Oma daalt af naar de spelonken van de jeugd

Boeken etc

Echt sexy
Renate Dorrestein
Uitgeverij: Contact

Begonnen als schrijfster die vooral populair was bij feministes heeft Renate Dorresteijn al snel de weg naar het grote publiek gevonden. Zij schrijft leesbare romans, die misschien niet opvallen door een bijzonder taalgebruik, maar die wel altijd onderhoudend zijn. Ze is een verhalenverteller in de klassieke zin van het woord, een schrijfster die doorgaans wars is van experimenten en andere postmoderne eigenzinnigheid.
Daarom is het volkomen logisch dat Dorrestein is benoemd tot gastschrijver aan de Universiteit Leiden. Zij gaat daar, zo lezen wij “een werkcollege creatief schrijven” geven en ook wil zij onderzoek doen naar “het nut van het lezen”.

Erg mooi, al ik geef u nu reeds op een briefje dat lezen nut heeft.

Of het een samenloop van omstandigheden is, weet ik niet, maar met Echt sexy heeft Renate Dorrestein haar meest experimentele roman geschreven uit haar carrière. En tevens haar meest onleesbare. Althans, ik kon er werkelijk niet door heen komen en als mij niet door de Goden de taak was opgelegd om wekelijks een recensie te schrijven, had ik Echt sexy zo op de helft weggelegd.

Afgaande op de website (www.echtsexy.nl), die uitgeverij Contact aan Dorresteins nieuwe roman heeft gewijd, kon ik mij niet aan de indruk onttrekken dat met deze roman vooral wordt gepoogd een nieuwe doelgroep van lezers aan te boren. Echt sexy als een in de merkt te positioneren product. De site is helemaal opgezet in meisjes-rose en de lezer wordt met “je” aangesproken. Er is zelfs een echte wedstrijd en ook wordt beloofd dat Renate ons binnenkort “persoonlijke boodschappen” gaat geven. Verder bevat de site allerlei clues, die oproepen “een inspiratiebron” te zijn voor ieder jongvrouwmens dat zich aangesproken voelt door stukjes tekst als: “Je zult zeggen, wie is daar, maar ik ben Fiebie Koolveld, ik ben dertien ik ben voor niemand bang. Ik heb mijn nieuwe H&M topje aan. Ik heb twee mobieltjes, een laptop, een TomTom en een Xbox. Allemaal van Johnny gekregen”.

Echt sexy.jpg

Wie is daar?

Niet opendoen, zei Ter Braak al.

Misschien is het allemaal goed bedoeld. De vraag is alleen: voor wie? Op de site meldt de uitgever dat “Renate Dorrestein zich met Echt sexy ver buiten de gebaande paden van de Nederlandse literatuur begeeft. Ze laat zien wat er gebeurt als de volwassenen het laten afweten en kinderen daardoor geen kind meer kunnen zijn”.

Is Echt sexy een waarschuwing voor volwassenen, een prettig leesboek voor “meisjes er net tussen in”, of is het een tragische zoektocht naar een vermoorde puber. Of is het alledrie? Ik kwam er niet uit, misschien is dat de reden dat ik mij bij dit boek zo ontzaglijk verveelde.

Hoofdpersoon is de eerder genoemde puber Fiebie Koolveld, een verhaspelde naam uiteraard, die leeft in wereld waar niet alleen minister Rouvoet zo bang voor is. Op het schoolplein gaan de wapens rond, er wordt gedeald door crimineeltjes en op klassenfeestjes leer je niet hoe je een hockeystick moet vast houden, maar wel hoe je moet pijpen. De ouders van die kinderen denken alleen aan zichzelf, en voor zover zij niet aan zichzelf denken, moeten zijn zij van huis om werkend het hoofd boven water te houden. Hun kinderen moeten zichzelf maar zien te redden.

Renate Dorrestein heeft getracht dit thema uit te werken, verteld door de ogen van een dertienjarige meisje dat midden in die troep zit. Om haar doel te bereiken, heeft Dorrestein zich het slang van die jongeren eigen gemaakt. Ongetwijfeld heeft zij uitvoerig fieldwork verricht, maar heeft het allemaal iets geforceerds. Een boek geschreven door een keurige oma, die afdaalt naar de spelonken van de jeugd – dat is het gevoel dat je er aan over houdt.

Verschillende keren heb ik mij afgevraagd waarom het verhaal mij niet wist te grijpen. Het is zwart en cynisch genoeg, daar ligt het niet aan. Geef mij een wanhopig meisje en een vermist vriendinnetje, en ik ben zo al bereid verder te lezen. Maar niet in dit geval. Het zal wel komen, omdat de wereld die wordt beschreven erg eendimensionaal is.

Een vader heeft Fiebie niet. Fiebie woont bij Johnny, de vriend van haar moeder, die zich – naar wordt gezegd – in Oezbekistan bevindt. Wat moeder precies in Oezbekistan doet, wordt niet duidelijk. Oezbekistan zou zo maar een naam kunnen zijn, zoiets als Verweggiestan, of Weggeloppiestan. Johnny is een advocaat, die zich bezig houdt met allerlei juridische zaken, betreffende het zeer jonge kind. Naar eigen zeggen zou Renate Dorrestein het idee voor deze roman hebben gekregen, toen zij onder meer las dat er ouders bestaan die hun nog ongeboren kind al vast aanmelden bij Hyves, een vriendinnennetwerk op internet.

Op een dag komt Fiebie’s vriendin Sacha niet meer op school, en dan gaat Fiebie op zoek. Haar wederwaardigheden zijn weergegeven in de tegenwoordige meisjestaal. Onwijs gaaf, is al weer ouderwets. Nu is de bus zo vol als een banaan. Dat werk, je wordt er op den duur een beetje moe van – tenminste als je, zoals ik, zelf een ouder bent.
De wederwaardigheden die Fiebie beleeft, zijn overigens nogal gruwelijk. Hier kruist de wereld van het kind die de van de volwassenen. Of ligt het anders? Henry Kissinger heeft eens in een onbewaakt moment gezegd dat als kinderen morgen op de wereld de macht zouden grijpen, er elke dag een atoombom zou worden gegooid. Het gaat er dus niet om dat kinderen kind kunnen zijn, maar dat kinderen het kind-zijn afleren.

Fijn, okay, mooi zo, maar dat is meer iets voor filosofisch debat.

Op de echtsexy-site schrijft Renate Dorrestein een tikje koket dat in de roman “een onthutsende wereld open gaat. Het is de onze”. Dat vraag ik mij wel af. Door huiselijke omstandigheden kom ook ik bijna dagelijks in aanraking met een dertienjarige. Die drijft net bij Carry Slee vandaan en staat op het punt aan te meren bij wat ook wel de serieuze literatuur wordt genoemd. Ik weet het niet zeker, want wij zijn van die ouders die vinden dat kinderen het maar zelf moet ontdekken, maar ik heb vaag het gevoel dat Echt sexy haar niet bijzonder zal aanspreken. Over een tijdje ga ik vragen of zij het net zo draak vond als ik.

HP\De Tijd, 5 mei 2007