Bobby Fischer is dood (1943-2008)

Schaken

Op IJsland is door Gardar Sverrisson bekend gemaakt dat de schaker Bobby Fischer is overleden. Robert James Fischer, zoals hij voluit heette, is 64 jaar geworden. Dat is natuurlijk de ideale leeftijd voor een schaker, want het schaakbord heeft 64 velden.

Bobby Fischer5.bmp

Het schaken heeft altijd een grote aantrekkingskracht uitgeoefend op hen die vrijgevochten door het leven willen gaan en nu is met Fischer de laatste der grote schaakbohémiens gestorven.

Wie op alle 64 velden een anekdote over Fischer zou willen schrijven, komt vele velden tekort.

De dood van Fischer komt niet helemaal als een verrassing. Een paar weken geleden meldde de Argentijnse krant La Nacion de Fischer was opgenomen in een psychiatrische inrichting. Ik schaam me bijna om het op te schrijven, maar de laatste jaren voldeed Fischer volledig aan het clichébeeld van het krankzinnige genie. Hij leefde als een zwerver, verzorgde zichzelf nauwelijks, liet een enorme grijze baard groeien en deed de meest idiote uitspraken.Van de Fischer die in schitterende maatpakken achter het bord plaats nam, was niets meer over.

Bobby Fischer(3).bmp

Je zou kunnen zeggen dat er altijd twee Bobby Fischers zijn geweest. De ene Fischer was de briljante schaker, die in een kraakheldere stijl al zijn tijdgenoten omlegde. Dat was de Fischer, die in 1970 zowel Taimanov als Larsen met 6-0 versloeg. Dat was ook de Fischer, die in 1972 de wereldtitel veroverde door op IJsland zijn Russische rivaal Boris Spasski te overwinnen. Dat was de Fischer, die allerlei gerechtvaardigde eisen stelde om de speelomstandigheden en de prijzengelden van de schakers te verbeteren.

De andere Fischer was de grillige, onberekenbare, querulanteske vluchteling, die ongrijpbaar wilde blijven voor zijn achtervolgers. Dat was de Fischer, die in een hotel te Santiago een kaart van de stad vroeg en een passer. Toen hem was uitgelegd waar op de kaart het hotel lag, zette hij daar de punt van zijn passer en trok een cirkel.

“Binnen die cirkel mag mijn moeder niet komen!”, riep hij, “als ze toch daarbinnen komt, verlaat ik onmiddellijk het toernooi”.

De andere Fischer was de Fischer, die zijn moeder haatte. Nog steeds is niet helemaal duidelijk wie eigenlijk Fischers vader was. De man die zijn moeder verliet, was een Duitser die inderdaad Fischer heette, maar een paar jaar geleden zou uit rapporten van geheime diensten zijn gebleken dat zijn vader vermoedelijk een Hongaar is geweest. De andere Fischer was de Fischer, die het joods zijn in zijn eigen moeder verafschuwde. Zelf was hij natuurlijk ook een Jood, maar dat weerhield hem er niet van de meest gore antisemitische taal uit te slaan. Van zijn Jüddische Selbsthass getuigt ook de brief aan de redactie van de Joodse Encyclopedie. Fischer eiste dat het lemma over hem zou worden geschrapt. Ook ontkende hij de Holocaust en toen de Twin Towers werden neergehaald, zei hij – zonder enige ironie – dat de joden daar achter zaten.

Hoewel beide Fischers natuurlijk ook naast elkaar leefden, zou je kunnen zeggen dat de redelijke en geniale Fischer tot de verovering van de wereldtitel in 1972 de boventoon heeft gevoerd. Daarna heeft zijn duistere kant het overgenomen.

Fischer-Spasski.bmp

De legendarische match die Fischer in Reyjavik tegen Spasski heeft gespeeld, herinner ik mij nog als de dag van gisteren. Ik behoor tot de gelukkigen die erbij zijn geweest. Het was in de zomer en de zon ging ook ’s nachts nooit helemaal onder. Aanvankelijk wilde Fischer helemaal niet komen. Het was Henry Kissinger, die toen met succes een beroep op Fischers patriottisme heeft gedaan. Kissinger belde rechtstreeks met Fischer om hem te vertellen dat de president het zeer op prijs zou stellen, wanneer het Sovjetcommunisme een grote slag op het schaakbord zou worden toegebracht. Dat de Engelse zakenman Jim Slater er nog een groot bedrag in ponden bijlegde, deed de rest.

