Helaas geen bingo!

Boeken etc

Bingo!
Clark Accord
Uitgeverij: Nijgh & Van Ditmar

Toen ik anderhalve maand geleden Paramaribo bezocht, werd de roman van Clark Accord al groot aangekondigd. Accord is literair gezien de coming man van Suriname, en het conterfeitsel van de jonge auteur prijkte dan ook pontificaal op de voorpagina van het dagblad de Ware Tijd. Op pagina 5 kwam de lezer meer aan de weet in een stuk, dat toevallig was geschreven door ene Afra Accord. Paramaribo is nu eenmaal een nog kleiner dorp dan Amsterdam en ik stel me voor dat de hoofdredacteur heeft geroepen: “Afra, dit is echt iets voor jou!”.

Zodoende leerde ik dat Accords nieuwe roman Bingo! heet, en dat die roman zich grotendeels afspeelt in een Bingohal op de Oudezijds Voorburgwal in Amsterdam. Jammer, daar kwam ik net vandaan. Niet van de Oudezijds, bedoel ik, maar van Amsterdam.

Begrijpelijkerwijs zoeken veel Surinaamse schrijvers hun onderwerp buiten hun geboortgrond. Voor een Hollandse bakra (kaaskop) is dat wel eens jammer. Wat dichtbij is weten wij wel, wat ver weg is prikkelt de verbeelding. Het leek mij alles bij elkaar beter om met het lezen van Bingo! te wachten tot ik terug zou zijn in Nederland.

Accord.jpg

Clark Accord is een sympathieke schrijver. Op zijn website staat: “ Welkom bij mijn persoonlijke literaire online magazine. Maak je gereed voor een tour door de wereld die ik in de loop der jaren heb gecreëerd. Je krijgt de gelegenheid me te leren kennen zoals slechts mijn dierbaren me kennen”. Voordat ik mij kon afvragen of ik dat eigenlijk wel wilde, doemde de tekst op dat Accord in Suriname is geboren, toen naar Nederland is gekomen, in Amsterdam op het Spinoza Lyceum heeft gezeten, om vervolgens na het eindexamen werk te vinden als verpleegkundige en make-upartiest.
Maar tenslotte is hij schrijver geworden.

Zijn debuut De koningin van Paramaribo, dat gaat over de plaatselijke hoerenmadam was terecht een internationaal succes, maar het liefdesverhaal Apoera en Oreala bleek een minder geslaagde onderneming. En nu ligt Bingo! voor ons, een roman over Surinaamse vrouwen in Nederland, die verslaafd zijn aan de poor women’s roulette – het nobele bingospel.
Het verhaal is simpel. Hoofdpersoon is een in Hoogvliet wonende Surinaamse vrouw, die verslaafd is aan het kansspelletje bingo. Zij vertoont ook alle kenmerken van de verslaafde. Ze droomt ervan eens die ene grote jackpot te winnen, en telkens als dat niet gebeurt, neemt zij zich voor haar leven te beteren en met gokken te stoppen. Dat lukt de verslaafde vrijwel nooit, zeker niet uit zichzelf. Daarentegen nemen de schulden toe, tot die ondragelijke proporties aannemen.

In zijn beroemde roman De speler laat Dostojevski een van de personages zeggen dat de gokker uiteindelijk speelt om te verliezen, en dat lijkt mij een rake observatie. Een gokker is een masochist. Elke gokker weet diep in zijn (of haar) hart dat hij (of zij) in the long run tevergeefs optornt tegen de odds, maar dat rationele inzicht bezit onvoldoende kracht om zich van het gokken af te wenden.

Daarom heeft het iets onnoembaar treurigs om naar gokkers te kijken. (Dat geldt overigens niet voor professionele pokeraars en blackjackspelers, die precies weten wat zij doen). Van al die verslaafde gokkers is de categorie van verslaafde huismoeders wel de allertreurigste. Je ziet ze vaak in casino’s en bingohallen. Ze zitten aan de speeltafel met een handtas op schoot, dikwijls rokend, zeer fanatiek, zeer bijgelovig, en altijd in de veronderstelling dat er zoiets bestaat als geluk en dat dit geluk kan worden ingefluisterd door God of door de Voorzienigheid.

Het is daarom een goed en origineel idee van Accord om zo’n gokverslaafde Surinaamse vrouw als onderwerp te nemen voor een roman, maar er zit hier wel een addertje onder het gras.

De schaker J.H. Donner heeft erop gewezen dat “het spel juist het tegendeel is van communicatie”. En inderdaad tijdens een schaakpartij wordt niet met elkaar gesproken. Wie dat wel doet, kan zelfs beschuldigd worden van hinderen van de tegenstander. Ook bij gokkers wordt de menselijke communicatie zo veel mogelijk uitgebannen. Aan speeltafels wordt “gezelligheid” gemeden; men houdt daar niet van praters en keuvelaars. Concentratie is geboden. Er moet worden opgelet!

Bekend is ook het geval van de biljarter Dommering, die een eenvoudige carambole miste, en zich toen naar het muisstille publiek omdraaide om woedend uit te roepen: ”Dat komt door jullie gelul!”.

Accord2.jpg

In Bingo! is niet veel van deze psychologie terug te vinden. De 49-jarige hoofdpersoon Leanda, die samen met haar 22-jarige dochter Naomi per bus naar Amsterdam reist om in de bingohal De Suikertuin de grote buit binnen halen, praat je de oren van het hoofd. Accord heeft gemeend dat het onvoldoende was om een vrouw in haar verslaafdheid te beschrijven, hij heeft rond het bingo-spelen een tragisch verhaaltje bedacht van een oudere vrouw met een jongere man, waarbij de dochter van de oudere vrouw dan weer een geheim heeft.

Wat dat geheim is, weet de lezer al na twee pagina’s, maar Accord blijft er geheimzinnig over doen, alsof hij ons in de illusie laat dat hij straks iets verschrikkelijks gaat onthullen. In feite heeft Accord twee verhaaltjes gemixed, die niet bij elkaar passen. Zo kan hij ook nooit kiezen wat de meeste aandacht verdient: de gokverslaving, of al die Surinaamse vrouwen die thuis ook met hun problemen zitten. Een geniale auteur had de verbinding tussen die twee elementen misschien tot een succes kunnen maken, maar de techniek van Accord schiet eenvoudig tekort. Vreselijk jammer, want het had zo spannend kunnen zijn. Er zijn romans waarin schaken, dammen, bridge, tennis, voetbal of zelfs badminton een belangrijke rol spelen, maar bingo is bij mijn weten nog nooit vertoond.

Zo blijft De koningin van Paramaribo veruit Accords beste boek. Dat was ook zijn debuut, en het is te hopen dat hij daarin niet blijft steken. Alles in een schrijversleven woelt om vooruitgang.

Met Bingo! heeft Accord te weinig beseft dat hij inmiddels wordt beschouwd als een serieus auteur, en dat hij als zodanig ook geacht wordt het stadium van de romannetjeschrijver voorbij te zijn. Helaas. Aan het eind van Bingo! komen Leanda en Naomi nader tot elkaar, en Accord schrijft dan deze regels: “In stilte staren moeder en dochter voor zich uit. Ronkend zoekt de bus zijn weg in het donker. Buiten is het opgehouden met regenen”.

De slotzin dat het is opgehouden met regenen (soms begint het juist te motregenen), ben ik al lang niet meer tegengekomen. Ik zou zeggen: fijn, dan hoeven wij geen paraplu mee te nemen en dan kunnen wij die ook niet vergeten.

HP\De Tijd, 23 februari 2007