Een prachtig maar droevig boek

Boeken etc

Julia
Otto de Kat
Uitgever: G.A. van Oorschot
Sterren: * * *

Het gaat misschien een beetje ver om de boeken van Otto de Kat – Man in de verte en De inscheper – avonturenromans te noemen, maar dat het in het werk van deze auteur gaat om een eenling die de wereld aan zich voorbij ziet razen, zoveel is wel duidelijk. In de romans van Otto de Kat, pseudoniem van de uitgever Jan Geurt Gaarlandt, bereist de hoofdfiguur doorgaans verre streken. Never a dull moment, schreef ik al eens, het ene moment daalt de hoofdpersoon af in een Zuid-Afrikaanse goudmijn en het volgende moment ligt hij al weer te spartelen in Zuid-Chinese Zee. Bij De Kat mag het leven beslist niet onopgemerkt voorbijgaan – vader, moeder, wereld, knekelhuis!

Gewild of ongewild, bij Otto de Kat maakt de hoofdpersoon deel uit van de wereldgeschiedenis.

Merkwaardig genoeg is de stijl die De Kat daarbij aanwendt juist heel afstandelijk, bijna verstild. Het woord “vervreemding” zal ik niet snel gebruiken, maar bij De Kat is die wel degelijk op zijn plaats. Sommige recensenten, zoals mijn voorganger Jaap Goedegebuure, vinden de boeken van De Kat zelfs eentonig en saai, maar daar kan ik het niet mee eens zijn. Ik vind ze subtiel, ontroerend in hun terughoudendheid en ook nog eens helder, omdat ze ontdaan zijn van elke versiering. Ik vermoed dat Geurt Gaarlandt (61) als uitgever zoveel lariekoek door zijn handen heeft zien gaan, dat hij besloten heeft zelf nooit te vervallen in tierelantijnenliteratuur.

Geurt Gaarland is geen auteur van bestsellers. Hij is meer een Geheimtip für Kenner – letterlijk, want zijn boeken worden altijd in het Duits verteld. Het is niet moeilijk te voorspellen dat zulks ook gaat gebeuren met zijn nieuwste productie, de historische roman die bestaat uit één woord: Julia.

Otto de Kat.bmp

Ook in Julia gaat De Kat onverdroten voort op de ingeslagen weg. Zijn hoofdpersoon heet dit keer Chris Dudok, zoon van een welgestelde machinefabrikant die vooral ook zaken doet met Duitsland. Het is 1938. De naam Chris Dudok is hier niet toevallig gebruikt, want die moet duidelijk maken dat wij te maken hebben een keurig nette Hollandse familie, zonder joods bloed. Chris is een wat dromerige jongen, die liever de dichters van zijn tijd leest, dan dat hij zijn vader opvolgt in de fabriek. Maar toch laat hij zich naar Lübeck sturen, waar de meest geavanceerde fabriek staat van die tijd. Hij zal – zo denken zijn vader en zijn grootvader – daar het vak leren, maar zelf heeft hij meer in zijn achterhoofd dat iets van de wereld wil zien.

En Duitsland 1938 is natuurlijk een mooie gelegenheid om een deel van die wereld nader te beschouwen. Een getourmenteerd deel, dat wel. De nazi’s hebben de macht overgenomen en Duitsland maakt zich op voor de Derde Wereldoorlog. De machinefabrieken draaien op volle toeren. Als Chris Dudok in Lübeck aankomt, had hij zich geen betere plek kunnen wensen om de aanloop tot het naderend onheil gade te slaan.

Misschien zou alles in hem onverschillig zijn gebleven als hij op de machinefabriek niet Julia had ontmoet, een vrouwelijke ingenieur. De concentratiekampen bestonden al, maar het is nog de tijd van de vormelijkheid, van de deur open houden, van het voorzichtig aftasten of de verliefdheid ook bestaat bij de andere partij. De Kat is erg goed in het beschrijven van dat proces. Hij weet waar hij het over heeft, ook als schrijver is hij een heer van stand.

Julia Bender is zo niet zo maar een aantrekkelijke Duitse vrouw. Zij is joods angehaucht, en wat al even erg is: ze is geen meeloper. In die tijd betekent die laatste eigenschap al snel dat zij wordt aangezien voor een communiste. Datzelfde geldt voor haar broer, de acteur Andreas Bender. Een hoogtepunt in de roman is de passage waarin wordt beschreven hoe der Führer in Lübeck een voorstelling bezoekt, waarin Andreas de hoofdrol speelt. Het stuk eindigt met een stille provocatie van Andreas, die het nalaat om een ode aan der Führer te brengen, maar die over het hoofden van de heerser en zijn gevolg heenkijkt. Chris en Julia die – onwetend van elkaars aanwezigheid – de voorstelling volgen, beseffen onmiddellijk wat de noodlottige gevolgen van Andreas’ daad zullen zijn.

Nog diezelfde avond wordt Andreas gearresteerd en niet veel later krijgt Julia te horen dat zij zal worden ontslagen. Misschien zou ik hier moeten stoppen met het navertellen van het verhaal, maar mijn theorie is altijd geweest dat het voor een goed geschreven boek of toneelstuk niet uitmaakt of je de afloop al weet. Dat Humbert Humbert, aan het eind van zijn liefde voor Lolita, met lege handen staat – wat doet het er toe als wij dat van te voren al weten?

Het zal duidelijk zijn dat liefde tussen Chris en Julia niet lang geconsumeerd zal worden. In feite dwingt zij hem afscheid van haar te nemen, een beslissing waartoe hij zich met veel tegenzin laat overhalen, en waarvan hij ook de rest van zijn leven spijt zal krijgen.

Omdat het te gevaarlijk wordt, keert Chris terug naar Holland, met weinig hoop dat hij Julia ooit nog zal ontmoeten.
In Nederland volgt Chris zijn vader op in de fabriek. Hij probeert zijn bestaan weer op te pakken, trouwt, maar neemt zich heilig voor nooit kinderen te nemen. Hij leeft, maar het lijkt wel of er niet met zijn hoofd bij is. Wanneer hij in de jaren vijftig voor zijn werk opnieuw Lübeck bezoekt, krijgt hij te horen wat er met Julia is gebeurt. Het ontneemt hem de lust en de wil om verder te leven. Zijn besluit staat vast om zelfmoord te plegen.

Het is dit einde waar de roman begint. Lees toch maar zelf hoe het afloopt. Het slot gaat in zijn eenvoud door merg en been. Is dit alles wat er is? Hier is het meer dan genoeg. Geen pathos, geen zedenprekerei, geen dikdoenerij of vertoon van te veel kennis. De Kat vertelt wat er te vertellen valt en laat de emoties bij de lezer achter. Een prachtig, maar droevig stemmend boek.

HP\De Tijd, 25 januari 2008