Op IJsland hebben zich de vreemdste taferelen afgespeeld. Voor het oog van de verzamelde wereldpers verloor Fischer het eerste duel en kwam hij in de tweede niet opdagen, omdat hij de aanwezigheid van televisiecamera’s niet kon verdragen. De derde partij vond zonder publiek plaats in een zijkamertje. Dankzij de arbiter Lothar Schmid weten wij dat Fischer aanvankelijk weer weigerde te schaken, maar dat Spasski tenslotte een gebaar maakte van: nou, komt er nog wat van?

Fischer deed toen een zet, en vanaf dat moment is Spasski er niet meer aan te pas gekomen.

Spasski heeft later gezegd dat dat bewuste moment hem psychisch heeft gebroken. Zelf heeft hij zich nooit in die richting uitgelaten, maar verschillende grootmeesters hebben de veronderstelling uitgesproken dat Spasski eenvoudig wilde verliezen. Hij vond dat Fischer gedoemd was om wereldkampioen te worden. Ook toen er uit Fischers mond geen verstandig woord meer werd vernomen, is Spasski in de meest honorabele termen over Fischer blijven spreken.

Toen duidelijk werd dat Spasski zou verliezen, heeft de Sovjet-delegatie nog geprobeerd terug te vechten in een psychologische oorlogsvoering. Zo werd gesuggereerd dat Fischer via een zender met de buitenwereld in contact zou staan. De stoel van Fischer werd daarop gedemonteerd, maar men vond alleen een dode vlieg.

Eenmaal wereldkampioen heeft Fischer nooit meer een toernooi gespeeld, hoewel hij anders had beloofd. Wel schaakte hij voor veel geld zes zetten tegen dictator Marcos. In 1992 keerde hij nog een keer terug om in Joegoslavië een pseudo-revanchematch tegen Spasski te spelen. Die leverde hem vier miljoen dollar op. Onaangename bijkomstigheid was wel dat Joegoslavië in die dagen door de Verenigde Staten werd geboycot, hetgeen ertoe leidde dat zijn geboorteland een arrestatiebevel tegen hem uitvaardigde.

Palsson.bmp

De laatste jaren leefde Fischer als een vluchteling. In 2004 werd hij tenslotte in Tokio gearresteerd, maar voordat hij aan de VS kon worden uitgeleverd, haalde Saemi Palsson hem op uit de gevangenis. Palsson was de man, die Fischer in 1972 als chauffeur had rondgereden op IJsland. Sinds 2005 woonde Fischer in Reyjavik als een genaturaliseerde IJslander. Nog meer dan voorheen leidde het leven van de schuwe zonderling, tot hij vorige maand wegens algehele verwaarlozing werd opgenomen.

Bobby Fischer 6.bmp

Net als zo veel schaakliefhebbers heb ik tot het laatst geloofd dat Fischer weer bij zinnen zou komen. Dat is helaas niet gebeurd en zo is ook die illusie in rook opgegaan. Het kost moeite het te aanvaarden, maar het is niets anders: Fischer is gestorven als een tragische gek.

Fischers graf.bmp

Het Parool, 19 januari 2008

Bobby Fischer is dood (2)

Wie de necrologieën heeft gelezen, zal misschien denken dat Fischer onoverwinnelijk was, maar dat is toch niet helemaal het geval. Vorige week schreef ik dat van alle grote schaakkampioenen een verzameling verliespartijen bestaat. Zo ook van Bobby Fischer. Het heet uiteraard How to beat Bobby Fischer, en het is van Edmar Mednis (1937-2002). De bundel is al in 1974 verschenen en nog slechts antiquarisch verkrijgbaar. Ik ben de gelukkige bezitter van een exemplaar. Ongetwijfeld heeft Mednis – een zwakke Amerikaanse grootmeester – het boek alleen maar samengesteld, omdat hijzelf een keer van Fischer heeft gewonnen.

