Een dildo voor Moederdag

Beweringen en bewijzen

Nu de vakantie nadert, wil de lezer het mij misschien vergeven dat ik deze week geen zwaar politieke misstand aan de kaak stel. Ik werd afgelopen zaterdag namelijk bijzonder getroffen door de column van Martin Bril in het Magazine van deze krant, waarin Bril het probleem behandelde van het thuis naakt of half naakt rondlopen. Iedere ouder, die zich een plaats probeert te verwerven tussen opgroeiende kinderen, herkent onmiddellijk waar Bril het over heeft. Bij zonen valt het meestal wel mee. Die hebben net als hun vader – om met Bril te spreken – “een heen en weer wiebelend geval” tussen hun benen, dat zij graag met andere “heen en weer wiebelend gevallen” willen vergelijken.
Maar zodra dochters de schaamte hebben ontdekt, blijken deuren ineens voor lange tijd vergrendeld, vooral die van de badkamer. Onafwendbaar komt dan ook het moment dat kinderen in de gaten krijgen dat hun eigen ouders seksuele wezens zijn.

Die ontdekking gaat vrijwel altijd gepaard met afwijzing. Kinderen vinden het vaak niet prettig als ouders met elkaar flikflooien. Zelfs een vluchtige kus wordt niet op prijs gesteld. De gedachte dat ouders het ook “met elkaar doen” is voor veel kinderen zelfs onverdraaglijk. Ook kinderen, die op een gewone wijze seksuele voorlichting hebben gekregen, trekken vaak een vies gezicht wanneer tot ze doordringt dat in de ouderlijke slaapkamer niet alleen wordt geslapen. Dat zijzelf ook zijn verwekt en hoe dat is gegaan, daarvan willen kinderen zich liever geen voorstelling maken. Hun ouders gaan daarin mee. Liggen ouders juist elkaar te knuffelen, als een kinderhand de klink van de slaapkamerdeur opendraait, dan weten zij niet hoe snel zij weer recht moeten gaan liggen, armen en handen zedig naast het lichaam. Vreemd eigenlijk dat juist die blijk van liefde voor kinderen onzichtbaar moet blijven.

Dit alles zou ik onbesproken hebben gelaten als niet onlangs de relatie tussen ouderschap en erotiek tot een kleine kwestie had geleid. Helaas heeft alleen het Reformatorisch Dagblad erover geschreven, maar aangezien dit blad het huisorgaan is gezinsminister Rouvoet, lijkt het nuttig nog even op de zaak terug te komen.

Reformatorisch Dagblad1.jpg

Zo meldt het Reformatorisch Dagblad dat de Reclame Code Commissie klagers tegen een reclamefolder van de Kijkshop in het gelijk heeft gesteld. In de folder, die speciale aanbiedingen bevatte voor Moederdag, was ook een pagina opgenomen met artikelen, “bedoeld voor lustbevrediging van vrouwen”. Sinds de monotheïstisch godsdiensten hun zegenend werk hebben verricht, weten wij allemaal dat niets zo schandalig is als lustbevrediging voor vrouwen, maar dat neemt niet weg dat ook ik er wel even van zou opkijken als mijn zesjarige zoon zich op Moederdag aan het ouderlijk bed zou vervoegen ten einde zijn moeder een feestelijk verpakte dildo of vibrator te overhandigen.

De Kijkshop verdedigde zich met het argument dat “het niet de bedoeling was kinderen ertoe te bewegen seksartikelen voor hun moeder te kopen, maar wel mannen te wijzen op cadeaus om hun vrouw in het zonnetje te zetten”. Als het om erotiek gaat, zijn bijna alle formuleringen verkeerd, zo ook deze, maar dit terzijde. Ik vroeg mij af wat er gebeurd zou zijn als ik die folder in mijn bus had gevonden. Vermoedelijk zou ik er hartelijk om gelachen hebben en hem vervolgens hebben weggegooid. Maar er is altijd iemand, die zich over zoiets vreselijk kwaad maakt. In dit geval is dat volgens het Reformatorische Dagblad “de Schiedammer M. van der Mast”.

Omdat het gaat om lustbevrediging van vrouwen, neem ik aan dat klager Van der Mast een man is. Zo gaat het in zulke gevallen bijna altijd. Ik zie de heer Van der Mast ook voor me. Daar in Schiedam ligt die folder op tafel met die…die dingen. De heer Van der Mast loopt er nog eens omheen. Hij wil niet kijken, maar die folder trekt aan hem. Dan voelt hij de woede opkomen, hij sluit de kinderen op in hun slaapkamer, en roept zijn vrouw erbij. Zij kijkt goed, en nog eens, en nog eens. Inderdaad, verschrikkelijk! Hij gaat meteen een brief schrijven aan de Kinderconsument. De directeur van de Kinderconsument heet, echt waar, Bamber Delver. Een vertrouwenwekkende naam, die op de een of andere manier naar Bambie verwijst. En zijn brief valt meteen in goede aard. Een klacht is geboren.

Het is niet moeilijk om te voorspellen dat dit soort klachten de komende tijd alleen maar zal toenemen. Wij hebben een kabinet van betutteling, dat het roken wil verbieden, pornofeestjes wil aanpakken en onwillige jongeren “discipline, regelmaat en structuur” wil opleggen, opdat zij – aldus heropgevoed – kunnen sneuvelen in Afghanistan. Ik beveel kampementen aan voor moeders, die te veel doen aan lustbevrediging.

de Volkskrant, 25 juni 2007