachsenhausen – en voor hem geldt bij uitstek het gezegde van de schrijver Oudshoorn (1876-1951): “Al is het wijntje zuur, het blijft op tafel”.

Om zichzelf te profileren doen hoofdredacteuren bij hun aantreden altijd twee dingen: zij ontslaan een paar columnisten om een paar nieuwe aan te stellen, en zij voeren wijzigingen in de vormgeving door. Voor de lezer zijn die veranderingen vaak moeilijk te doorgronden, maar voor het zelfbeeld van de hoofdredacteur zijn zij van eminent belang. Bij de Volkskrant is Broertjes een eventuele opvolger vóór geweest door zelf de krant van een nieuwe opmaak en typografie te voorzien.

Hoe het precies komt weet ik niet, maar het is altijd erg moeilijk om te wennen aan het nieuwe uiterlijk van een krant. Ik accepteer het eerder dat mijn vrouw met rood geverfd haar en een cowboylaarzen thuiskomt, dan wanneer mijn krant ineens een andere aanblik krijgt. Dat komt natuurlijk omdat mijn jarenlange liefde voor kranten mij op dat gebied weinig vernieuwingsgezind maakt. De Engelse lettertekenaar William Dwiggens heeft eens opgemerkt: “Er is maar één soort die nog conservatiever is dan krantenmensen, en dat zijn de steenhouwers van grafzerken”. Als u bedenkt dat zelfs de steenhouwers van grafzerken met hun tijd zijn meegegaan en dat jij tegenwoordig de raarste fantasieletters in je steen kunt laten beitelen, begrijpt u wel dat de krantenmensen niet langer kunnen achterblijven.

Met drie nieuwe hoofdredacteuren op komst voorspel ik dat de grimeurs van de krant, ook wel de opmaakredacteuren genoemd, het druk gaan krijgen. Een nieuwe mode is om boven columns en rubriekjes een fotootje te plaatsen van de ogen de auteur. Niet van zijn gezicht, zijn voeten of zijn (haar) geslachtsdeel, maar uitsluitend van zijn ogen. De columnist is watching you. Mijn ogen zijn groen met een gouden randje, tenminste als ik mijn bril niet op heb.

Het Parool, 16 december 2006