Mednis is uitgegaan van de 576 partijen die Fischer in matches en toernooien heeft gespeeld. Daarvan heeft Fischer er 61 verloren. De grootste reuzendoders waren Spasski en Geller, die tussen 1955 en 1972 ieder vijf keer Fischer wisten te verslaan. Als je de revanchematch van 1992 meerekent, komt het aantal overwinningen van Spasski zelfs op tien. Trainingspartijen en simultaanpartijen heeft Mednis niet meegeteld. Volgens de databank Chessbase.com zijn er in het totaal 938 partijen van Fischer bekend. Daar zijn 115 verliespartijen bij. De databank is overigens verre van compleet, zoals ik snel kon vaststellen.

De eerste nederlaag die Fischer te slikken kreeg tegen een wereldkampioen, was tegen Max Euwe. In 1957 verbleef Euwe in New York, toen hem werd gevraagd of hij tegen een dertienjarig talent wilde schaken. Het betreffende jongetje heette Bobby Fischer. Vrij gemakkelijk won Euwe de eerste partij en maakte de tweede even makkelijk remise. Euwe zei er later over: “Hij vond het wel vervelend , geloof ik, dat hij van me verloor. Want schaken was voor hem erg belangrijk, veel belangrijker dan voor mij”. Ook zei Euwe: “Ik heb het maar remise gemaakt . Ik wilde hem niet vernederen…”. In 1960 nam Fischer revanche op de Olympiade in Leipzig, door Euwe op een tamelijk gruwelijke wijze te verslaan.

Als voorzitter van de FIDE heeft Euwe in 1972 Fischer de lauwerkrans voor de wereldkampioen omgehangen, maar warme gevoelens voor het genie heeft Euwe nooit gekoesterd. In 1975 zei hij: “Nee, ik heb geen sympathie voor hem. Ik vind Karpov veel sympathieker. Maar Fischer is zo uitzonderlijk; hij gaat als Shylock tot het laatste pondje bloed”. De vergelijking met Shylock is opmerkelijk, want van openlijk antisemitisme bij Fischer was ook toen nog geen sprake.

Een andere Nederlander die een keer van Fischer heeft gewonnen, was Hein Donner. In het totaal heeft Donner zes keer tegen Fischer gespeeld. Naast twee remises (in Bled en Santa Monica), verloor hij drie maal tamelijk hardhandig. Maar op die ene overwinning was Donner apetrots. Donner had trouwens een tamelijk goede band met Fischer. Wij spreken over de jaren zestig, toen Donner in Nederland als echtgenoot van een provomeisje veel bekender was dan Fischer als schaker in Amerika. Toen ze een keer samen in een vliegtuig stapten, werd Donner herkend en Fischer niet! Fischer was daar zeer van onder de indruk en zei dat hij later net zo beroemd wilde worden als Donner.

De derde Nederlander die tegen Fischer heeft gespeeld, is Hans Ree. Dat gebeurde in 1968 in Israel. Misschien is Fischer bij dat bezoek antisemiet geworden. Op het bord had Ree had geen schijn van kans. De partij duurde slechts 25 zetten. Later speelden ze nog een aantal vluggertjes, waarbij Ree steeds pion f7 voor kreeg. Ook toen was Fischer veel te sterk, een voor Ree vernederende gebeurtenis. Bij die gelegenheid zei Fischer dat hij vermoedelijk niet van God zou kunnen winnen.

Euwe-Fischer (New York 1957)
1. d2-d4 Pg8-f6 2. c2-c4 e7-e6 3. Pb1-c3 d7-d5 4. c4xd5 e6xd5 5. Lc1-g5 Lf8-b4 6. e2-e3 h7-h6 7. Lg5-h4 c7-c5 8. Lf1-d3 Pb8-c6 9. Pg1-e2 c5xd4 10. e3xd4 O-O 11. O-O Lc8-e6 12. Ld3-c2! Lb4-e7 13. Pe2-f4 Dd8-b6 14. Lg5xf6! Le7xf6 15. Dd1-d3 Tf8-d8

Of 15. … g6 16. Pg6x! fg6x 17. Dg6x en wint.

