BRIL & PAM (6)

Gastenhoek

In de gastenhoek kunt u ook werk van andere schrijvers vinden. Zo kunt u de correspondentie volgen met schrijver en Volkskrant-columnist Martin Bril.
Bril & Pam (bij elkaar)3.JPG
Elke avond, meestal voor het slapen gaan, mailen wij elkaar. Lees mee met twee columnisten in pyjama. Een nieuwe aflevering.


Aflevering 6, 9 december 2006

Collega!

Bril1.jpg
Krijg jij nou ook wel eens het verwijt dat je je vrienden verwaarloost? Ik wel. Het eindigt ermee dat je geen vrienden meer over hebt, vermoed ik. Mijn moeder klaagt ook altijd dat ze nooit iets van me hoort. “Ja maar, mam,” zeg ik dan meestal, “ik sta toch iedere dag in de krant?” Dan snapt ze me weer – zolang ik iedere dag in de krant sta, leef ik in ieder geval nog. Maar kennelijk wil ze speciale aandacht – en daar heeft ze gelijk in; je werpt niet voor niets een zoon.

Met vrienden vind ik het moeilijker – die willen ook aandacht. Maar welke aandacht moet je ze geven? Met sommigen ga ik wel eens een hapje eten, met anderen drink ik bij tijd en wijlen een glas. Na verloop van tijd draai ik het om: en eet ik met degene met wie voorheen een glas dronk, en andersom. Anders worden ze maar jaloers op elkaar. Ja, ik weet het – ik heb het hoog in mijn bol. Daar heeft het trouwens niets mee te maken, maar je moet in dit leven overal rekening mee houden, en een vijand is zo geboren.

Ik weet niet hoe jij het allemaal bolwerkt, maar ik leef voor mijn werk. Al het andere komt op de tweede, derde en vierde plaats. Alleen mijn vrouw kan daar af en toe tussen komen, maar dan moet ze wel de mazzel hebben dat ik even niets om handen heb. Je wilt niet weten tot wat voor conflicten dat soms leidt, hoewel we ook vredige en van lust zinderende ochtenden meemaken.

Maar goed.

Eigenlijk heb ik maar één vriend. Hij is een man die ik mateloos bewonder. Ik hoor je zeggen dat dat geen goede basis voor vriendschap is, maar ik sla wel meer wijze raad in de wind. Daar is de wind ook voor, trouwens – en raad ook: weg ermee. Maar de laatste tijd wrikt en wringt het een beetje in die vriendschap – de vriend in kwestie heeft het zwaar. Zijn huwelijk rommelt, zijn werk gaat slecht, zijn gezondheid laat te wensen over, zijn auto heeft het laatst begeven en zijn huurbaas dreigt het huis waarin hij al twintig jaar woont te verkopen aan een patjepeeer die tijdens de bezichtiging van het pand dat hem aanstond in handen valt al zei dat hij mijn vriend er wel uit zou weten te krijgen. Kijk, dat zijn problemen – die hebben jij en ik niet. Wij hebben het alleen maar druk, en zijn bovendien geen literator die nipt van een almaar zuiniger druppelende subsidiekraan. Wij hebben rijke vrouwen, en werk genoeg.

Maar wat te doen? Met enige regelmaat lucht de vriend zijn hart, telefonisch, en per mail. Soms drinken we wat, of we gaan wat uit eten. De laatste keer dat ik hem sprak, ratelde hij in een stuk door over zichzelf zonder ook maar één keer te informeren hoe het mij ging. Zelfs al had mijn trouwe auto het begeven, dan nog had ik de kans niet gehad dat tijdens het gesprek te berde te brengen, ik zweer je, al hadden de doktoren die middag terminale kanker bij me geconstateerd, dan nog had ik voor joker gezeten.

Een beetje boos, maar ook verdrietig keerde ik huiswaarts. Het was zo’n sleetse, stille avond in de Jordaan, en ik hoorde mijn eigen voetstappen echoën, en even had ik het gevoel twintig jaar terug te zijn in de tijd – toen liep ik daar ook, ziel onder de arm en vol plannen.

