Roken is gevaarlijk voor de carrière

Beweringen en bewijzen

Wie, zoals ik, er wel eens van droomt dat Nederland als 51ste staat aan de Verenigde Staten wordt toegevoegd, vraagt zich uiteraard ook af op welke presidentskandidaat hij in dat geval zou stemmen. De keus is bijzonder moeilijk.

Obama2.bmp

Ik ben voor John McCain, omdat ik voor oude mensen ben. Ik ben voor Hillary Clinton, omdat ik voor vrouwen ben. En ik ben voor Barack Obama, omdat ik voor zwarten ben. Stemmen op Amerikaanse presidentskandidaten is stemmen op persoonlijkheden. In Nederland staat altijd wel een purist op, die met een toegeknepen mond beweert “dat het om de inhoud” gaat, maar de Amerikaanse kiezers weten wel beter.

In Beating Around the Bush, de bundel columns die juist voor zijn dood is verschenen, schrijft de Amerikaanse columnist Art Buchwald (1926-2007): “Voor ik begin, wil ik graag zeggen dat ik nog liever de gevangenis inga dan de bronnen achter dit boek aan een Grand Jury prijs te geven. De reden is dat ik helemaal geen bronnen heb – ik heb alles verzonnen. De personages die ik noem, zoals President George W. Bush, Donald Rumsfeld, Condoleeza Rice, Arnold Schwarzennegger, Michael Jackson, Vladimir Putin, Saddam Hoessein, Osama bin Laden, Jacques Chirac, Tony Blair, prins Charles en de Boston Red Sox, zijn allemaal fictief en vertonen geen enkele gelijkenis met levende of doden personen en zelfs niet met iets daar tussen in”.

Art Buchwald.bmp

Zoals steeds bij Buchwald zit achter zijn grappen een diepe wijsheid. Van de mensen die ons besturen, weten wij over het algemeen maar weinig. De boven ons gestelden trekken een façade op, maar hoe zij werkelijk zijn wordt systematisch aan ons oog onttrokken door campagneleiders, spindoctors en bewakingspersoneel. De bedoeling is dat het kiezersvolk een zo goed mogelijke indruk krijgt van de kandidaten, maar of die indruk strookt met de werkelijkheid doet er niet toe.

Uiteindelijk moeten de kiezers hun eigen ideale kandidaat verzinnen. De kandidaat, die het best in staat is zijn volmaaktheid te projecteren in de hoofden van de kiezers, is gezegend met een eigenschap die wij charisma noemen.
Ik kom hierop, omdat momenteel op het internet een discussie woedt over het rookgedrag van Barack Obama.

De laatste president die rokend is gesignaleerd, was John F. Kennedy. Ik denk niet dat het Cubanen waren, maar Kennedy rookte na de lunch wel eens een sigaar.

Kennedy+smoking.bmp

Daar zijn mooie foto’s van, maar nog mooier is de foto van Franklin D. Rooseveldt die vanuit een open auto het volk toezwaait, terwijl hij aan een sigarettenpijpje lurkt. Verder weten wij dat Bill Clinton een jointje heeft opgestoken, maar omdat naar eigen zeggen toen niet heeft geïnhaleerd tellen wij hem niet mee.

Rooseveldt.bmp

De ontkennende reactie van Clinton is overigens volkomen in lijn met het idee van Buchwald dat machthebbers en andere politici voor ons niets anders zijn dan fictieve figuren. Van een Amerikaanse president wordt verlangd dat hij volmaakt is, een eis waaraan hij (of zij) natuurlijk nooit kan voldoen. Het vervelende is echter dat bij ons kiezers de fantasie gaat werken. Wij zien Bill Clinton ineens voor ons met lang haar, liggend op een vies matras, ergens in een keldertje in Liverpool. Een grote kegel kringelt uit zijn joint de spelonken in. Zo iemand willen wij niet als president. Een politicus mag over hoop en een nieuwe toekomst spreken, maar hij mag geen aanslag doen op onze directe verbeelding. Wij willen ons ook geen president voorstellen, die zich door een stagiaire laat afzuigen in de Oval Office, hoe zeer wij zo’n echte kerel als Clinton een verzetje gunnen.

Obama1.bmp

Barack Obama is een roker. Zelf heeft hij toegegeven dat hij tot voor kort zeker zo’n tien sigaretten per dag rookte, dus het werkelijke aantal zal wel hoger zijn. Op het internet circuleren verschillende foto’s van Obama, een sigaret in de mond. Op sommige van die foto’s kijkt hij droevig. Hoewel ikzelf een niet-roker ben, vond ik zijn rookgewoonte aanvankelijk een sympathiek teken van non-conventionaliteit. Kennelijk is Obama iemand die iets durft te doen dat tegen de grote stroom ingaat. Hij is niet bang te laten zien dat hij een gewoon mens is met tekortkomingen.

Maar nu ik de discussies een beetje volg, krijg ik in toenemende mate het gevoel dat het roken hem de politieke kop kan kosten, hoe vaak hij al heeft beloofd te zullen stoppen. Juist die terugkerende belofte maakt hem zwak. De belofte van zijn vrouw dat zijn hem zal helpen bij om van zijn slechte gewoonte af te komen, maakt hem nog zwakker. Wij zien ongaarne een kettingrokkende president die in tijden van spanning niet kan zonder zijn pakje Marlboro.

De tijden zijn veranderd en in onze verbeelding brengt het roken niets positiefs meer voort. Het beeld van viriliteit bestaat niet meer en een Amerikaanse krant vroeg zich al af of je president kunt worden op één long. Een rabiate dominee als mentor kan Obama nog overleven, maar het beeld van een hoestende president slaat ons fictieve ideaalbeeld kapot.

de Volkskrant, 20 maart 2008