16. Ta1-e1 Pc6-b4 17. Dd3-h7+ Kg8-f8 18. a2-a3!

Diagram1Euwe-Fischer.bmp

De doodklap.

18. … Pb4xc2 19. Pc3xd5 Td8xd5 20. Pf4xd5 en zwart gaf op. Hij gaat mat.

Fischer-Donner (Varna 1962)

1. e2-e4 c7-c6 2. d2-d4 d7-d5 3. Pb1-c3 d5xe4 4. Pc3xe4 Lc8-f5 5. Pe4-g3 Lf5-g6 6. h2-h4 h7-h6 7. Pg1-f3 Pb8-d7 8. Lf1-d3 Lf5xd3 9. Dd1xd3 e7-e6 10. Lc1-f4 Dd8-a5+ 11. Lf4-d2 Da5-c7 12. c2-c4 Pg8-f6 13. Ld2-c3 a7-a5 14. O-O Lf8-d6 15. Pg3-e4 Pf6xe4 16. Dd3xe4 O-O 17. d4-d5 Tf8-e8 18. d5xc6 b7xc6 19. Ta1-d1 Ld6-f8 20. Pf3-d4 Ta8-a6 21. Pd4-f5?!

Veilger was 20. g3, maar dat is niets voor Fischer.

21. … Pd7-c5! 22. De4-e3 Pc5-a4 23. Lc3-e5 Dc7-a7 24. Pf5xh6+

Maar dit gaat te ver. Donner slaat nu bekwaam de aanval af.

23. … gxh6 25. Td1-d4 f7-f5! 26. Tf1-d1 Pa4-c5 27. Td4-d8 Da7-f7 28. Td8xe8 Df7xe8 29. Le5-d4 Pc5-e4 30. f2-f3 e6-e5 31. f3xe4 e5xd4 32. De3-g3+ Lf8-g7 33. e4xf5 De8-e3+

Nog sterker was 33. …. c5!

34. Dg3xe3 d4xe3 35. Td1-d8+ Kg8-f7 36. Td8-d7+ Kf7-f6 37. g2-g4 Lg7-f8 38. Kg1-g2 Lf8-c5! 39. Td7-h7 Kf6-e5 40. Kg2-f3 Ke5-d4 41. Th7xh6 Ta6-b6 42. b2-b3 a5-a4 43. Th6-e6 a4xb3 44. a2xb3 Kd4-d3 45. g4-g5 en na het afbreken opgegeven.

Diagram2Fischer-Donner.bmp

Zwart komt altijd eerder: 45. … Tb3x 46. g6 Tb1 47. g7 Tf1+ 48. Kg2 e2! 49. f6 Le3 50. Te3x+ Ke3c 51. g8D e1D 52. De6+ Kd2 en wint!

Fischer-Ree (Nathania 1968)

1. e2-e4 e7-e5 2. Pg1-f3 Pb8-c6 3. Lf1-b5 a7-a6 4. Lb5-a4 Pg8-f6 5. O-O Pf6xe4 6. d2-d4 b7-b5 7. La4-b3 d7-d5 8. d4xe5 Lc8-e6 9. Dd1-e2 Lf8-e7 10. Tf1-d1 O-O 11. c2-c4 b5xc4 12. Lb3xc4 Dd8-d7 13. Pb1-c3 Pe4xc3 14. b2xc3 f7-f6 15. e5xf6 Le7xf6 16. Lc1-g5 Pc6-a5 17. De2xe6+!

Diagram3Fischer-Ree.bmp

De snelste manier.

17. … Dd7xe6 18. Lc4xd5 De6xd5 19. Td1xd5 Lf6xc3 20. Ta1-c1 Lc3-b4 21. Tc1xc7 Ta8-c8 22. Tc7-a7 Tc8-c2 23. Td5-d7 Lb4-c3 24.Ta7-c7 h7-h6 25. Lg5-e3 en zwart gaf op.

Het Parool, 26 januari 2008