Heb jij raad in deze? Ik weet dat je al heel wat vriendschappen hebt versleten en opgezegd, maar er zijn er ook vast nog een paar die je koestert – hoe doe je dat? En is het mogelijk, in zijn algemeenheid, dat vrienden uit elkaar groeien? Moet je dat gewoon maar vaststellen en vervolgens net doen alsof het niet zo is, of moet je de deur naar elkaar sluiten? En wat zijn, in dat verband, de voordelen van eenzaamheid?

Je vriend.

Antwoord:

Pam1.jpg
Mijn vriend,

Prijs je gelukkig dat je tenminste één vriend hebt. Ik heb er, geloof ik, geen een. Wel heb ik een vrouw, een dochter van 24 en een zoon van 5, die ik te weinig aandacht geef, terwijl ze veel meer aandacht verdienen.

Mijn eerste grote vriend ben ik 25 jaar geleden al verloren. Wij kenden elkaar van de middelbare school. Wij verkeerden dagelijks in elkaars gezelschap en als kompanen zijn wij samen naar Amerika gereisd. Ik heb veel van hem geleerd en dacht dat ik hem nooit zou kunnen passeren. Toen hij tot schaakgrootmeester werd benoemd, zei Euwe in de krant dat er een potentiële wereldkampioen in hem stak.

Maar niet lang daarna stokte de schaakcarrière van mijn vriend. Ik dacht: dat komt omdat hij lui is. Maar in feite had hij geen talent genoeg. Toen mijn vriend daar ook achter kwam, begon hij columns te schrijven, ongeveer in de tijd dat ik er ook mee begon. Omdat mijn vriend dacht dat hij alles beter kon dan ik dacht hij ook dat hij betere columns kon schrijven.

Maar dat was niet zo.

En dat zette kwaad bloed. Mijn vriend werd erg wantrouwig en omdat wij in dezelfde krant schreven, zette het idee zich vast in zijn hoofd dat ik hem probeerde te wippen. Ook dat was niet zo, maar mijn vriend was niet te overtuigen. Op een middag, tijdens een bijeenkomst in chique hotel, begon hij ineens te slaan en te vechten. Mijn vriend was zo’n typische intellectueel met brillenglazen van -8. Het was gênant, absurd en eigenlijk ook wel een beetje zielig voor mijn vriend.
Daarna is het met onze vriendschap nooit meer goed gekomen. Tegenwoordig groeten wij elkaar wel weer, maar daar is ook alles mee gezegd. Met die columns is hij gestopt, maar wel schrijft hij nog stukjes over schaken.

Misschien heb ik het, net als jij, te hoog in mijn bol, maar als ik onze vrienden vergelijk dan denk ik dat zij één ding gemeen hebben: gebrek aan succes.

Een mens met ambities kan een tijdje zonder succes, maar op den duur wordt het pijnlijk. De schaker Donner heeft eens gezegd dat een man zonder succes zoiets is als een vrouw die nooit een kind heeft gekregen, als monnik die nooit het licht heeft gezien of als een homo die nooit is klaar gekomen.

En zo is het natuurlijk ook. We hunkeren naar waardering, ook al is het waardering in kleine kring. Jij en ik zijn daar voortdurend mee in de weer en wij voelen ons al beroerd als onze naam een dag niet in de krant staat.

Mijn vriendschap eindigde met klappen, daar ben jij nog niet aan toe. Ik denk dat je tegen je vriend moet zeggen dat hij moet ophouden met zijn hand ophouden bij allerlei subsidie-instanties. Dat maakt afhankelijk en heeft een negatieve weerslag op alles wat je schrijft. Je vriend moet aan de slag! Hij moet hooi op zijn vork nemen, het liefst te veel. Als het inderdaad gaat om wie ik denk, moet hij ook ophouden met hollen en joggen. Daar word je alleen maar hologig van.
Ik weet niet of je vriend oprecht advies nog kan verdragen, maar dat is dan meteen een lakmoesproef voor jullie vriendschap. Als hij zo ver heen is dat hij boos wordt, dan zou ik laten wat het is. Maar nog wel vriendelijk groeten.

De volgende keer zal ik je vertellen over een andere vriend, die bij jou om de hoek woonde. Toen ik hem mailde dat ik hem een keer zou opzoeken als ik bij jou vandaan kwam, was hij heel gepikeerd en liet niets meer van zich horen. Je kunt daar wel om treuren, maar eenzaamheid is nooit iets geweest waar ik tegenop heb gezien. Eenzaamheid is als oesters – je moet er van leren houden.

Je collega