Eenvoud voor de moderne grootmoeder

Tip van Nel

Nelleke Noordervliet vult haar eigen hoekje met allerhande tips op huishoudelijk gebied.

Tip 9: Eenvoud voor de moderne grootmoeder.

Mijn kleindochter is vier maanden. Ze heeft een maxicosy, een babyborn, een wipstoeltje, een muzikaal schommelstoeltje, een bugaboo, een box en een bedje thuis, een box en een bedje op de crèche, en een box en een bedje bij mij.

Al die stoeltjes, karretjes, boxen en bedjes zijn gemeubileerd met zacht, piepend, draaiend, kleurig, knisperend, trillend, zingend, rammelend, veelvormig speelgoed. Op haar kamertje zitten beren en hazen en konijnen van pluche op haar te wachten. Daar tussendoor ziet ze diverse koppen boven zich verschijnen, oude en jonge hoofden, allemaal vervaarlijk grijnzend en onverhoeds de bewegende speelgoederen of haarzelf in beweging zettend. Daar ontwikkelt een kind ofwel een stoicijnse en afstandelijke levenshouding uit of het wordt een zenuwpees.

Noordervliet.jpg

Een tussenweg lijkt nauwelijks mogelijk. De overmaat aan prikkels is een waarschuwing en een inwijding: zo ziet de wereld van de volwassenen eruit, je kunt er maar beter meteen aan wennen. Kom je onbeschadigd uit die eerste maanden, nou dan red je het later wel. De tegenbeweging is sinds de jaren zeventig druk doende de kinderwereld te bevolken met ongelakte houten speelgoedtreintjes, lappenpoppen van ongebleekt katoen, boekjes over milieurampen en scheidende ouders op gerecycled papier, de tuinen waar de kinderen in spelen te laten overwoekeren met verantwoord onkruid, en ze zo spoedig mogelijk leren hun eigen zuurdesembrood te bakken met een fijne groep anti-autoritair opgevoede leeftijdgenootjes.

Geen kind komt onbeschadigd uit die wereld van dwingende eenvoud en wurgende solidariteit. Met die tegenbeweging heb ik nooit veel op gehad. De mainstream vind ik ook maar zo-zo. Wat moet een moderne grootouder doen? Weg met dat draaiende box-mobile vol kleurige beestjes waarbij na een eenvoudige druk op de knop een melodietje van Mozart, Beethoven of Bach klinkt? Weg met dat vuurrode zachte brandweerautootje dat als je erin knijpt een sirene laat horen? Weg met het olifantje in een vierkant doosje met een muisje eraan en een touwtje en een rammelaartje en knisperende oren waar ze uren naar kan liggen kijken? Prikkelt dat ding haar fantasie of slaat het haar verbeeldingskracht juist dood? Denkt ze misschien dat de wereld van haar box Plato’s grot is? Het kan best minder.

Als ik met haar rijd in haar bugaboo dan haal ik eerst de ketting van rammelende beestjes weg, zodat ze naar de hemel en de wolken en de boomtoppen kan kijken. Ik haal haar uit haar meerkeuze-box en ga lekker een halfuur met haar voor het raam staan. Naar buiten kijken hoe het water in de gracht rimpelt en de blaadjes van de bomen waaien. Ik zing de liedjes met haar die mijn grootvader met mij zong. Als ze in haar bedje ligt laat ik haar luisteren naar de stilte en naar haar eigen stem.

Ngùù! zegt ze.